De initiatiefnemers voor een Jonge duivenclub (JDC) hebben ook bij het Beroepscollege NPO bot gevangen. Ook het Beroepscollege meent dat Afdeling GOU terecht een JDC geweigerd heeft die voor de eerste vluchten met jonge duiven op het Afdelingsprogramma enkele wedvluchten voor jonge duiven organiseert. Opmerkelijk is wel dat het Beroepscollege dit op geheel andere gronden doet dan het Geschillencollege 8/9!
Geen programma met jonge duiven
Vooraf willen we nog eens duidelijk stellen dat de JDC niet uit de lucht is komen vallen. De behoefte aan een JDC ontstond omdat binnen Afdeling 8 GOU besloten werd het programma met jonge duiven te schrappen van het programma en de jonge duiven maar mee te sturen met de natour. Dat was veel goedkoper! De mening van spelers met jonge duiven werd niet gevraagd. Veel leden die geen enkel belang hebben bij het jonge duivenspel stemden het jonge duivenspel weg. Het bestuur deed ook geen enkele moeite om de jonge duivenspelers te beschermen, integendeel, als je zegt dat het goedkoper is stimuleer je de leden juist om het weg te stemmen.
Het wordt echt hoog tijd dat de leden zeggenschap gaan krijgen over hun eigen spel. Het voormalige bestuur van de NPO wilde die weg ook inslaan getuige de nota “Vlucht naar de Toekomst”. Maar met de huidige bestuurlijke constellatie binnen de NPO, met de afdelingsvoorzitters als machtscentrum, kunnen we deze ontwikkeling rustig afschrijven.
Oprichting JDC
Na dit besluit van de afdeling besloten een aantal leden uit de afdeling tot oprichting van een JDC om toch een aantal extra vluchten voor de natour met jonge duiven te kunnen vliegen. Hier lag een kans voor het afdelingsbestuur om zonder financiële risico’s toch de liefhebbers van deze discipline aan hun trekken te laten komen. Het loopt echter anders. Na een zeer trage afhandeling van briefwisselingen bevalt het afdelingsbestuur uiteindelijk op een verzoek tot oprichting. Een JDC mag, maar dan zonder extra vluchten voordat de jonge duiven voor het eerst mee mogen met de natour. Heel flauw en bijna hautain. Het bestuur laat de JDC Geen andere weg dan een zaak aan te kaarten bij het Geschillencollege NPO.
Behandeling door Geschillencollege
Na een merkwaardige zitting waarbij een lid van de JDC door de voorzitter van het college zelfs “het verwenste jongetje van de klas” wordt genoemd, volgt een uitspraak die volledig voorbij gaat aan de ingebrachte bezwaren. Het afdelingsbestuur wordt in het gelijk gesteld omdat, zo is de kern van de uitspraak, vluchten van de JDC de gelijkheid van kansen zouden kunnen verstoren. Dat de JDC heel nadrukkelijk en feitelijk op dit punt was ingegaan, ging het Geschillencollege helemaal aan voorbij en wekte verbazing. Via de pleitnota hadden we het volgende over dit punt geschreven:
“Natuurlijk zijn er verschillen in de duivensport, zelfs verschillen die er toe doen. Veel geld om goede duiven te kopen, veel tijd en weinig tijd voor de duiven, hokken met en hokken zonder hokverzorger, dagelijks rijden met een eigen duivencontainer en noem maar op. Als wij deze verschillen niet zouden accepteren was er geen duivensport. Juist ons initiatief zou hier meer gelijkheid kunnen brengen doordat alle leden van de afdeling die dat wensen de gelegenheid krijgen de jonge duiven beter voor te bereiden op de vluchten die door de afdeling worden georganiseerd. Met het besluit van het afdelingsbestuur houdt men het meest in het oog springende verschil binnen de duivensport in stand, tussen die van de amateurs en meer professionele tot echt professionele duivensporters. Dat men deze ongelijkheid in stand wenst te houden betreuren wij zeer.”
Daarnaast hebben we gewezen op het feit dat er enorme verschillen ontstaan tussen de leden in Nederland waarbij we gebruik hebben gemaakt van een artikel van A. Coolen die de vliegprogramma’s 2011 vergeleek:
“Hoe groot de verschillen zijn met de overige afdelingen in Nederland blijkt uit een artikel van A. Coolen van 13 maart 2011. Hij heeft in zijn artikel een vergelijking gemaakt van de vluchten in de diverse Afdelingen. De GOU heeft 8 vluchten met jonge duiven. Het gemiddelde in de andere afdelingen is ruim 14,6 vluchten."
