In de sportpsychologie wordt naar ik meen soms teveel de nadruk gelegd op de combinatie kracht en mentale weerbaarheid. Je hebt het kunnen zien bij de voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal tegen Frankrijk. Maar ook een Sven Kramer, leidt in sommige situaties aan een dosis overmoed. Het is niet altijd maar raak. Het is zelfs meestal helemaal niet raak als je de bal niet bezit, zal een oud topvoetballer van de oer Hollandse voetbalschool mijn betoog ondersteunen, denk ik.
Bij Sven is het dat hij de pijn in zijn rug gewoon weg wil interpreteren, want je moet doorgaan en nog is doorgaan, dan voel je de pijn op een “goed” moment niet meer.
Ja, dank je de koekoek, het lichaam is ook nog in tel hoor. Zoiets kun je als topsporter een tijdje doen, maar op een slechte dag is het toch echt einde je overmoedigheid. Dan zullen de spieren ineen krimpen en eerder gaan verzuren.
Het Nederlands elftal o.l.v. Van Gaal idem dito met een sterretje; die denkt dat je maar wat kunt aanklooien met hele jonge talentvolle spelertjes. Die jonge gasten die kleunen erin alsof ze nog in de B of A- junioren staan opgesteld, maar een ervaren stervoetballer kent de klappen van de zweep. Dus houdt hij 20 minuten zijn gemak om daarna de onervaren tegenstanders met de rug op het keiharde groene gras te leggen: 2-0.
Kortom, een jonge en talentvolle voetballer en een ervaren maar overmoedige sterschaatser, zal zichzelf enorm hard tegenkomen. Zodra ze niet kunnen beschikken over een gezonde dosis zelfvertrouwen. Wat in principe zoiets is als: “Vandaag is het niet mijn ding of sterkste tijd om top te presteren.” Want zelfvertrouwen wil zeggen, dat je weet dat je goed bent als prof. En dat je al een hele lange weg hebt afgelegd om ooit zover te komen. Dus moet ik mezelf niet forceren, maar vertrouwen houden. Dan komen de goede prestaties of wedstrijden voor mijzelf gewoon wel weer terug.
In de duivensport…
Wie gewend is om top te vliegen met zijn oude en/of jonge duiven, die zal in een iets mindere periode hopelijk ook niet inboeten aan zelfvertrouwen. Misschien een van de beste voorbeelden van goed inzicht en zelfvertrouwen zijn Bas en Gerard Verkerk. Want die hebben ook wel is een mindere start van het seizoen. Ze hebben zelfs eens een halve kolonie jonge duiven ziek gehad, maar gaan dan niet lopen klooien.
Nee, ze gaan door met zoeken naar het zelfvertrouwen. Want ze kennen zichzelf als topvliegers. En ze weten ongeveer wel wat er loos is. Geen paniek in de tent, maar zelfvertrouwen blijven zoeken in het hoofd, hart en benen. Vandaar, dat ze misschien nog een stapje harder gaan lopen: schoonmaken, observeren, wegbrengen, iets anders voeren, iets eerder het verduisteren opheffen e.d.
Kortom, het oog van de meester die zal ze wel weer terug op het pad van het succes brengen. Echter, een ding doen ze niet: forceren!
Geen of tekort aan zelfvertrouwen…
Het legioen krabbers zal, in tegenstelling tot enkele geboren duiven sterspeler, niet kunnen bogen op een dosis zelfvertrouwen. Sterker nog: een chronisch tekort eraan!
Ik ben me ervan bewust dat ikzelf ook tot dit legioen hoor. Nee, ik hoef me hier niet voor te schamen, waarom? Daar los je sowieso ook niks mee op hoor.
Beter is het om te blijven zoeken en luisteren naar je eigen ingevingen. Of je hart, zoals ze dit noemen. Maar denk niet dat je al kunt beginnen met rennen, als je nog niet hebt leren lopen of kruipen zelfs.
Ik heb me verdiept in deze materie en ben er achter gekomen, dat je niet teveel moet willen eisen van jezelf in het begin. Want alles moet op basis van ervaring rijpen en indalen. Het geluk moet je ook een handje mee zitten.
Heb je van een topper een leuke bon gekocht van de winter? Luister met je beide oren naar zijn adviezen, want hij kent zijn duiven het beste. Mocht je zijn advies in de wind slaan. Begrijp dan dat je al in de winter een verkeerde keuze hebt gemaakt. Met andere woorden: laten wij krabbers maar als beste het advies van een topper opvolgen.
Rob van Hove, Nieuw Scheemda.
|