Interessante kop boven dit artikel hè ? Moeten we op zoek naar betere duiven? Hier op kunnen we een heel gemakkelijk antwoord geven toch? Altijd. Een schaatser is altijd op zoek naar een beter pak en snellere schaatsen, een wielrenner is altijd op zoek naar een betere fiets, en fokkers van renpaarden zijn altijd op zoek naar de betere bloedlijn, de bloedlijn van winnaars.
En ik denk dus dat we in de duivensport ook steeds op zoek moeten naar beter, Nooit opgeven, zoeken, speuren en testen. Steeds op zoek naar duiven met betere oriëntatie en betere spieren. En heel belangrijk is natuurlijk dat alles in die ene duif moet zitten. Spieren, bouw, pluimen, wilskracht en oriëntatie.
Nu hebben we in onze club wel eens een “toevaltreffer” opeens heeft een speler een topduif die week naar week vroege prijzen pakt. De laatste 3 seizoenen is er een Duitse duif die het mooie weer maakt bij clubgenoot Jaap Bakker. Natuurlijk is Jaap ook zonder de “Duitser” een goede clubspeler maar door de klasse van deze doffer speelt hij ook in het ACG zijn partijtje goed mee. En natuurlijk ben ik op zoek gegaan naar de kweker van deze “aanvlieger” , de achtergrond en zijn verhaal krijg u nog. Ook een Belgische aanvlieger is in onze club heel belangrijk geweest. De “Olympic Belg” van de gebroeders Homma kwam aangevlogen bij hun als pieper en zat als jaarling reeds op de Olympiade te Dortmund.
Week naar week was hij de snelste van het hok en wel 5 keer van de gehele club als ik me niet vergis. Dat het twee keer een opvanger is in dit verhaal is toeval. Beide duiven zijn in de hand van ongekende kwaliteit. Bij beide topvogels geen open stuiten, aangeplakte staarten of domme ogen, nee bij beide duiven zagen we het als pieper: dat worden goeien. En duiven die zo jong van het hok afslaan waar ze geboren worden en bij u aangevlogen komen kunnen toppers worden net als iedere andere duif. Meestal is het aanval van een roofvogel geweest of een andere grote schrik waardoor ze van het hok slaan. Maar zo kan ik nog enkele voorbeelden noemen als u wilt. In begin jaren negentig kwamen de nazaten van nationale asduiven onze club binnen. Het waren rechtstreekse Herbots duiven (bij Jaap Jongedijk), deze waren van een totaal andere kwaliteit dan de goede duiven in onze club toen. De club werd totaal overrompeld door dit “nationale Herbots” geweld. Maar groot voordeel van zo’n kwaliteit boost is dat de anderen (de andere leden) zich ook optrekken, ze gaan ook op zoek naar betere duiven (sommige niet, maar daarover later meer).
Onze club zag je steeds verder omhoog schieten in de afdeling. En rond 2007 deden de Eijerkampen in onze club zijn intrede.... ok dat was een onwaarschijnlijk schrik effect voor de liefhebbers. We hebben nu soms uitslagen die totaal gedomineerd worden door rechtstreekse Eijerkamp duiven of de nazaten hier van. De fanatieke liefhebbers in onze club trekken zich aan deze duiven op en gaan wederom op zoek naar beter. Maar ook na de Herbots invasie of nu de Eijerkamp explosie in onze club blijven sommige leden nog steeds spelen met de duiven van een andere orde, een andere kwaliteit zeg maar. Wat gebeurt er dan in de vereniging? De kloof tussen de zoekers naar betere duiven en de liefhebbers die dat nalaten word zo groot dat het bijna gênant is. Komt daar als extraatje ook nog bij dat veel van die zoekers naar betere duiven ook nog eens dezelfde mensen zijn die alles afzoeken naar betere systemen, voer en of methodes. Dus de kloof tussen de “duivenmelker” en de “duivencoach” zal steeds groter worden. Om weer even terug te komen op mijn vriend Jaap Bakker, hij is een goede verzorger, hij weet zijn duiven te motiveren en brengt ze regelmatig weg voor een lapvluchtje, Maar meer dan het goedkoopste graan en water en wat grit krijgen zijn duiven niet. En daarnaast is hij niet iemand die “investeert” . Maar hij is wel het grote voorbeeld voor velen dat het allerbelangrijkste toch die goede duif is, die echte crack, Want zijn Duitse aanvlieger trekt zich van goedkoop voer, geen medicatie en of zijn hokgenoten niets aan, hij vliegt gewoon in èèn rechte lijn naar huis omdat het een topper is.
Jaren geleden hadden we ook zo’n explosie van kwaliteit in onze buur vereniging te Jubbega. Niemand keek naar deze club omdat ze gewoon slecht speelden, totdat Jan de Vries het zat was en goede duiven haalde bij Voets in België. Opeen konden “ze” in Jubbega wel mee komen met de afdeling. Althans Jan de Vries dan, want hij had de goede duiven. Enkele jaren geleden het zelfde in Oosterwolde (ook een buurvereniging van ons), daar waren Dolf van der Stouwe en Henk Douna het zat om alleen voor de club prijzen te gaan. Ze gingen “echte duiven” halen bij Gerard Koopman, Hans Eijerkamp en vader en zoon Verkerk. En zie hier nu: een totale overrompeling van de uitslagen aldaar.
De anderen doen puur voor de lol me, ze meten zich met elkaar, niet met de combinatie van der Stouwe/Douna. Als je dan bij die mensen thuis komt (Jan de Vries en van der Stouwe-Douna) en hun duiven bekijkt voel en zie je het ook: Echte duiven.
Waar je ook komt, welke toppers op afdeling of nationaal niveau je ook in de handen krijgt, je voelt en ziet het.
Dus moeten we andere duiven? Om even op de kop terug te komen. Ja, alles zal steeds sneller gaan, je gaat mee of blijft staan. Over 10 jaar zijn de duiven van nu gemiddeld niet meer goed genoeg om afdeling asduif te worden. Steeds zijn er weer mensen die door selectie, en door samensmelting van genen van winnaars betere, nog snellere duiven kweken. Die komen op, pakken alles, hun duiven verspreiden zich, brengen het totaal op en hoger plan om na en paar jaar zelf ook te worden verslagen door nog betere. Dus bent u die speler die vroeger goed mee deed om de prijzen en nu steeds 5 minuten te kort komt, twijfel dan niet aan uw hok. Het hok was toen goed, nu dus ook. Uw duiven en misschien uw systeem zijn niet meer van deze tijd. Hoe ik dit weet? In 2005/2006 kwam ik er achter dat het op mijn hok ook zo was, te lang met de zelfde duiven, niet goed genoeg van bouw en het systeem qua training en voeding was niet goed genoeg(althans voor 2006), nu in 2012 is het systeem en zijn de duiven van een andere orde.
Op eigen hok
Gaat het prima, de duiven zijn goed gezond en komen goed naar huis. Wat wil je nog meer? En met mezelf gaat het ook prima. Haha.
Tot volgende week
|