Zo nu en dan vrienden komt er eens een verzoekje binnen of ik een bepaalt onderwerp eens wil aansnijden. Zo sprak ik afgelopen zaterdagavond (5 januari in Hotel Park in te Dortmund) met Jos Voortman over het spel “Dubbelweduwschap” en mijn gedachten daarover.
En waar mensen op moesten letten of wat juist helemaal niet belangrijk is in mijn visie dan. Ik vertelde Jos dat ik er nu gelijk een column over ging schrijven. Hij had namelijk wat vragen gehad naar aanleiding van nieuwe films die op de markt waren en wist op enkele vragen niet precies wat te zeggen.
Ik wil eigenlijk gelijk maar met de deur in huis vallen en u vertellen dat er geen vast systeem is, er is geen goed of slecht eigenlijk. Er zijn meerdere methoden die goed zijn en er zijn dus veel wegen die naar Rome leiden (om maar eens en oud gezegde te gebruiken). Ik kan hier alleen vertellen hoe ik het doe, en met succes mag ik wel zeggen toch.
Onze duivinnen hebben bijna alles gewonnen de laatste jaren van Teletekst, Olympiade, grote overwinningen en de beste duif van het land (BOTB), dus enig recht van spreken heb ik en mijn systeem zal niet slecht zijn (zie ook het enorme aantal succesvolle volgers).
Wij beginnen het nieuwe seizoen reeds gelijk na de laatste vlucht van het lopende seizoen, ditmaal was het rond 20 September dat onze laatste vlucht was. De toekomstige vliegploeg gaat gelijk naar hun hokken. Over deze hokken gelijk het volgende, de hokken zijn gewoon onder het zelfde dak, dus alleen door een dun schuifdeurtje gescheiden van elkaar. Al die ouderwetse ideeën van dat de weduwnaars en duivinnen elkaar niet mogen horen is mij reeds flauwekul gebleken. Dus de duivinnen zitten op twee afdelingen gewoon los op het hok en hebben zitjes ter beschikking, maar zitten de meeste tijd (in ieder geval de gehele dag) gewoon op de grond op een laagje zilverzand met kattenbakkorrels. Dus na de laatste vlucht gaan de toekomstige vliegploeg naar deze afdelingen, twee voor de duivinnen, dan een dun schuifwandje en dan de twee afdelingen van de doffers waar de broedbakken in staan (30 stuks).
Het gehele rui proces doorlopen mijn duiven dan ook gewoon op hun nieuwe hokken, dus daar is fabel twee reeds teniet mee gedaan. Fabel twee is dat de duiven eerst samen moeten blijven (de jongen), dat de rui gereed moet zijn en daarna de duiven pas op de bakken of de zitjes mogen komen. Bij ons gebeurt dit gelijk na de laatste vlucht (de volgende dag reeds). Heel belangrijk in dit geheel is dan ook dat je de laatste vlucht reeds selecteert, je weet dus op zondag ochtend gelijk welke duiven mogen blijven (de ouden) en welke jongen er mogen blijven, een goede liefhebber selecteert het hele jaar en weet dus precies welke duiven er uit gaan op de laatste vluchtdag.
In de rui periode zitten de duiven dus eigenlijk reeds op weduwschap, de duivinnen in hun afdeling en de doffers op hun afdeling met broedbakken. Bij deze doffers is het beter dat u na de laatste vluchtdag de oude doffers die blijven zitten even twee dagen opsluit, verder alle bakken open zet , dat de jonge doffers een eigen bak kunnen zoeken zonder gestoord te worden door zo’n oude doffer die opeens twee bakken wil. Bij de duivinnen kijken we er niet na, de oude duivinnen gaan weer op gewilde zitje zitten in de nacht en de overgebleven zijn voor je nieuwe en dus jonge duivinnen.
De koppeldatum is bij ons rond 5 a 10 december, dit jaar enige dagen later omdat we in Canada en New York waren, dus koppelde ik nu rond 15 december. Bij ons brengen de vliegers gewoon jongen groot, meestal zelfs hun eigen jongen omdat ik in ze geloof, en als je geloofd in je duiven wil je er ook jongen van. De twijfelaars zijn al weg.
Wanneer de vliegers gewoon een complete kweek cyclus hebben gehad, en eigenlijk net weer aanstalten maken om te gaan jagen (opnieuw op eieren te komen), gaan de duivinnen weg, wederom naar hun eigen afdeling en moeten de doffers de resterende tijd de jonge duiven verzorgen. We hebben ook wel jaren de jonge duiven met de duivinnen afgezet, ook niets mis mee, maar ik vertel hoe ik het nu doe en dat is dus nu dat de duivinnen er bij weg gaan. Zo nu en dan is het eitje van de duivin toch al weer onderweg en word dus gelegd in het duivinnen hok, en ook hier word weer een oude gedachte overboord gekieperd dat duivinnen een twee keer niet mogen leggen, of in ieder geval zo vroeg van hun doffers worden gescheiden dat er geen tweede leg komt. Ik kijk er niet na, vind ik na enige dagen eieren bij de duivinnen dan raap ik ze gewoon op en gooi ze weg.
