Ook gemerkt dat het vaak de kampioenen zijn die beweren weinig van duiven te kennen? Zelfs P de Weerd, de legende, zei eens: “Van duiven ken ik misschien 10 procent maar dat onderscheidt me wel van anderen. Het gros kent er hoegenaamd niets van.”
Een beetje arrogant misschien (ben ik soms ook) maar je moet hem aangeven dat hij kampioenen heeft gemaakt. Vooral in Duitsland.
ZE ZEGGEN MAAR
Hoewel praten over duiven en hokbezoeken niet mijn favoriete bezigheden zijn ontkomt een liefhebber er niet aan. Zo sprak ik mensen die pas met duiven begonnen waren.
Bij een ervan werd een hokbezoek afgelegd, de ander kreeg ik zelf over de vloer en dan geef je die uiteraard duiven in handen. “Dat had ik niet verwacht, ze zeggen dat je hier geen duif in handen krijgt” zei er een. Het deed me weinig. Wat “ze zeggen” trek ik me niet aan.
Tenminste niet meer.
Dat leer je wel als je bestuurder bent, goed speelt of in een krant schrijft. Als je niets doet, niets kunt, niets betekent zeggen “ze” niets. Afgunst, nijd en roddel komen niet zo maar aangewaaid. Daar moet je iets voor doen, dat moet je verdienen!
HERHALEN
Verder zit ik met frisse tegenzin dit artikel te schrijven. Door die contacten met beginners gaan dingen aan de orde komen waar ik eerder over schreef en… sommigen hebben een erg goed geheugen. Maar mij bleek dat je bepaalde dingen niet genoeg kan benadrukken en herhalen.
Bijvoorbeeld het belang van grit, waarschijnlijk het voornaamste bijproduct voor duiven. Calcium (mineralen) zijn van onschatbare waarde en dat er weinig mee geadverteerd wordt komt omdat het zwaar en onhandig is en… geen handel omdat het niet “schuift”. Wat de kassa doet rinkelen wordt wel agressief aangeprezen ook al kunnen duiven het missen.
Omdat grit zo belangrijk is moet je doen wat je kunt er de duiven zo veel mogelijk van te doen eten.
“Dus altijd grit op de hokken?” Nee fout !
FOUT
Er gaat stof op kleven, duiven pikken dat letterlijk niet waardoor je ze dus te kort doet. Vooral zeewiergrit zou waardevol zijn, het is wel duurder maar dat is een pintje tegenwoordig ook. Het was niemand minder dan Dr. Lemahieu die me lang geleden wees op het belang van grit. “Je moet als duiven van een zware vlucht komen eens wat voer en grit klaarleggen en kijken wat duiven het eerst pikken” zei die.
Grit dus.
Ontredderde vogels worden door vogelbeschermers trouwens ook terug op de poot geholpen door extra calcium.
DAAROM
De voornaamste ongemakken bij duiven zijn terug te brengen tot problemen met de koppen (luchtwegen) en de spijsvertering. Spijsvertering en grit hebben alles met elkaar te maken. Het in de krop voor geweekte voer wordt verscheurd en gemalen door kleine steentjes. Alleen als de werking van de verteringssappen optimaal gebeurt kan het voer optimaal omgezet worden.
Duiven voelen dat instinctmatig aan en daarom ook dat ze uit eigener beweging steeds op zoek zijn naar die steentjes. Dienaangaande deden Dr Lahaye en Dr Cordieze eens proeven.
Ze gaven duiven enkele maanden geen grit en merkten dat die minder gingen eten. Toen ze weer grit kregen gingen ze spontaan meer eten. Vóór de proef (enkele maanden geen grit) wogen de duiven gemiddeld 395 gram. Tijdens de proef, toen dus geen grit werd verstrekt, daalde dat tot 305 gram. Toen de duiven nadien weer grit toegediend kregen steeg het tot 430 gram.
Het belang van grit kan dus amper overschat worden maar omdat duiven zoals gezegd om een of andere duistere reden geen grit eten waar stof aan kleeft, (waar is meer stof dan op een duivenhok?) moet je veelvuldig VERSE (stofvrije) grit geven.
STOFVRIJ
Dat zei ik ook tegen een van die beginnende liefhebbers die in al zijn goede wil een flinke pot grit op de hokken had staan. “Hoe lang staat die pot met grit er al?” vroeg ik. Dat wist hij niet.
Wel dacht hij dat het niet belangrijk was omdat ze er niet van pikten. “Je moet dat eens wassen en dan terug op het hok zetten” zei ik. Zo gezegd zo gedaan en hetzelfde grit dat eerst in stoffige potjes was opgehoopt en dat de duiven niet lustten werd verslonden. En het werd hem duidelijk dat hij zijn duiven te kort gedaan had.
Aan vitamines verspilt hij geen geld meer, grit geeft hij nu bijna dagelijks met gezondere duiven als resultaat.
NOOIT VERGETEN
Aangaande grit herinner ik me nog goed wat ik ooit bij de gebroeders De Hoogh uit Oosterhout zag. Die waren, lang geleden alweer, de smaakmakers van de Middenbrabantse duivensport. Een derde broer, de veel te vroeg gestorven Frans uit Rijen, speelde al evengoed en tegenwoordig houden broer Dries en diens zoon de familie eer hoog.
Bij de broers lag op het stenen terras voor de hokken altijd grit. En steeds wanneer het geregend had aten de duiven er gretig van. Het gebeurde zelfs dat, als de duiven van een vlucht kwamen, ze eerst van het grit gingen pikken alvorens binnen te komen.
ANDERE BEGINNER
Een andere beginneling had zijn jongen aan het vliegen gekregen door licht te voeren en een geelkuur. Hij had ergens gelezen dat je zo duiven aan het vliegen kreeg. Klopt maar hij had slecht gelezen en voor stukjesschrijvers is er niets ondankbaarder dan mensen die slecht lezen.
Jongen hoeven in april nog niet uitbundig te vliegen. Laat ze dan maar op het dak lummelen, dat heeft niets te betekenen en heeft zelfs iets positiefs: je verliest er geen. Voordat je nadien op gaat leren moeten ze wel de lucht in of je gaat er veel verliezen. Doen ze dat niet uit zichzelf dan kan licht voeren gecombineerd met een kuur tegen geel en altabactine of iets soortgelijks inderdaad wonderen doen.
Mensen die beweren dat jongen die verloren gaan geen goede zijn moet je niet serieus nemen. Duiven die niet perfect gezond zijn kan je ten allen tijde verliezen.
BOOSDOENER
Verliezen aan huis of van de vluchten zijn voornamelijk te wijten aan een gebrekkige gezondheid. Als duiven gezond zijn kan je amper verkeerd doen. Dan kan je ze bijna met alle weer opleren en doen afstanden er ook minder toe.
Zijn duiven minder gezond dan kan je amper goed doen en kan zelfs een lapvluchtje van amper 15 kilometer fatale gevolgen hebben. Ik ken verschillende liefhebbers die het maar niet laten kunnen duiven te kopen als successen uitblijven.
Waarom leren ze eerst niet hoe duiven gezond te houden vraag ik me soms af.
|