Dit wordt artikel zoveel. Niet van het strafrecht maar van mij. Soms vraag ik me af waarom ik over duiven schrijf. Waarom ik bijvoorbeeld niet voor kunstenaar gekozen heb.
Het kunstenaarsvak heeft veel meer te bieden. Je hoeft er niet uit te zien. Gewoon een flaphoed dragen, met een peinzende onaardse blik de wereld inkijken en je dwingt al respect af. Sterker nog, hoe uitgemergelder je er uitziet, hoe grotere artistieke kwaliteiten je worden toegedicht.
Vooral schilders en beeldhouwers worden blijkens hun werk vooral gefascineerd door mooie vrouwen, maar dat zij hun vergeven. Die fascineren mij ook.
Maar het nonchalante gemak waarmee zij de fraaiste modellen uit de kleren krijgen steekt wel af bij het mateloos zwoegen van de niet-kunstenaar om hetzelfde te bereiken. En stukjes schrijven is soms ook zwoegen. Geloof me.
MOEILIJK
Wie zich in de huidige samenleving enigszins staande wil houden dient zich te hoeden voor een heldere meningsuiting. Vraag aan de medemens “hoe gaat het?” en hij zal antwoorden, “goed,” ook al wordt hij door rampspoed achtervolgd. Gelukkig beschikken velen over een elastische geest en groot aanpassingsvermogen.
Die voelen wanneer je liegt en wanneer niet. Van liegen houd ik niet maar in duivensport gelooft men zelden de waarheid. En die is dat de goede duif centraal staat.
Ik wilde altijd zand uit de ogen halen, heilige huisjes omver kegelen, leesbaar, leerzaam, boeiend, krachtig, verzorgd en relativerend zijn. De lezer aan het denken zetten.
Maar duivensport evalueert. Stukjes die ik eerder schreef durf ik nauwelijks nog lezen.
COMPUTER.
Nu gaat alles ook met de computer. Ik schrijf iets, lees het over en begin te corrigeren. Ik lees het opnieuw, corrigeer opnieuw en maak een print. Dan lees ik de print, corrigeer weer, tik weer en maak een nieuwe print.
Die prints lees ik om een onbevangen lezer van de eigen artikelen te zijn. Het gaat om die slordigheden, die herhalingen, die te lange zinnen en geleerde woorden. Die moeten er uit. Het gaat om die handicap van me, de gedachte dat wanneer ik niet genoeg mijn best doe ik een ongelukkig kind baar.
Ik wil dat het loopt als een trein en de computer moet me daarbij helpen. Nu werkt die als een mitrailleur, vurend uit vele monden. Aantekeningen, citaten en ideeën vliegen van het ene bestand naar het andere. Ik kan onwaarschijnlijk veel trucjes uitvoeren waarbij de harde schijf knettert, de processors zwoegen en het scherm mijn handelingen nauwelijks kan volgen.
Dat is geen typen meer, maar supersteno, onwaarschijnlijk snel. Het kost veel tijd waarvan negentig procent wordt besteed om de laatste tien procent aan kwaliteit toe te voegen. Ik heb veel stukjes geschreven waarvan ik eerst dacht “dat is het” maar later “of misschien toch niet.”
Elkeen heeft nu eenmaal zijn beperkingen. Wat belangrijk is die van elkaar te accepteren.
KAARTEN
In deze tijd nemen we goede voornemens en we sturen kaarten. Mijn eerste kaart zal ik nooit meer vergeten. Ik was jong en dat was ook het meisje dat zwanger was, niet getrouwd en heel het dorp op stelten natuurlijk. “Van alle leuke dingen in dit leven wordt je dik” feliciteerde ik haar.
Maar wat een ellende. Haar ouders des duivels, die van mij gaven me drie weken huisarrest. Ik wil maar zeggen. Ook vroeger was er een jeugd van tegenwoordig en verdraagzaamheid? Die is er na al die jaren ook niet beter op geworden.
GEZOND
Als de niet presterende liefhebber de vedette na een mindere vlucht weglacht, uitsliept, vertrappelt of anderszins uit zijn lijden verlost lijkt dat normaal, zelfs een teken van gezondheid. Toen ik pas melker was hoopte ik ook heimelijk dat de kampioen van toen op de bek zou gaan.
Zoals velen nu hopen dat mij hetzelfde gebeurt. Dat is normaal. Ik kan daar mee leven.
Maar het is even normaal als de kampioen iets terug doet. Zich revancheert. De vedette en de krabber zijn in onze sport nu eenmaal tot elkaar veroordeeld. Waar het om gaat is dat beiden lol in de sport hebben. Sommigen vinden het best als ze mee kunnen, ik wil winnen. Het is iets in me dat sterker is dan mezelf. En ik houd van de goede duif. Ik hoef er maar een in handen te hebben of er trekt een zindering door mijn botten, een golf van opwinding die zich niet in woorden laat beschrijven.
