Er zal geen onderzoek naar gedaan zijn maar het is wel een feit, zo rond de 55 -/ 60 maal in de mand is zo'n beetje het maximum, niet dat je dan de duiven gaat verspelen maar ze hebben het spelletje door, ze geven zich niet meer.
Vroeger deed je daar 6 jaar over, tegenwoordig 3, vooral in Nederland, omdat daar door verschillende liefhebbers iedere week gespeeld wordt met dezelfde duiven, week in week uit. Er moet bijgezegd worden dat de laatste jaren ook in België deze spelmethode, vooral met de duivinnen, steeds meer toegepast wordt.
Diezelfde liefhebbers hebben daarom zogoed als nooit oudere duiven dan 2 jaarse op hun hok en de jaarlingen hebben hier de overhand. Het zijn niet de eerste de besten die zo handelen en soms fluistert de concurrentie dat dit soort liefhebbers de duiven na 3 jaar verbrand hebben door er van alles in te stoppen en slaan ze zich zelf op de borst dat ze nog met 6 jarige spelen, ze vergeten er echter bij te zeggen dat die zelden voor deze jaarlingen zitten en de uitdrukking "verbrand "is helemaal flauwekul, gezonde, goed getrainde duiven verbrand je niet zomaar, daar zijn ze te slim voor, het is gewoon het systeem of gewoon waarvoor je kiest.
Nu is het niet zo dat die ouderen geen prijs meer vliegen en misschien nog af en toe, met vooral onregelmatig weer een kopprijsje, maar de echte kop, regelmatig voor in de uitslag dat is over en daar gaat het toch om, ja toch.
Als je zo wilt spelen zul je jongen moeten overhouden en niet te weinig, want zoals boven beschreven, een groot gedeelte van je vlieg ploeg zal uit jaarlingen moeten bestaan. Daar zit dan meteen de moeilijkheid, voldoende, goed opgeleerde jongen overhouden voor aanvulling in een tijd dat die met tientallen verspeeld worden, niet éénvoudig, daarnaast wil men ook nog selecteren en U begrijpt waarom er tegenwoordig enorm veel jonge duiven gekweekt worden en de hokken boorde vol zitten in januari - februari.
Van het aantal van maximum 55 nemen de jonge duiven vluchten tegenwoordig een grote plaats in vooral in België en Nederland, want daar hebben de liefhebbers de kans om ze lang door te spelen. In Nederland na de jonge vluchten de natour met daarna vaak nog een vlucht van rond de 500 km. en in België na Bourges nog een paar fondvluchten die vooral door de grote publiciteits waarde een enorme aantrekkingskracht hebben op veel liefhebbers.
En het moet gezegd worden aan het einde van de rit blijken er soms fantastische duiven te bestaan, vooral jongen. En zoals zo vaak wordt een gedeelte van die toppers verkocht, er worden er meestal mindere aangeboden voor veel meer geld.
De eer, de roem en het geld kan dus vaak één van de reden zijn om de jongen door te spelen op die laatste klassiekers, daarbij moeten ze ook op de tussenliggende weken mee, want rust roest. Inhouden tussen 2 vluchten is funest wat betreft de kopprijzen, al met al moeten deze jongen een geweldig aantal kilometers maken.
Jongen die dit allemaal meegemaakt hebben zijn ervaren die kun als jaarling overal heen sturen, als ze niet verongelukken verspeel je zulke duiven haast niet, die zijn slim en er zijn er die het spelletje door hebben. En dat laatste dat is nu net het addertje onder het gras, daar maken de laatste jaren verschillende kampioenen zich zorgen over, "het spelletje door hebben", zich niet meer helemaal geven, er zijn er die denken dat ze zelfs op die laatste vluchten als jong zich niet meer helemaal geven en dus altijd net te laat komen voor de kopprijzen ondanks hun vaak schitterende conditie.
Daarom zijn tegenwoordig tophokken die op die laatste vluchten andere jongen zetten, dus geen jongen die het gehele voorseizoen al mee geweest zijn, noem het maar verse duiven. Ze leren een groep, vaak een latere ronde, speciaal op voor deze eind vluchten, die worden in grote stappen klaar gemaakt en met succes, dat kan ik U verzekeren.
Dit soort jongen beginnen frank en vrij aan zeg maar 500 km., heeft zo'n vlucht een normaal verloop dan zijn de resultaten vaak opzienbarend en het proberen waard. Jongen die in het eerste jaar zeg maar alleen tot 450 /500 km. gespeeld zijn en goed gepresteerd hebben beginnen als jaarling vaak vanaf het begin ook enorm te presteren, die hebben niet een soort rem, die gaan er fris en vrolijk tegenaan terwijl doorgespeelde jongen vooral ook weer in het begin het vaak laten afweten maar het voordeel hiervan is dat ze gemakkelijk na enkele weken al op 500 km. gezet kunnen worden zonder het risico dat ze meteen wegblijven.
Dan zijn er nog de jongen die nauwelijks in hun geboorte jaar gespeeld worden om wat voor reden dan ook, ik houd er niet van maar soms kan het niet anders. Als jaarling heb je dan een probleem vooral wanneer de eerste vluchten niet goed, onregelmatig en/of de sprongen te groot zijn, daar kunnen we over meepraten.
In 2009 hebben we door omstandigheden onze jongen niet verder gespeeld dan 175 km., met de opleer vlucht erbij dus 4x mand, veel te weinig maar dat wisten we en onze verwachtingen waren dan ook niet hoog voor 2010 wat betreft deze jaarlingen. Alleen een Belgische vriend voorspelde het tegenovergestelde, zijn letterlijke woorden waren: Je zult niet weten wat je meemaakt met dien verstande dat het goede regelmatige vluchten zijn de eerste 5 weken, dan zijn ze er waarschijnlijk doorheen, zoniet krijg je slechte lossingen of onregelmatige vluchten dan wordt het een ravage.
Het resultaat, de eerste 3 weken onwaarschijnlijk goed met een hoog prijspercentage 1 op 4, de 3e vlucht was één van de beste uit onze loopbaan, op 240 km. met 62 mee 51 prijzen 1:4 waarvan 40 per 10 tal en we begonnen met de eerste op 3700 duiven. U moet dit niet zien als reclame maar puur als voorbeeld want toen begon de ellende, op de vierde vlucht (300 km.) moesten ze 2 uur door de regen, 4 weg maar daar konden we nog mee leven, de 5e vlucht (455 km.) werd een halve rampvlucht voor een groot gedeelte van Nederland, vooral boven de rivieren met s'avonds veel duiven weg, bij ons alle jaarlingen, de sprong 150 km., het slechte weer, de kou, alles bij elkaar was blijkbaar teveel voor deze onervaren duiven, het geluk was dat we er naast de 12 die we ingehouden hadden er de volgende dag boven verwachting 20 terug kregen. Het eind resultaat na 6 weken: van de 44 jaarlingen waarmee we begonnen zijn we er 6 verspeeld, geen ramp het was voorspeld en zelf hadden we ook niet anders verwacht, maar toch.
Het frappante was dat we onze beste duivin kwijt raakte op die 5e vlucht, degene die oa. de 1e speelde, op dat soort vluchten hoor je niet anders. Zelf denken we als het weer meegezeten had de eerste 5 of 6 vluchten ze moeiteloos het verdere programma meegekund hadden, ook de vluchten van +/- 600 km. en dan zonder grote verliezen, maar ja het weer heb meestal niet mee in mei, vaak is er altijd wat, daarom houden we van goed opgeleerde jongen alleen 3 vluchten boven 500 km. zou ons wat teveel zijn.
Succes, Co Verbree
|