Gebroeders Dekker, Terneuzen
Diamanten van de Nederlandse duivensport!!
Een zeer succesvolle combinatie wordt gevormd door Frederik (20) en Jan Willem Dekker (18). Al verschillende jaren zijn ze terug te vinden in de top van de Nationale jeugdcompetities en we kunnen deze mannen gerust scharen onder de grootste talenten van de Nederlandse duivensport. Er werden al 4 teletekstnoteringen behaald en gigantisch veel kopprijzen, waaronder de snelste van heel Zeeland. De slogan op hun prachtige website is dan ook: “Our Pigeons, Our life!”. Dit is typerend voor de broers, want ze leven en denken als een duif. Alles wordt aan de kant gezet om hun grote passie tot in de perfectie uit te voeren. Kosten nog moeiten worden gespaard door deze bloedfanatieke broers om de absolute top te halen. De vraag is dan ook niet of de gebroeders Dekker de Nationale top gaan halen, maar waneer ze die gaan halen. In 2014 gingen alle registers open en lijken de broers niet meer te stoppen.
Geschiedenis
Zeer regelmatig kwam bakker de Bruijne brood brengen in Terneuzen. Frederik die op dat moment nog konijnen had, besloot om met de bakker mee naar huis te gaan. Bakker de Bruijne had ook konijnen en Frederik was zeer benieuwd hoe die erbij zaten en verzorgd werden. Frederik en Jan Willem gingen bij de konijnen kijken en zagen ook nog een duivenhok in de tuin staan. Hun interesse was direct gewekt.
Het was inmiddels 2004 en iedere zaterdag zaten de jongens vol adrenaline klaar om de duiven op te wachten. Bij Frederik en Jan Willem was inmiddels een vonkje ontstoken en dat groeide uit tot een vurige liefde voor de duivensport. In overleg met hun ouders mochten ze een hok neerzetten. De ouders van de gebroeders hebben een druk agrarisch bedrijf, maar steunen de jongens zoveel als ze kunnen. Een grote ruimte op het bedrijf is omgetoverd tot duivengebied. Frederik en Jan Willem zijn hun ouders enorm dankbaar voor de financiële steun, maar ook de ruimte die ze mogen gebruiken.
Duivensport is in het begin enorm lastig en in 2007 ging het voor geen meter. Alles moesten ze zelf maar uitvogelen. Met behulp van o.a. de gebroeders Scheele, Tonny de Bruijn en R. de Schoolmeester werden de jongens op gang geholpen. Ze leerden hoe je een duif moest vasthouden, hoe het goed verzorgd moest worden en ook werd er geleerd hoe je kon zien of een duif gezond was of niet. Later kwam er een tuinhok van Mevrouw Scheele bij en de jongens waren vertrokken. Het begin van een nu al succesvolle duivenloopbaan.
Systeem
Sinds 2014 wordt er voor het eerst op totaal weduwschap gespeeld. Deze proef is zeer geslaagd en hier zullen ze ook zeker mee doorgaan in de toekomst. Er wordt gevlogen met 20 doffers en 20 duivinnen. Deze vliegploeg wordt aangevuld met ongeveer tien zomerjongen/late jongen van het jaar ervoor. Het is de gebroeders Dekker opgevallen dat er wel veel uitval is tussen deze duiven, maar heel vaak zijn de duiven die overblijven de betere duiven op het hok. De late duiven mogen heel de winter buiten vliegen en worden gedurende de winter opgeleerd. De gebroeders zijn er wel achtergekomen dat dit opleren eigenlijk totaal geen zin heeft. Heel de winter zijn ze ermee in de weer en in alle extreme weersomstandigheden worden de duiven opgeleerd. De verliezen zijn dan steeds zeer gering, maar als de vluchten daar zijn, raak je ze alsnog kwijt. Het is een verschijnsel dat lastig te verklaren is.
Er wordt nooit veel gereden met de duiven en ook voor het seizoen gaan ze maar een paar keer weg op een korte afstand. Dat het niet in het opleren zit, bewijzen de duivinnen dit jaar wel. Op het laatste moment werd er een klein duivinnenhok van nog geen twee meter geplaatst. De duivinnen kwamen er een week voor de eerste wedvlucht in en trainden twee keer. Wel dient erbij gezegd te worden dat ze tijdens de kweek wel gevlogen hebben, maar niet op dat hok. De eerste vlucht kwamen ze al goed en de vluchten erna kwamen ze gigantisch goed af, met prijspercentages van 90% af en toe. Een duif moet gezond zijn en dan is het opleren niet echt nodig.
De duivinnen zitten doordeweeks in een klein hok en op de vluchten komen ze bij de weduwnaars binnen. Veel mensen vinden dit altijd een bijzonder verschijnsel, maar als ze dit eenmaal weten, dan is het geen enkel probleem. Een duif leert ontzettend snel.
