Deze keer werd ik gevaagd door Wim van Dorrestein een reportage te maken van de overwinnaar van Cahors in het Friese Oosterwolde. “De overwinnaar woont in het noorden”, zo gaf Wim aan, “Dat lijkt me wel iets voor jou”. Na wat gepruttel van mijn kant, omdat Oosterwolde, ook al ligt het in het noorden, toch niet direct naast de deur ligt, werd met Simon Kuipers afgesproken Wim Wittebol te gaan bezoeken op de maandagavond na de glorieuze dag voor Wim en Co.
Oosterwolde.
Gelegen in het zuidoosten van de provincie Friesland. Een gebied met een lommerrijke omgeving, veel bossen en van oorsprong natuurlijk de turfwinning, waarmee het centrum van de omgeving werd afgedwongen in de 19e eeuw. Er staat één van de klokkenstoelen die Friesland rijk is. Deze klokkenstoelen, soms uit de 13e of 14e eeuw, waren bedoeld om de doden te beluiden en stonden vaak op plaatsen waar de bevolking te arm was om een kerk te bouwen. Enkele bekende Nederlanders zijn er geboren, namelijk Joop Albeda, bekend volleybalcoach en sportbestuurder en ook Halbe Zijlstra, politicus en momenteel staatsecretaris, die in het verleden ook postduiven heeft gehouden. Wim en Co Wittebol.
In deze plaats, aan de Rijweg 76, woont Wilhelmus, we noemen hem Wim, en Jacoba, we noemen haar Co. Een groot bord duidt hun woonplek aan. Een bord met daarop afgebeeld postduiven, hun lust en hun leven. Wim is gepensioneerd timmerman en hij loopt zo tegen de zeventig. Dit is hem overigens niet aan te zien, de vitaliteit straalt er nog vanaf. Ditzelfde toont zijn vrouw Co die nog jonger lijkt dan de leeftijd die je Wim toedenkt!
Sinds 1983 postduiven en daarmee in aanraking gekomen door de vader van Wim, na eerst sierduiven te hebben gehouden. Van een oudere liefhebber uit Oosterwolde heeft Wim duiven gekregen onder de voorwaarde dat hij ze niet los mocht laten, want dan zou hij ze niet terug zien. Vanaf dat moment ontpopte Wim zich als een meer dan verdienstelijk programmaspeler. In 1993 werd op aandringen van Co de koers gewijzigd en werd een aanvang gemaakt met het overnachtspel. Waar dit toe heeft geleid hebben we onder andere op deze Cahors in 2012 gezien; dit overigens nadat al vele jaren lang prima prestaties waren neergezet, waaronder vele Teletekstvermeldingen. De winnende duif.
Het is er één van het vrouwelijk geslacht met ringnummer 2008-4203086, een blauwe witpen. Ook deze duivin was niet aan haar proefstuk toe. Als jaarling vloog ze reeds een 147/2.475 van Limoges, daarna in 2010 wederom van Limoges 68/2.664 en Cahors 74/2.095 en nogmaals Cahors 515/2,870. In 2011 een 22/2.602 van Cahors en 34/1.357 van St. Vincent. Dit jaar was ze met een redelijke prijs Wim’s derde duif op St. Vincent. Een topduivin dus die niet voor niets als eerste getekende was afgegeven. Normaliter had ze tweede getekende gestaan, maar de doffer die als eerstgetekende gepland stond had een mankement aan het oog en kon niet mee! Wim en Co waren als gebruikelijk deze ochtend van de aankomsten van Cahors vroeg uit de veren.
Wim was even een rondje maken met Collin de herder, die overigens altijd en overal Wim volgt, en toen hij terugkwam zag hij dat er een klep geopend stond. Dat kon niet anders zo zijn dat Co een duif had binnen gelaten. Hij baalde als een stekker want hij wil altijd koste wat het kost de eerste duif zien komen en nu was er al één. Wim baalde er dus van dat hij een vroege duif had!
De afstamming van de overwinnende duif.