De 8 vluchten voor jonge duiven die Coolen noemt zijn in feite nog geflatteerd. Tijdens de Derby Mogen er geen oude duiven mee en er wordt dan gelijktijdig een zogenaamde G-vlucht gehouden. Dus feitelijk zijn er maar 7 vluchten voor jonge duiven in de GOU.
Maar zelfs afgezien van de weinig tot geen steekhoudende argumenten van de afdeling, die kritiekloos door het Geschillencollege worden overgenomen, is de belangrijkste vraag: op grond waarvan een afdelingsbestuur een JDC met een eigen vliegprogramma mag weigeren. Het antwoord op die vraag ligt in de toetsing van artikel 55 van het Wedvluchtreglement van de NPO. Men mag een dergelijk verzoek slechts weigeren indien afbreuk wordt gedaan aan wedvluchtengeorganiseerd door NPO, Afdelingen, Basisverenigingen of andere rechtspersonen aan wie reeds eerder toestemming werd verleend. Dit is duidelijk, geen vluchten die met reeds bestaande vluchten concurreren. Bij de door de JDC voorgenomen vluchten was dit ook niet het geval. Toch kwam er een weigering van de afdeling en een gang naar een Geschillencollege was dus onvermijdelijk.
Bij de behandeling betoogde het afdelingsbestuur dat er sprake zou zijn van concurrentievervalsing. Nog afgezien van het feit dat dit geen afwijzingsgrond is zoals bedoeld in artikel 55 van het Wedvluchtreglement NPO, is dat ook niet waar. Iedereen kan meedoen aan deze vluchten. En ook niet uit te leggen valt door de afdeling waarom de ene regio binnen de afdeling vier opleervluchten voor jonge duiven organiseert en de andere regio niet meer dan twee. Bij de voorbereiding op de formele jonge duivenvluchten maakt het immers niet uit of je duiven nu klokt of niet. Het enige verweer was dat het aantal opleervluchten een vrije keuze van de regio’s is!
De uitspraak viel ons zwaar tegen, vooral omdat het college alleen maar de gekunstelde argumenten van het afdelingsbestuur volgt en volledig voorbij gaat aan het reglementaire toetsingskader neergelegd in het eerder genoemde artikel 55. Dit artikel dreigt hierdoor een dode letter te worden waar leden geen rechten meer kunnen ontlenen. Hiervoor in de plaats komt een soort van grabbeltonformule waar de afdelingen naar believen uit kunnen putten.
Behandeling door het beroepscollege
Een gang naar het Beroepscollege om deze fundamentele vergissing recht te zetten ligt dan ook voor de hand. Bij het Beroepscollege blijkt de afdeling de grabbeltonformule goed begrepen te hebben. De wankele argumentatie rond de concurrentievervalsing wordt nu extra aangezet met het uitspreken van de verwachting dat ook andere specialisaties zich zouden kunnen melden met een soortgelijk verzoek als de JDC. Afgezien van het feit dat hiervoor geen enkele grond bestaat en er bovendien al diverse clubs bestaan binnen de afdeling, gaat men geheel voorbij aan het feit dat dergelijke verzoeken gewoon een recht zijn en slechts als deze clubs concurrerende vluchten organiseren er sprake is van een weigeringsgrond.
Toch volgt in de uitspraak het Beroepscollege het Geschillencollege hoewel het niet duidelijk is of men zich baseert op de concurrentie of de vermeende precedentwerking. Dit wordt niet duidelijk omdat de uitspraak gebrekkig is geformuleerd. Duidelijk is wel dat ook het Beroepscollege helemaal voorbij gaat aan het toetsingskader gegeven in artikel 55 en bij een degelijke interne rechtspraak zou dat toch niet voor mogen komen. Als je mag voorbij gaan aan bepalingen in onze reglementen en zelf een nieuwe toetsingskaders mag bedenken en rechtsprekende colleges daar in meegaan, dan tast dat het rechtsgevoel van de leden ernstig aan. Dit klemt temeer omdat zowel bij de behandeling bij het Geschillencollege als bij het Beroepscollege de afvaardiging van het afdelingsbestuur nog een “nabespreking” houden waarbij wij al buiten staan.
De JDC beziet nu de mogelijkheden om het besluit van het Beroepscollege door de burgerrechter te laten vernietigen.
Bestuur JDC
|