Frederik en Jan Willem werken allebei erg hard en het komt soms voor dat ze direct uit hun werk de duiven moeten pakken, om toch nog op tijd in het inkorflokaal te zijn. Op zulke dagen worden de duiven niet getoond. Als ze voldoende tijd hebben, worden de duiven ongeveer twintig minuten getoond. Dit jaar hebben de mannen zelf ervaren dat het allemaal niks uitmaakt. Of je een duif nu toont of niet, een goede duif komt gewoon vroeg. Duivensport wordt soms veel moeilijker gemaakt, dan het daadwerkelijk hoeft te zijn. Een goede duif motiveert zichzelf wel.
De oude duiven worden niet bijgelicht of verduisterd. Na de laatste wedvlucht voor de Natour, worden de duiven gekoppeld en verder gespeeld op nest. Alle duiven die het niet hebben laten zien, worden dan ook onmiddelijk verwijderd. Zo ontstaat er meer ruimte en zuurstof voor de anderen. De gebroeders zijn streng voor hun duiven en alle duiven die geen kans hebben om prijs te vliegen, gaan ook niet mee. Waarom een duif inkorven waarvan je toch al weet dat die niet op tijd gaat komen?
De duiven worden eenmaal daags getraind en er wordt vooral gekeken naar hoe de duiven trainen. Duiven die anderhalf uur trage rondjes draaien, geven minder vertrouwen dan duiven die twintig minuten als straaljagers door de lucht heen razen. Als helemaal niet willen trainen, dan maar niet. Er wordt niets opgejaagd en zolang ze op zaterdag vroeg komen, wordt er niet gepanikeerd.
Voeding
Er wordt iedere week goed gekeken naar de zwaarte van de afgelopen vlucht en de vlucht die komen gaat. Aan de hand van deze gegevens worden de duiven opgevoerd. In het begin van de week krijgen ze de lichtverteerbare mengeling Vandenabeele van Beyers. Later in de week komt hier dan een combinatie van Koopman All in One van Beyers en Champion Plus van Versele Laga bij. De duiven mogen een half uur eten wat ze willen, daarna wordt het voer weggehaald. De laatste twee voerbeurten zijn altijd energierijk. Zowel op een Vitesse, als op een Dagfondvlucht krijgen de duiven de laatste twee voerbeurten de energiemengeling van Beyers en/of Versele Laga.
Als tussendoortje worden de duiven regelmatig getrakteerd op een mengsel van snoepzaad, hennep, pinda’s, Nutripower en een heel enkele keer tovo.
Bijproducten
De bijproducten komen voornamelijk van Röhnfried en in deze fabrikant is enorm veel vertrouwen. De duiven krijgen na de vlucht Usnegano. Deze tinctuur zorgt voor een natuurlijke ontsmetting en dit bevalt erg goed. Als de duiven vitamines nodig hebben, dan krijgen ze Gervit W van dezelfde firma. Hexenbier wordt regelmatig afgewisseld met Prange Suppe van Gert-Jan Beute.
Er worden geen producten gegeven, waarvan je geen enkel verschil merkt. Een bijproduct moet effect hebben, anders komt het niet door de keuring bij Frederik en Jan Willem.
Medisch
Voor het seizoen krijgen alle duiven een geelpil opgestoken van Belgica de Weerd. Dit is de enige keer dat de duiven preventief iets toegediend krijgen. De gebroeders vragen zich regelmatig af waarom ze het eigenlijk voor het seizoen doen, want ze zien toch geen verschil. Medicijnen worden alleen verstrekt als de duiven echt doodziek zijn. Al jarenlang zien de mannen in de praktijk dat goede duiven bijna nooit ziek zijn.
Bij de jonge duiven zijn er meestal wel meer medicijnen nodig. Ieder jaar is er weer die vervelende one-eye-cold en ook coli blijft steeds maar opduiken in Terneuzen. Dit jaar hebben ze Entrobac gebruikt van Röhnfried. Hier zijn ze enorm blij mee, want ieder jaar stierf er weer een groot aantal jongen.
Tegen paratyfus wordt niets meer gedaan. Ze hebben één jaar gekuurd en een paar weken later kregen ze zwaar paratyfus, waarbij enkele goede duiven zijn doodgegaan. Vanaf dat moment hebben de broers besloten hier niets meer aan te doen. De praktijk wijst uit dat het totaal geen garantie biedt.
Kweek
Frederik en Jan Willem zijn echte praktijkmensen. Als je naar iedereen gaat luisteren en alles moet doen wat in reportages staat, dan raak je het spoor bijster. Zelf wordt er van alles geprobeerd en dan blijkt dat kruisen de beste resultaten geeft om te kweken. Goede duiven worden gekoppeld aan goede duiven en samen gaan de broers op hun gevoel af. Dat dit gevoel erg goed aangescherpt is, blijkt wel uit hun stamopbouw, want er zijn een aantal kweekkoppels waar verschillende topduiven uitgekomen zijn.
Naast dat er veel op gevoel gekoppeld wordt, wordt er wel gekeken naar de bouw van de duiven. Er wordt zoveel mogelijk gecompenseerd om een ideaal type duif te krijgen. Er zijn ook duiven gekeurd door Gert-Jan Beute en dat zal in de toekomst veel vaker gaan gebeuren, want het is erg goed bevallen. Frederik kan erg genieten van de “praatjes” en enthousiasme van deze duivengoeroe.
