Zo, het voorstel van de KBDB voor het vliegprogramma 2014 ligt weer op tafel. Ik kan er zelf natuurlijk niet aan deelnemen maar als liefhebber van de sport mag ik het hoe en waarom graag bestuderen. Ter vergelijk met ons noorderburen hebben ook zij te maken met het vergrijzen van de sport, te terugloop van ledentallen.
Een nieuw progressief bestuur heeft twee jaar terug zijn intrede gemaakt en wat is één van de eerste zaken die zij aanpakten? Meer vluchten organiseren, tenminste meer nationale vluchten. Natuurlijk stuitte dit op verzet op de ‘oude’ organisatoren en mensen met eigenbelangen op een kleiner gebied dat nationaal.
Je zou op zijn Nederlands denken, meer vluchten betekend automatisch minder duiven per vlucht. Fout, dat gebeurde helemaal niet. Ze gingen van 3-4 nationale vluchten met jonge duiven naar zeven, dan wel voor oude, jonge en jaarlingen, dus drie winnaars per vlucht. Ik wil het niet al heilig verklaren, maar het is toch echt het tegenovergestelde dan wat hier gebeurt.
Hier regeert het bejaardentehuis en alles moet minder. Dus voor de doorzetters, zij die wel in de sport blijven, niet de weglopers, is er straks minder en minder te vliegen, en dat zo moeten stimuleren? Pleisters plakken in de hoop dat er een paar ‘weglopers’ wat langer in de sport blijven, is dat waar we naartoe moeten? Alles maar zo eerlijk mogelijk verdelen, want daar druipt het papier van, het moet allemaal eerlijker.
Dat is leuk allemaal, maar al tientallen jaren zijn we op zoek naar die prachtige droom, maar de hoogtijdagen van de jaren ’50 tot en met ‘80 zijn toch echt voorbij. In die tijd was de sport een veel meer lokale aangelegenheid, waren de mensen minder mobiel en werd via ruil van eitjes en jongen, aanvliegers, de kwaliteit verbeterd. De beleving was ook op lokaal nivo en dat missen we nu?
Ik vond het ook een gezellige tijd, maar om daar naar terug te verlangen? Ik zou zeggen ga naar het bingolokaal of de kaartclub, daar is niets veranderd, dat is nog steeds zo eerlijk als vroeger. Je kan blijven hangen in de antwoordapparaten, teletekst, bakelieten telefoon, de grote bril in de hoop het ‘gevoel’ vast te houden tot je afscheid, leuk voor jezelf, maar de rest dan?
De klok terug zetten gaat niet, realiseer het nou eens dat het niet terugkomt. Er komen niet in drie jaar ineens 10.000 leden bij, daar heeft bijna iedere sport mee te maken. Interesses verschuiven, kinderen leren achter Ipads hoe de wereld eruit ziet. Geen speelgoed autootjes, bromtollen, en nee het was niet beter, het was anders. De auto, de computer, de wil om er bovenuit te steken heeft de sport veranderd door andere mogelijkheden. Geef de strijd maar op, het leidt nergens toe. Winnaars blijven winnaars, zij die stilstaan omdat ze niet vooruit willen, vliegen achteruit.
Kijk en dat hebben ze in het koninkrijk van de duivensport begrepen. Vooruit kijken, niet achterom. Weg met heilige huisjes die in de tijd dat deze ‘beeldjes’ toch vervangen worden door wegen die meer nodig zijn voor betere aansluitingen, zodat we geen tijd aan onzin verspelen. Vooruitkijken is niet beperken, bezuinigen, bekrimpen en meer regels verzinnen om als messen en stokken te dienen van de grijze armada. Niet proberen de wetten van de natuur te breken, de werkelijkheid, het verschil in kwaliteit proberen te buigen, om zogenaamd een eerlijker verdeling van de prijzen te maken.
Je kan ook, als ze je daarvoor vragen, in (eigen)belangengroepen gaat zitten en als een ware slechtvalk op de prooi duiken. Er is een groot verschil tussen bestuurders en winnaars. Daar hoef je niet over in te zitten, je hebt met verschillende kwaliteiten te maken. Een winnaar blijft een winnaar, die is maar op één ding uit, winnen. Ook al is moet het via ‘oorlog maken’ en vrede prediken vanachter een nonnengewaad gebeuren. Een winnaar maakt het niet uit of hij daar één persoon of een grote groep mee schaadt. Dat is een karakter trekje dat niet overal als prettig wordt ervaren. Laat ik het nu in mijn eigen woorden zeggen, een grote groep kotst op je als je wint en hoopt dat je keihard op je….nou je snapt het verder wel. Zet je een winnaar in een belangengroep, dat zit die daar maar voor één en één reden alleen, om zichzelf te verrijken, en zijn eigen toekomst uit te stippelen. Bestuurders zijn daar niet mee bezig, die willen graag besturen, dan zijn geen winnaars.
Om hun woorden te gebruik, ik chargeer het wel een beetje. In mijn eigen woorden, laat mij tien grote nationale kampioenen zien die ook bestuurders zijn, je mag er zelfs drie landen voor gebruiken.
...en zo zaten Bassie en de Adriaan samen met een aantal Zonaanbidders zomaar in de voorstellingscommissie. Ze waren zo blij en voelden zich gelijk de elite van het circus, nog eens bevestigd door een man in witte jas die dit af en toe riep. Met elkaar mochten ze van de circusdirecteuren de voorstelling voor het komende circusseizoen gaan bepalen en dat vonden ze prachtig. De clown en acrobaat waren na jaren van succes, niet meer elkaars grote vrienden. Maar na een gesprek en het verdelen van de rechten van hun verkochte films, gingen ze hand in hand op zoek naar nieuwe avonturen.
Dit was dé kans om, om niet meer maar één optreden per avond te doen. Nu konden ze wel twee of drie optredens per avond doen, en zo meer geld van de circusdirecteuren vragen. Het publiek zou nog meer films, boeken, poppen gaan kopen en het bekende duo zou een nieuwe caravan nodig hebben om alle blinkende euro’s in te bewaren.
De leeuwentemmers, die moesten maar minder gaan optreden was hun voorstel. Dat gedoe met die leeuwen was achterhaald en die show konden de clown en acrobaat er ook wel bij doen. In de show nog wat Leeuwen met een clownpruik op, die in het klein namaken en verkopen, dat was goede handel.
Bassie en Adriaan zijn echte winnaars, dat hadden de circusdirecteuren niet verwacht. Na een tijd raakte publiek uitgekeken op de clown en acrobaat en het publiek bleef weg. De clown en acrobaat hadden ondertussen een mooi pensioen opgebouwd. Het circus ging failliet en de voorstellingen waren alleen nog terug te zien op youtube als entertainment uit een stoffig verleden.
|