Inleiding
Enige tijd geleden kreeg ik het verzoek een voermengeling te ontwikkelen voor 2 en 3 nachten mand. Veel overleg heeft geresulteerd in enkele unieke transportmengelingen. Een en ander zou worden uitgetest in een afdeling in Nederland. Na enige voorgesprekken werd door de afdeling besloten om van start te gaan.
Doel
Het doel is alle duiven voldoende te laten eten en drinken, zodat deze beter voorbereid zijn op de vlucht van de volgende dag. Als de lichaam- en hersenfuncties beter functioneren, zullen duidelijk meer duiven in top conditie thuiskomen en de week erna zonder problemen weer worden ingekorfd. Voordeel voor de liefhebber is dat hij de duiven wekelijks beter en vlotter thuis krijgt, daarom beter kan selecteren en zodoende meer plezier beleeft aan de sport. Voordeel voor de afdelingen is dat er over het seizoen gezien duidelijk meer duiven worden ingekorfd en de wagens gemakkelijker vol kunnen blijven. Dit levert voor de afdelingen een behoorlijk financieel voordeel op.
Het voer.
Deze nieuwe mengeling is zeer koolhydraatrijk, aangevuld met vetrijke zaden. De samenstelling bestaat uit 3 soorten mais, tarwe, gepelde gerst, milocorn, witte Dari, gepelde haver, gepolijste witte rijst, kardi en hennep. Hennep is dus het kleinste zaad in deze mengeling. Werken met nog kleinere zaden zou niet verantwoord zijn. De waardes zijn: 10,7% ruw eiwit, 6,4% opneembaar eiwit, 6,3% ruw vet, 63,9% Koolhydraten, 3348 K.cal per kg, 4,6% ruwvezel. De voerschep werd in met midden in de mand geplaatst, omgekeerd en het voer werd verdeeld in de mand.
De mengeling heeft een wat hoger vetaandeel dan die van alleen mais. De vetten worden niet meer omgezet in bloedvetten, omdat daarvoor de tijd te kort is. Ze zullen als “bloedvetten” gedurende het eerste uur van de vlucht worden gebruikt.
Testen
Het doel was deze mengeling (en) te testen in een afdeling (niet op nationale vluchten vanwege concurrentievervalsing). Er werden meerdere gesprekken gevoerd met een hoofdbestuur en twee rapportage formulieren opgesteld. De hoofdconvoyeur zal bij deze vluchten rapporteren. Het hoofdbestuur wijst diverse testhokken aan die rapporteren hoe de duiven thuiskomen. De testhokken wordt gevraagd geen mededelingen te doen over de testen.
Waarnemingen tijdens het transport en losplaats
De convoyeurs dienden zich te houden aan een schema zodat de duiven op gezette tijden water en voer ter beschikking kregen. De verbazing was massaal en groot. Na het voeren moest direct weer water worden bijgevuld. Dit was nooit eerder voorgekomen. Zeker niet bij lagere temperaturen in het begin van het seizoen. Dit bleef het geval tot en met de laatste vlucht.
Het voer werd allemaal opgegeten. Wel bleef het kleinere voer de eerste twee vluchten het langst liggen. Daarna werd alles direct goed opgegeten. De duiven deden wel langer over het opeten van het voer. Na een aantal vluchten bleek dat er steeds weer water moest worden bijgevuld en dat de duiven meer voer wilden eten. Zodoende werd eerst 25% en later zelfs 50% meer voer gegeven. Dit voer werd allemaal opgegeten. De convoyeurs waren unaniem zeer tevreden over deze nieuwe voermengeling.
Op de nationale vluchten werd een speciale maismix gevoerd ( franse mais, popcorn en marano mais). Dit om concurrentie vervalsing te voorkomen. De hoofdconvoyeur van St. Vincent was enorm verrast hoeveel beter de duiven deze speciale mais mengeling aten in vergelijking met de traditionele grote paardetand mais.
Waarnemingen bij de testhokken
Van de ingezonden rapportage formulieren werd steeds de beste en de slechtste uit het onderzoek genomen, zodat een gemiddeld beeld ontstond. Op het testformulier diende men in te vullen hoe de duiven werden voorbereid naar de vlucht toe. Verder werden een aantal zaken ingevuld als: hoe kwamen de duiven thuis / conditie bij thuiskomst /waren ze dorstig / waren ze hongerig / hoe was de mest / aandacht voor de partner / de mest de volgende dag / herstel / pennen rui / donsval / trainingslust etc.
Uit de testen kon het volgende worden waargenomen:
De duiven kwamen over het algemeen goed af. Er was nauwelijks gewichtsverlies. Geen dorst mits voldoende rust tijdens transport en de regels werden nageleefd. Goede interesse partner. Goede mest. Dons op de mest. Goed herstel. Prima training.
Op sommige vluchten werd honger en dorst vastgesteld. Dit had te maken met een te laat vertrek en te laat aankomen op de losplaats. Als de duiven onvoldoende rust krijgen en er te snel wordt gevoerd, wordt er slecht gegeten en gedronken. Het voer wordt bevuild en niet meer opgegeten met als gevolg dat de duiven uitgedroogd thuis komen. Dorstige en hongerige duiven is dan het gevolg. Ook is het voorgekomen dat er onderweg geen water werd gegeven.
Een van de twee hete dagfond vluchten kende een zeer slecht vluchtverloop. Duiven waren dorstig en hongerig. De volgende hete vlucht (1 week later) geadviseerd de duiven over 2 auto´s te verdelen. Horizontaal en vertikaal lege rijen manden. Verloop: uitstekend.
Calamiteiten
Uit de uitslagen bleek overduidelijk, dat de duiven nu ook in de achterhand beter mee konden komen. Betere voeding en veel meer duiven die drinken in de mand is daarvan de oorzaak. Helaas waren enkelingen in de voorvlucht daar niet blij mee. Het eigenbelang was (zoals zo vaak) groter dan het algemeen belang van de duiven, de rest van de liefhebbers en van de afdeling. De testen werden door hun onsportief toedoen ‘succesvol’ gefrustreerd en moesten daardoor helaas worden afgebroken.
Conclusies
Indien de juiste rijtijden worden gehanteerd, de duiven tijdens de tussenstop altijd water wordt gegeven en het transport ´s middags uiterlijk om 14.00 uur op de losplaats is, kennen de wedvluchten zonder uitzondering een uitstekend vluchtverloop. De juiste voermengeling wordt door veel meer duiven gegeten, waardoor er na de maaltijd veel meer wordt gedronken. Duiven komen zo fitter thuis zonder dorst en honger. We hebben stellig de indruk dat de meeste liefhebbers baat zullen hebben bij deze nieuwe mengelingen.
Aanbevelingen
- Het transport dient op tijd te vertrekken. Bij voorkeur donderdag ´s nachts. - Tijdens een tussenstop de duiven altijd water geven. - Voor controles kan een webcam uitkomst bieden. - Tijdig aankomen op de losplaats en aldaar direct water geven. - Na 2 uur rust de duiven voeren en weer water geven. - Bij warm weer minder duiven in de manden en horizontaal en verticaal rijen manden vrij laten en de duiven over meerdere wagens te verdelen. - Proberen op de losplaats een schaduwrijke plek te vinden bij hitte en de deuren te openen voor verse lucht.
|