Doordat de gebroeders alles scherp in de gaten houden, is hun ook opgevallen dat uit twijfelaars bijna altijd de wegblijvers komen. Uit bijna alle duiven waar in het najaar aan getwijfeld wordt, blijken wegvliegers uit te komen of de duif blijft zelf weg. Daarom geven Frederik en Jan Willem ook de raad om twijfelaars gewoon weg te doen, want de keren dat je er wel succes mee gaat hebben, zijn zeer schaars. Een duivenmelker heeft snel de neiging om te dromen, maar meestal zijn die dromen bedrog.
Stamopbouw
De stamopbouw is een mix van verschillende topduiven. Uit de praktijk is gebleken dat de duiven van de gebroeders Scheele gekruist enorm goede duiven geven. Daarom worden deze duiven gekoppeld aan de eigen oude duiven of duiven die later zijn aangeschaft.
In bijna alle duiven zijn wel de toplijnen van de gebroeders Scheele te vinden, waaronder: “Dylan”, “Darco”, “De Sprinter” en “ Kl. Dochter Superkoppel”. “Dylan” is wel de absolute topkweker, want deze duif gaf twee teletekstduiven en nog verschillende andere goede duiven. Dit deed hij met verschillende duivinnen.
Ook hebben Frederik en Jan Willem bij Gijs Baan een duif gekregen, door een bon van de jeugddag. Deze duif vloog zelf net geen teletekst met een 13e NPO, maar is moeder van een duif die de snelste van heel Zeeland vloog tegen ruim 8.000 duiven.
Verder zitten er nog duiven van Eddy Grootjans en zijn ze goed op weg geholpen door mister teletekst, Danny de Voogd.
Dit zijn de hoofdlijnen van de betere duiven die de mannen bezitten. Uiteraard zitten er ook nog wel wat van andere melkers, die ze absoluut niet tekort willen doen.
Hok
Zoals eerder genoemd, zijn Frederik en Jan Willem melkers van de praktijk. Ze proberen veel en willen zelf dingen ondervinden. Een groot item in de duivensport is het hok. Er zijn mensen die blijven jaren sleutelen aan een hok, want de duiven komen niet goed. Een aantal jaar geleden werd er heel hard gespeeld op een klein tuinhuisje. Inmiddels zijn de duiven naar de kweek beland en er zit nog één duif die regelmatig prijs kan vliegen. Is het hok dan ineens niet goed meer? Nee, de goede duiven zijn nu van het hok af. Mensen zoeken teveel in details, terwijl het in negen van de tien gevallen aan de kwaliteit van de duiven ligt.
Tegenwoordig moeten de hokken enorm zuurstofrijk zijn en anders deugt het hok niet meer. De gebroeders hebben dit zelf uitgeprobeerd op hun hokken, maar de verluchting door de voorkant beviel totaal niet. Aan de voorkant van hun 8 meter lange hok zit alles dicht en de verluchting gaat alleen via het plafond. De schuiven staan altijd 40 cm open en daar wordt niet mee gespeeld. Er zijn vroege prijzen op gevlogen, dus het hok is goed.
Grappig is dat de beste prestaties dit jaar van een enorm simpel hok komen. Met houten platen is een vierkant blok gemaakt en bovenop liggen licht doorlaatbare platen. In de deur zit windbreekgaas en hierop worden de duivinnen gespeeld. Prijspercentages van boven de 75% waren eerder regel, dan uitzondering.
Hoogtepunten
1e tegen 8.224 duiven (snelste heel Zeeland)
3e Provinciaal Meaux tegen 7.032 duiven
4e NPO La Souterraine tegen 2.928 duiven 2014
4e NPO La Souterraine tegen 3.007 duiven 2012
7e Provinciaal Tarbes tegen 1.169 duiven
9e Provinciaal Meaux tegen 4.885 duiven
10e NPO Orleans tegen 2.995 duiven
11e NPO La Souterraine tegen 2.928 duiven
1e asduif Vitesse Provinciaal jong
1e generaal Zeeland Jeugd
Slot
Het is fantastisch om bij deze mannen op visite te gaan. Twee broers die bloedfanatiek zijn en gedreven om de absolute top te halen. Er wordt dan ook hard gewerkt om te investeren in goede duiven. Door de praktijk zijn ze erachter gekomen dat het echt alleen draait om goede duiven en de rest is van minder groot belang. Uren kunnen de broers praten over duiven en dit kunnen soms hevige discussies worden. Frederik werkt in het onderwijs en is een stuk socialer voor zijn duiven, dan Jan Willen die werkzaam is als metaalbewerker. Jan Willem kan bikkelhard zijn voor de duiven, daar waar Frederik ze nog wel een kans wil geven. Samen runnen ze een geweldig hok met duiven. De kwaliteit spat er vanaf en toch blijven ze op zoek naar beter. Stilstand is achteruitgang! De concurrentie zit ook niet stil en om tot de top van Zeeland te blijven behoren, zal er hard gewerkt moeten worden.
Gebroeders Dekker
“Our pigeons, Our life!!”
Patrick Noorman
|