In het gesprek dat we met dierenarts Gijsbrechts hadden zijn toch wel een aantal zaken te noteren waar de duivenliefhebber baat bij kan hebben. Ook omdat die overeenstemmen met wat de meeste collegae vinden en met de dagdagelijkse praktijk. Ik zet er een aantal voor U op een rijtje.
PUNT 1.
De dierenarts buitenspel zetten uit zuinigheidsoverwegingen is verkeerd. Aan enkele jaarlijkse bezoeken zal je veel minder geld kwijt zijn als dat je zelf maar aantobt. Bespaar liever op overtollige bijproducten die duiven kunnen missen of verkeerde medicijnen. Om nog maar niet te spreken wat het je kost als je slecht speelt en het chagrijn dat je daarvan hebt.
PUNT 2.
Je hoort steeds meer liefhebbers zeggen dat ze minder tegen geel kuren dan vroeger en de kwekers zelfs helemaal niet. Dr. Gijsbrechts vindt geel een minder groot probleem dan in voorgaande jaren. Het slaat nu vooral toe bij verzwakte duiven of duiven met een andere kwaal. Datzelfde kan je trouwens zeggen van coccidioses. Ik heb dat niet met hem aangekaart omdat dat in moderne duivensport geen probleem mag zijn.
PUNT 3.
Als je je duiven tegen wat dan ook behandelt is het van het uiterste belang dat met ALLE duiven TEGELIJK te doen. Anders is het water naar de zee dragen. Kuren dient in alle gevallen ook lang genoeg te gebeuren. Liever een keer 8 dagen aan een stuk dan 2 keer 4. Eendaagse kuurtjes zijn zinloos.
PUNT 4.
Vele jaren was ik er met talloze sportgenoten voorstander jaarlijks blindelings tegen paratyfus te kuren. Dierenarts Marien zei me ooit dat ik dat mocht denken maar hij vond het beter er niet over te schrijven omdat velen me na zouden volgen en het verkeerd is. Ik begin hoe langer hoe meer te denken dat hij gelijk heeft. Dr. Gijsbrechts ziet er het nut alleen maar van in bij probleemhokken.
Hoe ik dan tot het besluit kwam jaarlijks te kuren? Omdat ik me niet wijsmaak dat wanneer ik 60 duiven heb die alle 60 vrij zijn van salmonella. Om nog maar niet te spreken over die liefhebbers die 160 duiven hebben. Daarom geen risico nemen en kuren dus. Vond ik.
Maar na Dr. Gijsbrechts gehoord te hebben zal ik die mening bij moet stellen. Step one of solving is problem is realising that you have a problem.
Verder maakt de dierenarts een onderscheidt tussen plots opkomende paratyfus of een kolonie waar de ziekte al lang sluimert. In het laatste geval is de zaak veel ernstiger en moeilijker terug op de rails te krijgen. Je zal overigens sneller van de gesel die paratyfus heet bevrijd worden als je alle verdachte elementen verwijdert. Hoe goed die ook zijn of hoeveel die ook gekost hebben.
PUNT 5.
Enkele jaren geleden werd appelazijn als zowat heilig verklaard tegen Coli. Nadat ik P v d Merwe eens hoorde zeggen dat hij slechts een jaar grote problemen had met coli, en dat was toen hij veel appelazijn gaf, begon ik te twijfelen. Eerder schreef ik hier trouwens al over en ook over het feit dat appelazijn wel eens remmend zou kunnen werken op geel. Dit wordt dus onderschreven door dr. Gijsbrechts.
PUNT 6.
Vergiste ik me waarschijnlijk met die jaarlijkse paratyfus kuur waarvan ik voorstander was, wat appelazijn betreft had ik het dus niet mis en mijn tragiek is dat ik soms meer gelijk krijg. Ik schreef ook talloze malen amper in vitamines te geloven. Ook dr. H de Weerd gelooft dat het nut ervan schromelijk overdreven wordt. Van dr. Gijsbrechts horen we niet anders. Als hij het woord elektrolyten gebruikt, die volgens hem wel veel nut hebben in duivensport, voegt hij er telkens aan toe “maar zonder vitamines”. Mineralen en aminozuren daarentegen kunnen wel nut hebben in de begeleiding.
PUNT 8
U weet hoe veel buitenlanders en ook sommigen hier bezeten zijn van het keuren van duiven op de ogen. “Eye sign” zegt men in het buitenland. Mij gebeurde het eens dat een Chinees me vroeg een duif op zijn dochter te zitten maar die moest dan wel gele ogen hebben. Zo iets geloof je toch niet?
Willem de Br zei me ooit dat hij van zijn duiven amper wist welke kleur ogen ze hadden. Om over eye sign nog maar te zwijgen. Op ogen keuren vindt elke dierenarts en elke wetenschapper kul. Zoals dr. Gijsbrechts en zijn collegae ook pro biotica en thee kul vinden.
Een enkele dierenarts wil nog wel eens een goed woord over hebben over thee maar weet je wat H de Weerd zei? “Als ik er in geloofde verkocht ik het toch?” Zo simpel is het inderdaad.
PUNT 9
Van essentieel belang is dat je het seizoen start met kerngezonde duiven. Waarom vallen zo velen terug na enkele vluchten? Omdat ze al een of andere lichte besmetting onder de leden hadden die escaleerde na enkele weken spel. Vooral bij slecht weer in het voorjaar.
PUNT 10
Verder is de dierenarts uit Pulderbos voor het enten tegen PMV op zeer jonge leeftijd. Dat mag al als ze 4 weken oud zijn. Dr Marien denkt vindt dan weer dat ze minstens 6 weken oud moeten zijn. Duidelijk is wel dat je niet te lang mag wachten. Dr. Gijsbrechts meent dat je door die vroege enting andere kwalen zoals Coli eerder van je hok zal houden.
PUNT 11
Veel ellende begint door die eerste duif die ziek wordt niet meteen van je hok te halen. En waarom doen velen dat niet? Omdat die uit goede ouders komt of geld heeft gekost. Ik zou er aan toevoegen dat het vooral op het kweekhok goed moet zitten met de gezondheid. Want daar komt alles vandaan.
De goede duiven, de slechte en de ellende omtrent gezondheid.
PUNT 12
Geloof niet in wondermiddelen. Die bestaan niet. En dierenartsen die je duiven sneller kunnen doen vliegen evenmin. Dient nog vermeld dat hij ook een liefhebber van duivensport zelf is. Hij speelt in Combinatie met de heren Cop en niet zonder succes. Een van de bekendere kweekduiven uit het Antwerpse, “de Leeuw” van Marcel Wouters heeft zelfs een duivin van Gijsbrechts Cop als moeder. Hoe goed die LEEUW doorkweekt weet trouwens Jos Vercammen. Zijn 1e en 2 prijswinnaar van Nationaal Bourges 2 jaren terug stammen er van af. Dus heel ver ook van een duif van de dierenarts uit Pulderbos en zijn compagnon.
“Je zal met die artikelen veel liefhebbers helpen” zei kampioen W. de Bruijn. En dat was nu precies de bedoeling van dr. Gijsbrechts en schrijver dezes. We willen de dokter nogmaals danken voor diens belangeloze medewerking.
|