Wijnen (Afd. 3) stelt voor om te stemmen over het voorstel dat is ingebracht door de gezamenlijke afdelingen en van daaruit een nieuwe start te maken. Hij zegt in het belang van de liefhebbers een tussenoplossing te bieden.
Kiesmannen en andere geïnteresseerden
Ze zijn tot een tijdelijke constructie gekomen om naast hun afdelingsfuncties een en ander tegen het licht te houden. Na maximaal twee jaar moeten er mensen gemotiveerd zijn om zitting te nemen in het bestuur. Het NPO-bestuur onraadt het de vergadering om een interimbestuur te kiezen. Het zou leiden tot een onwenselijke concentratie van macht. Ook in verschillende afdelingen is bepaald dat een afdelingsbestuurder niet gelijktijdig landelijk bestuurder kan zijn. Alle afdelingen moeten dat dus wijzigen. Het komt verder de continuïteit niet ten goede. Een nieuw bestuur moet zeker een half jaar inwerken.
Scherpenzeel (Afd. 8) vindt deze vorm van besturen mogelijk maken middels wijzigigen van de statuten een te zwaar middel en gaat daarom tegenstemmen. Ook Joling (Afd. 10) vindt het geen goede weg. Scherpenzeel stelt voor om de maatregel van deze reglementswijziging een tijdelijk karakter te geven of het artikel tijdelijk buiten werking te stellen.
Na een korte schorsing meldt Buwalda (Afd. 11) namens de vergadering dat de tekst zoals die in het voorstel van Afdeling Friesland staat aangegeven wordt gehandhaafd en voegt daaraan toe dat de statuten altijd weer kunnen worden gewijzigd wanneer dat nodig is.
Kramer (Afd. 6) wil voordat er gestemd gaat worden nog opmerken dat de vergadering zich een heleboel heisa op de hals haalt. Hij vraagt Albert de Jong of het niet wijs zou zijn wanneer hij de eer aan zichzelf zou houden en de rest van het bestuur laat terugkomen. Hierop geeft Albert de Jong aan dat het voor hem de laatste vergadering is die hij voorzit. Ook Afdeling 10 vindt dat het bestuur gewoon weer terug kan komen.
Voor de meeste kiesmannen staat echter al vast dat er over het voorstel van Afdeling Friesland gestemd moet worden. Met 14 stemmen voor, 7 tegen en 2 onthoudingen wordt Artikel 19, lid 1 van het Huishoudelijke Reglement NPO gewijzigd:
Artikel 19
- Het bestuurslidmaatschap NPO wordt niet gecombineerd met lidmaatschap Beroepscollge, Colleges, FBCC, Bestuur Afdeling of Bestuur van een andere rechtspersoon als bedoelt in Statuten artikel 33.
‘Bestuur Afdeling’ vervalt hier dus.
Bestuursverkiezing
De hierna volgende stap is het kiezen van een interim-bestuur. Albert de Jong geeft aan dat de kandidaten die zijn aangemeld, mensen zijn die wisten dat het artikel gewijzigd zou worden. Anderen zijn niet in de gelegenheid gesteld zich op deze voorwaarde kandidaat te stellen. Door nu direct een bestuur te kiezen, wordt volgens hem de regelgeving geweld aangedaan.
Wijnen merkt echter op dat de kandidaten die zijn voorgedragen niet als interim-bestuurder zijn voorgedragen, maar als bestuurder. In het voorstel van Afdeling Friesland staat echter duidelijk dat het gaat om een interim-bestuur.
Er wordt gestemd. De volgende bestuursleden worden allemaal met 21 stemmen voor en twee tegen benoemd:
- Voorzitter D. Buwalda
- Secretaris L. Mackaay
- Penningmeester E. van wijk
- Bestuursleden J. Wijnen en W. Jongh
Er wordt geen rondvraag meer gehouden. Albert de Jong eindigt de vergadering met de volgende woorden:
Een ervaring rijker, een illusie armer, gedacht, en misschien wel te lang, dat we met elkaar tot een structuurwijziging zouden kunnen komen.
Vergaderingen die in de aanloop naar deze AV gehouden zijn waren niet allemaal even transparant. Niet het voorstel was relevant maar de poppetjes. Een bedenkelijk niveau. Wat opvalt is de verbetenheid waarmee verdedigd werd dat het Huishoudelijk Reglement gewijzigd moest worden en daarmee de mogelijkheid om voorzitters in het bestuur te krijgen en zo het zittende bestuur af te serveren. Dat alles onder de stelling : wij nemen onze verantwoordelijkheid.
Door een opmerking van een voorzitter over de aansturing van de werkgroepen , de rapportage aan de directeur constateerde ik dat over de wijze van werken in het huidige organisatiemodel, de lijn-staforganisatie niet voor elke voorzitter duidelijk is. Als een bestuurder dit niet kent gaat men al snel op de stoel van de directeur zitten en is een conflict geboren.
Voor de toekomst van de sport is het niet van belang dat ik het veld ruim maar ik hoop dat u voorkomt dat er nog meer dan nu al het geval is ,een concentratie van macht ontstaat. Bij goed bestuur geldt, dat bij macht tegenmacht hoort met een goede verantwoordelijkheidsverdeling. Voor een democratie onontbeerlijk. Er is nu weer enige tijd om daarover na te denken.
De nu gekozen vorm geeft een ongezonde concentratie van verantwoordelijkheden. Ik voorzie hierdoor grote problemen en ik wil u wijzen op het feit dat dit grote consequenties in financiële en juridische zin kan hebben en dat u daar dan de verantwoordelijkheid voor draagt. Dat wil ik gezegd hebben.
Nogmaals, ik hoop dat mijn vertrek tot enige rust leidt. Ik vertrek weliswaar opgelucht maar wel met zorg voor de toekomst voor onze organisatie en de sport.
De nieuwe voorzitter Buwalda noemt het ‘niet niks wat hier vanavond aan de orde is geweest’. Hij wendt zich tot het afgetreden bestuur: ‘Wanneer je vol elan bent begonnen en het eindigt op deze manier, dan moet je dat persoonlijk wat doen. Soms moet je accepteren dat het niet meer lukt. Het boterde niet meer. Een nieuw bestuur was nodig om de organisatie weer wat vriendelijker te laten zijn. Bedankt voor de inzet die u heeft getoond.’ Hij wil aandacht gaan besteden aan de (communicatie)structuur. Het heeft de laatste jaren ontbroken aan het creëren van draagvlak.
Het is 22.00 uur. De vergadering wordt gesloten.
|