Dat ik dat voel pleit overigens voor de kwaliteit van die botten.
STEEDS BETER
Nadat ik eens de vijf eerste prijzen won kwam een clubgenoot op bezoek. Zelf was hij weer maar eens buiten de prijzen gevallen en dat was hem aan te zien. Hij zag er ontredderd uit en vatte al het verdriet van de wereld samen in de blik waarmee hij mijn vrouw aankeek.
Ik was niet thuis. Ergens duiven kopen. “Wàààt” kreunde hij. “Nog betere duiven kopen?” Toch wist mijn vrouw met stelligheid dat ik niet gek ben maar of zij in deze een betrouwbare bron is mag u betwijfelen.
Wat ik weer wil zeggen is dit: Ieder heeft zijn manier van duiven houden en dat iemand anders is dan jij hoeft geen gebrek van de ander te zijn.
DISCUSSIES
Liefhebbers discussiëren over van alles en nog wat. Over de vrachtprijs, overladen vluchtprogramma”s enzovoorts. Verdrietig hoe sommigen daarmee omgaan. Zoals die beller. Hij had 80 weduwnaars en wil vliegen. Liefst elke dag. “Als er recht is op niet spelen, is er ook recht op wel spelen” jammerde hij.
Het citatenboek zal hij met die uitspraak nooit halen, de dokter wel als hij niet uitkijkt.
OLYMPIADE
Ooit al eens een buitenlands liefhebber van dichtbij gezien of misschien wel besnuffeld of betast? Zo'n Japanner, iemand uit Taiwan of een Amerikaan? Nee? Grijp straks uw kans. Straks is er weer een Olympiade.
Wie denkt dat de vorige niet overtroffen kunnen worden hoeft maar terug te kijken hoe de Hollanders dat in Utrecht deden en hij zal boetvaardig, misschien talloze zweepslagen in ontvangst nemend, zijn ongelijk erkennen.
Drank en voedsel waren in Utrecht “aan democratische prijzen” verkrijgbaar en wat democratie voorstelt ontdekte men ter plekke.
AFGEMELD
Twee keer ontving ik een uitnodiging voor een Olympiade. Voor de “genodigdenklasse.” Wat was ik trots. In alle hoeken van de kamer en in alle mogelijke standen heb ik die uitnodiging bestudeerd. Diep bewogen liet ik die aan familie en buren zien.
Ik meende die te danken te hebben aan mijn spel. Maar wie schetst mijn verbazing toen bleek dat mensen die geen papier raken dezelfde uitnodiging hadden gekregen. Ik heb niets tegen die mensen, maar...
Wat baat het te trachten bij de massa zand uit de ogen te halen, hen voor te houden dat “naam” nog niet wil zeggen goede duiven, dat ras iets anders is dan kwaliteit, als de NPO liefhebbers sponsort die duiven houden om te verkopen?
Ik deed niet mee. Zette geen duiven in, wens geen artiest te zijn in zo'n circus.
NIETS OP TEGEN
Hou me ten goede. Voor mij mag de grootste nul op de Olympiade zijn stamboomduiven showen en trachten aan de man te brengen. Maar hun plaats is elders. Bij de standhouders of misschien dat nog niet eens. Van standhouders mag je veronderstellen dat ze geen luchtkastelen presenteren.
Ik heb niets tegen Olympiades. Daar kan gegeten, gedronken, gemolken ja zelfs naar duiven gekeken worden, maar mag ik anders zijn? Misschien ben ik in sommige dingen beter dan anderen maar besef dat anderen een heleboel dingen beter kunnen dan ik. Iedereen heeft zijn eigen talenten hoewel er mogelijk ook mensen zijn die helemaal niets kunnen.
Zo is een collega-liefhebber ongelooflijk lui. Hokken schoonmaken? Dat is aan hem niet besteed. Maar is dat erg? Ik betwijfel dat. Het zou erg zijn als hij daar onder leed.
Als zo'n man gelukkig is, wie zijn wij om te zeggen dat hij zijn leven moet veranderen? Conflicten kan duivensport missen als nooit te voren. Eigenlijk zou het zo moeten zijn:
“Ik denk dit en jij denkt anders? Dan gaan we eens aan tafel zitten en kijken of we daar samen uit kunnen komen.”
Allemaal een goed nieuwjaar in plaats van kaarten.
Ik ben die ene nog niet vergeten...
Aan dat zwangere meisje weet je wel.
|