Wanneer dan de jongen ook bij de doffers weg gaan is het februari en staan de duiven dus reeds op weduwschap, en ook hier geld wederom, het maakt niets uit dat de duiven van half februari tot de eerste vlucht gescheiden zitten. In vroeger jaren koppelden ook wij de duiven nog eens in Maart, en werden de duiven na 5 dagen broeden gescheiden. Maar ook hier geld weer, dat hoeft dus helemaal niet, onze worden niet meer gekoppeld.
Wanneer de jongen eenmaal weg zijn begint het training schema van de duiven reeds, ze mogen er met redelijk weer iedere dag uit, en natuurlijk vliegen onze duiven de eerste dagen ook niet goed. Ze hebben de gehele winter vast gezeten en zijn het niet meer gewend te trainen, dus ook bij ons vliegen de duiven de eerste dagen misschien 5 minuten.
In deze periode van “rust’ , dus tussen kweken en de eerste vlucht, voer ik de duiven licht met merk B.E (ik mag geen namen meer noemen van enkele van u), ik gebruik dan hun recup. Maar zes weken recup is ook niet nodig hoor, u kunt ook gewoon uw vliegvoer aanlengen met zuivering of gerst. Door deze lichte kost beginnen de duiven gemakkelijker te trainen, ze worden snel wat lichter en krijgen aardigheid te trainen. Vanaf 1 Maart begint bij mij het echte vliegseizoen reeds en krijgen de duiven een 14 tot 21 dagen P.S. (ook een afkorting).
Zeer belangrijk te vertellen is dat vanaf de eerste training medio februari de duiven reeds gerouleerd worden, dat wil dus zeggen dat de duivinnen er vanuit hun eigen afdeling uitgaan, de doffers doorgeschoven worden naar de duivinnen afdeling en de duivinnen na hun training in het hok van de doffers vallen waar hun broedbakken staan. U zult dus gelijk zien dat ze dat graag willen en daarvan profiteren we dan later in het seizoen. Duivinnen willen namelijk veel gemakkelijk vallen na een training als ze in het dofferhok mogen. Dus nog even ter info: vanaf dat de jongen bij de ouders weg zijn, begint hier de training van de ouden weer en beginnen we gelijk met rouleren.
Vanaf ongeveer de tweede week Maart beginnen we de duiven weg te brengen voor trainingsvluchtjes (om de oriëntatie weer aan te scherpen), natuurlijk ook bij de oude en jaarlingen (Jaarlingen noem ik ook ouden) beginnen we met korte afstanden van zo’n 5 kilometer.
En dan kwam een interessante vraag van Jos Voortman, hoe doe je dat met het loslaten op de losplaats? Gaan de doffers en duivinnen gelijk los of juist na elkaar en hoe doe je dat? Hierop moet ik zeggen dat het zeer verschillend is, soms laat ik de geslachten met een kwartier tussen elkaar los (altijd eerst de duivinnen omdat die dan via het dofferhok binnen vallen en door gestuurd moeten worden naar hun eigen afdeling). Maar soms ook gewoon gezamenlijk, bij slecht weer heb je soms net even snel te tijd en laat je ze gewoon gezamenlijk los en gaat ze weer scheiden wanneer je thuis arriveert . Maar wanneer ik of mijn vrouw ze op de losplaats apart lost dus altijd eerst de duivinnen, ik of mijn vrouw (naar gelang wie ze wegbrengt) staat thuis te wachten om ze binnen te roepen (ook dit vind ik eigenlijk wel belangrijk, duiven moeten bij thuiskomst in het hok en niet slenteren op de daken). Maar wanneer de training vluchten beginnen van de afdeling (zo’n twee weken van te voren) begint voor ons het echte systeem reeds, en begin ik dus ook met tonen op de inkorfdag (vrijdag).
En hier komt deel twee van de vraag van Jos weer om de hoek kijken, wanneer je de duiven “lapt” zien de geslachten elkaar dan? Nee, in principe niet, maar soms wel, want wanneer ik vind dat ze niet snel genoeg vallen, laat ik ze de volgende keer gezamenlijk los en maken ze de keren er op weer veel meer aanstalten om “in het hok te knallen”.
Er is dus geen vaste methode, ik ken liefhebbers die tijdens de lapvluchtjes ze gezamenlijk lossen (door tijdgebrek meestal), en dat gaat prima, en ik ken mensen die de ene week de doffers lappen en de andere week de duivinnen en dat gaat ook prima, en er zijn die ze gewoon iedere week na elkaar (een kwartier er tussen) lossen en dit gaat ook prima.
Verder wanneer we eenmaal op de rit zijn (de vluchten zijn begonnen), ook dan gaan we tot de eerste dagfondvlucht (6e/7e vlucht) gewoon door met lappen door de week op woensdag meestal. Ook hier kijken we weer gewoon wat ons uitkomt en hoe het verloop van de afgelopen vlucht was. Hadden we matige vlucht, dan laat ik de geslachten graag even samen los op de losplaats en mogen ze ook even een uurtje samen vertoeven bij thuiskomst.
En hebben we wat meer tijd of was de vlucht super dan laat ik ze misschien een kwartier na elkaar los. Maak het niet te moeilijk mensen. Ook door de week zitten onze duivinnen gewoon los op het hok, niet apart in boxen of kleine kooitjes, nee gewoon bij elkaar. En ook dat onderling paren van duivinnen? Maak u niet te druk, ook daar zitten prima gemotiveerde vliegers tussen, maar hierover een volgende keer meer...
|