Deze weken bereiken me de nodige vragen, zowel via de mail alsook in de kliniek over paratyfus. Daarbij is de kernvraag hoe we dit probleem het beste kunnen benaderen. Kuren ja/nee? Enten wel/niet? Nu is paratyfus zo’n ziekte waarbij je van iedere dierenarts mogelijk een ander antwoord krijgt. Er zijn dierenartsen die zweren bij regelmatig kuren tegen deze ziekte. Er zijn ook dierenartsen die geen heil zien in vaccineren tegen deze ziekte. Maar er zijn ook dierenartsen, en ik reken met zelf daartoe, die vaccineren zien als een onderdeel van het pakket van maatregelen die nodig is om de ziekte onder controle te brengen, en te houden.
Ik wil me in deze nieuwsbrief vooral richten op de puur praktische aanpak van het probleem. Een uitgebreide beschrijving van deze ziekte is onder andere te vinden op onze website. Paratyfus is een ziekte die zich op verschillende manieren kan uiten. Diarree kan op de voorgrond treden als symptoom. Maar ook louter en alleen een duif met een dikke knobbel in het ellebooggewricht van de vleugel kan een uiting zijn van een paratyfusbesmetting. Vaak, maar lang niet altijd is uit deze knobbel dan een paratyfusbacil te isoleren. Maar het meest voorkomend is de latente aanwezigheid van de bacterie. Daarbij worden de duiven in eerste instantie niet ziek waardoor de infectie zich als een sluipmoordenaar door de duivenkolonie kan verspreiden. Zodra de stress bij de duiven toeneemt (rui, kweek) kan dan plotseling een uitbraak van de ziekte plaatsvinden. Tijdens de kweek kunnen dan plotsklaps de jongen van een dag of vijf sterven in de schotel. In de praktijk komt dit gelukkig niet zo vaak voor. Sterfte tot een dag of vijf kan vaker toegeschreven worden aan E. Coli, Proteus of Klebsiella.
Het belangrijkste wat men van deze bacterie moet onthouden is dat het een bacterie is die zich slechts met moeite onder controle laat brengen. In de buitenwereld kan deze lange tijd overleven waardoor men met de eigen schoenen na een kuur makkelijk weer voor herbesmetting kan zorgen. Het moge dan ook duidelijk zijn dat bij de aanpak van een Salmonellabesmetting gedegen en grondige reiniging en desinfectie van groot belang is. De bacterie laat zich met een eenvoudig antibioticumkuurtje echt niet vernietigen. Eigen waarneming in onze kliniek kan dit illustreren. Een duif waarbij paratyfus was vastgesteld werd aan de hand van een gevoeligheidstest in de kliniek gedurende 42 (!) dagen met antibiotica behandeld. Deze duif wilde echter niet opknappen en er werd besloten tot euthanasie. Binnen 12 uur was bij deze duif uit de lever een reincultuur van Salmonella typhimurium var. Copenhagen te isoleren. Ik haal deze bevinding vaak aan als ik met liefhebbers spreek die een kuurtje van een paar dagen willen geven tegen ‘De Paratyfus’. Onderzoek wijst uit dat na een antibioticumkuur de uitscheiding van de Salmonella gedurende circa een maand geremd wordt. Daarna zijn vaak toch weer bacteriën in de mengmest aantoonbaar. Bij de preventieve gezondheidszorg van de duiven hoort mijns inziens dan ook een bacteriologische controle van mengmest van ca. 5 dagen. De bacterie wordt namelijk niet voortdurend in de mest uitgescheiden. Door een mengmonster van ca. 5 dagen te verzamelen kan men vals negatieve uitslagen beperken. Overigens zegt een goede uitslag niet dat er geen paratyfus aanwezig is. Indien men echter geregeld mestonderzoek laat doen dan is de kans op vals negatieve uitslagen echter gering. De beste periode om de mest te laten onderzoeken is aan het einde van de ruiperiode. Door de eerder genoemde verminderde weerstand door de rui is de kans op uitscheiding dan het grootst. Dat de uitscheiding toeneemt bij het afnemen van de weerstand maakt juist het zo optimaal mogelijk houden van die weerstand tot een van de hoofdpunten bij de aanpak van een paratyfusprobleem.
Antibiotica.
Heeft het geven van antibiotica dan wel zin zou U zich na lezing van bovenstaande kunnen afvragen? Het antwoord is ondanks de hardnekkigheid van deze bacterie bevestigend. Wat we ons wel dienen te realiseren is dat antibiotica alleen zin hebben als ze lang genoeg verstrekt worden en in de juiste dosering. Bij voorkeur over het voer omdat duiven in het najaar als het kouder is doorgaans minder drinken. Alleen dan kan men de uitscheiding voldoende afremmen en bij infecties die nog niet chronisch zijn, stoppen. Bij voorkeur dient men te kuren aan de hand van een antibiogram. Zodat het meest geschikte medicament gebruikt wordt.
Vaccineren.
Duiven tegen deze ziekte enten is een thema waar liefhebbers zowel als artsen sterk over van mening kunnen verschillen. In analogie met andere vaccinaties menen veel liefhebbers dat het vaccineren er voor zorgt dat de duiven geen paratyfus meer kunnen krijgen. Dat is helaas een misverstand. In tegenstelling tot andere vaccinaties remt inenten tegen deze ziekte de uitscheiding van de bacterie in de mest af. Door vaccineren verkleint men dus de kans dat de ziekte maar blijft spreiden. Vaccineren is niet de oplossing van het probleem. Vaccineren moet gezien worden als een bijdrage om het probleem beheersbaar te maken. Ik adviseer dan ook in geval van een paratyfusuitbraak eerst 14 dagen te kuren dan te vaccineren en vervolgens nog een week na te kuren. Dit geldt evenwel alleen ingeval er een dode entstof wordt gebruikt. Bij gebruik van een levende entstof (deze zijn in Nederland niet toegelaten) moet men rond de enting geen antibiotica gebruiken. Het vaccineren dient grondig en nauwgezet te gebeuren. Minimaal twee maal per jaar. Indien men hiertoe niet bereid is kan men zich het geld van een vaccinatie beter uitsparen en de enting laten. Deze heeft dan immers nauwelijks zin.
Onderzoek naar verzuring van het drinkwater van de dieren als mogelijke bijdrage aan het beheersbaar maken van het probleem heeft een onverwachte nieuwigheid aan het licht gebracht. Sinds jaar een dag wordt aan de duiven (appel)azijn verstrekt om de darmflora te verbeteren. Nu heeft onderzoek uitgewezen dat dit in het geval van de Salmonella bacterie eerder averechts werkt. Azijnzuur stimuleert namelijk de expressie van de genen die het ziekmakend vermogen van de bacterie verhogen. Gebruik van andere kortketen en middenlange keten vetzuren had dit negatief effect niet. Azijnzuur zou dus wel eens bij het beheersen van de Salmonella problematiek contraproductief kunnen blijken te zijn.
Kortom: Men dient zich te realiseren dat het paratyfusprobleem een serieus probleem is dat niet op te lossen is met een kort antibioticumkuurtje in de herfst. Vaccinatie kan bijdragen aan het beheersbaar maken van het probleem. Antibiotica hebben zin, mits ze voldoende lang gegeven worden in de juiste dosering en met het juiste middel (antibiogram). Preventief controle van mengmest aan het einde van de ruiperiode is belangrijk om latente (verborgen) infecties aan het licht te brengen. Daarnaast is grondige hygiëne bij een uitbraak een must evenals het optimaliseren van de eigen afweer van de duiven.
Succes!
|