De vader van de ‘086 is een duif uit samenkweek met Bulte uit Nordhorn Duitsland en deze liefhebber had eerder duiven van Wim gehad en uit die duiven, soort overwegend Wim’s eigen oude soort en van K. Woord uit Urk, heeft Wim iets teruggekregen. De moeder is een duivin, waaruit al meerdere goede zijn gekomen. Dit van de vorig jaar overleden Friese topliefhebber Piter Beerda uit Ter Idzart. Uit deze lijnen stammen bijna alle goede duiven van Wim. Opmerkelijk is dat Wim zijn duiven altijd tot op hoge leeftijd doorspeelt en bijna nooit op het kweekhok zet. Het kweekhok wordt namelijk bevolkt door directe nazaten, vaak late jongen, van zijn toppers. Deze toppers moeten meerdere keren een Teletekstvermelding hebben gehad. Wim en Co’s visie is namelijk dat je niet zo veel goede kweekt uit toppers, maar veel meer kans op een goede hebt wanneer je kweekt uit directe nazaten van toppers. De kwekers hebben drie jaar de tijd om zich te bewijzen en zo niet, exit.
De voermethode.
De duiven hebben altijd een identieke mengeling met gewone rode maïs. Gedurende de drie dagen na thuiskomst krijgen ze zuiveringsmengeling. De duiven worden drie keer daags gevoerd. ’s Morgens en ’s avonds wordt de duiven een kwartier de gelegenheid gegeven te eten. Tussen de middag krijgen ze een speciaal voertje, namelijk pinda’s (gebrand en ongezouten van de Jumbo), kaas, snoepzaad (alles even door de blender) met daarover Top Vit van Wielink en Omega 3-6-9-olie (eigenlijk bestemd voor de paarden maar behalve dat paarden er hard van gaan lopen gaan de duiven er ook hard van vliegen en ze beginnen niet te hinniken). Ze zijn er dol op! Daarbij krijgen de duiven van zaterdag tot dinsdag (inkorfdag) HE 4000-voer op dezelfde wijze gevoerd als hiervoor aangegeven. Verder het gehele jaar één mengeling voor oude, kwekers en jongen. De voorbereiding.
Ze spelen op nest. De duiven worden in januari of februari gekoppeld en gaan, na een aantal keren te zijn afgericht, mee op de programmavluchten. Bij het naderen van de eerste overnachtvlucht, en let nu even op, gaan Wim en Co de duiven voorbereiden op deze zware drachten. En hoe! Er huizen ongeveer 30 koppels vliegers aan de Rijweg 76 in Oosterwolde. Volgens een strakke planning gaan er steeds 10 duiven mee op een vlucht. Deze 10 duiven worden voorafgaande het seizoen door Co ingepland om in principe 2 keer mee te gaan. Alle duiven worden ’s morgens en ’s avonds getraind en er wordt gepoogd ze in de lucht te houden. Na de morgentraining worden de duiven allemaal in de manden gepakt en geplaatst in het duivenkarretje wat achter de auto wordt ‘geknoopt’ om de reis naar Emmeloord, samen met trouwe viervoeter Collin, te beginnen. Dit gebeurt elke dag! De eerste drie dagen na thuiskomst gaan de duiven die op een wedvlucht mee zijn geweest niet mee! Daar aangekomen worden de duiven die meegaan op de eerstkomende vlucht één voor één los gelaten om de 60 kilometer lange reis naar huis te gaan vervullen. De anderen worden daarna in één koppel losgelaten. Co wacht thuis de duiven op en verzorgt ze. Op de vraag waarom deze enorme inspanning was het antwoord van Wim dat hij het leuk vindt en ook omdat ze het altijd zo hebben gedaan. Daarbij is Wim bang dat wanneer er afgeweken wordt van het gebruikelijke en het niet goed gaat en hij het gevoel heeft het niet goed te hebben gedaan. Overigens hebben Wim en Co vaste patronen in de verzorging waarbij Co het leeuwendeel op zich neemt. Wim zorgt voor het voer en voor het trainen van de duiven.
Het hok, de duiven en de verzorging.
Vlieghok
Kweekhok met ren
Het hok heeft twee afdelingen met elk twaalf nestbakken. Hierop worden ’s winters 13 doffers geplaatst. Deze doffers komen ’s winters onregelmatig los. De duivinnen komen ’s winters niet los en worden in het voorjaar meer slachtoffer van de roofvogel dan de doffers. Verder is er een afdeling waar de ongeveer 40 jongen hun plek vinden en dan een apart hok voor de 16 kweekkoppels. De bodem wordt dagelijks zeker twee keer gereinigd en in de vakken zitten de duiven op roostertjes. In januari/februari wordt gekoppeld en de duiven blijven dan het gehele jaar tot de laatste vlucht op nest. Direct na de laatste vlucht worden ze gescheiden. ’s Avonds om ongeveer 21.30 uur worden er luiken geplaatst voor de ramen om de hokken donker te maken en deze worden er ’s morgens rond 5.30 uur weer voor weg gehaald. Deze maatregel is eigenlijk oorspronkelijk genomen omdat de overburen gedurende de avond en nacht een felle lamp aan hebben en dat licht moest ‘uit de hokken gehouden worden’. Daarmee bleek dat de duiven heel lang goed in de pennen bleven zitten! De duiven worden alleen ingemand op kleine jongen. Deze worden, ook al past het niet, onder de duiven gelegd wanneer ze eieren hebben en komen vaak van de kwekers. Wanneer er eens een jong is die onvoldoende pap krijgt wordt onderling ‘overgelegd’ om het jong van voldoende voer te voorzien. De jongen worden na het inkorven verplaatst naar elders. Voorafgaande aan het seizoen krijgen de duiven een geelpil en daarna eens in de vier weken. Ruim een week voor inmanden krijgen alleen de duiven die meegaan op de vlucht een geelpil en de anderen op het moment dat zij ingepland staan voor een vlucht.
De duiven zijn van zijn oude soort met inbreng van eerdergenoemde Pieter Beerda en K. Woord. Af en toe wordt iets nieuws geprobeerd. De eigen soort via Bulte uit Nordhorn heeft de laatste tijd een goede invloed op de prestaties. Wim en Co hebben één keer een duif verkocht, de ‘830, en die had dezelfde moeder als de overwinnaar van Cahors. Een jarenlange selectie op de zware drachten geeft het huidige resultaat aan kwekers en vliegers. Niets geen opgepoetste stambomen, maar Friese oerduiven, hypothetisch ‘Elfstedentocht waardig’, met een geweldig mordant en een perfect karakter om de lange tochten uit het Franse land te volbrengen. Afsluitend.
De liefhebbers Wittebol zijn middels volgende uitspraken te typeren. Wanneer er een goede of een slechte duif achterblijft zijn ze een week niet te spreken en kijken ze een week uit. Het is nooit fijn een duif te verspelen, maar je moet het na een tijdje ook los kunnen laten. Verder moet een duif die laat komt twee keer zo goed verzorgd worden dan de vroeg thuiskomende. Wanneer er nog duiven achter zijn gebleven wordt de gehele volgende dag gewacht, alle afspraken worden afgezegd en de thuiskomende duiven worden verzorgd. Dit omdat Wim en Co het gevoel hebben dat ze iets niet goed gedaan hebben en dat daarom de duif nog niet is thuis gekomen en dan verdient een duif een waardige terugkomst en een goede verzorging. Ze hebben een vast patroon van werken met de duiven en hier wordt niet van afgeweken. “We hebben het altijd al zo gedaan” is het motto en dat is eveneens het antwoord op de vele vragen die gesteld zijn.
Over SMN zijn ze zeer te spreken. Ze zijn altijd lid geweest, een periode niet en de laatste vier jaar weer lid; herintreders dus. Een goede organisatie, een mooie prijsuitreiking, waar ze vorig jaar met de camper naar toe zijn geweest, en mooie prijzen.
Ik vond het opmerkelijk te horen van iemand die dagelijks gedurende meer dan tien weken meer dan 200 kilometer met zijn duiven rijdt het plezierig vindt dat de prijsuitreiking dichterbij is dan andere jaren. We zullen Co en Wim daar zien glunderen wanneer ze de eer krijgen toebedeeld die hen gegund is en die ze toekomt.
Aike Jan Veninga brengt namens Marathon Noord de felicitaties over.
|