C & C Broekhuisen, Gouda
De onbekende parels van de duivensport
Al heel lang stonden deze topmelkers op mijn lijstje om eens te bezoeken voor een reportage. Mensen die nog goed uitslagen lezen, zullen vader (Cees) en zoon (Cees) Broekhuisen ongetwijfeld kennen. Het sterke Gouda staat al jaren bekend om de fenomenale duivenliefhebbers die er vliegen, maar vader en zoon Broekhuisen kregen nooit de eer die zij verdienden. Meerdere kampioenschappen werden er behaald, teletekstnoteringen zijn niet meer op twee handen te tellen en nog was het niet genoeg om in de spotlights te komen. Als je vliegt in Afdeling 5, waar de grote en commerciële hokken de klappen uitdelen, dan is het moeilijk om op de voorgrond te komen. Toch heeft het Cees en Cees Broekhuisen nooit ontmoedigd. Zelden sprak ik zulke fanatieke melkers, met een hart als een duif. Alles wordt er aan gedaan om top te presteren en hierdoor hebben ze in alle jaren een uitgekiend systeem bedacht. Vader Broekhuisen durft met zijn veertig jaar ervaring gerust te zeggen dat iedereen die niet goed vliegt en dit systeem gaat volgen, velen malen beter zal presteren. De top is voor weinigen weggelegd, maar het is voor iedereen mogelijk om met dit systeem plezier te beleven in de duivensport. De visie dat je duivensport in de vingers moet hebben, moet volgens de mannen niet overdreven worden. De basis blijft ten alle tijden goede duiven en een eenvoudig systeem. Als je daar een aantal jaar mee bezig bent en niet teveel verandert, dan ga je 100% zeker plezier beleven in de duivensport.
Systeem
Een gedurfde uitspraak van Cees hoor ik u denken. Is het dan allemaal zo eenvoudig? Hoef ik echt alleen maar dit systeem te volgen om redelijk te presteren? Cees heeft inmiddels zoveel mensen geholpen in de duivensport, dat hij met een zeker hart kan zeggen dat dit systeem werkt. Veel melkers blijven maar van systeem veranderen en hierdoor krijgen de duiven nooit de kans om aan het systeem te wennen. Het is ook van groot belang dat iedere melker een toekomstplan maakt en zich daaraan vast blijft houden. Vader en zoon doen al jaren een vast systeem en durven hier niets aan te veranderen. Hun kracht is dat ze heel het seizoen enorm contsant vliegen. In Afdeling 5 zie je regelmatig bepaalde liefhebbers minder presteren en op de teletekstvluchten draaien ze er ineens enorm veel in de kop. Bij Cees en Cees zie je heel het seizoen een constante lijn in de prestaties. Iedere liefhebber heeft weleens een mindere vlucht, maar in de meeste gevallen staan de duiven er de volgende vlucht gewoon weer. Al dat gedoe om proberen te pieken, zorgt alleen maar voor zeer wisselende prestaties.
Er wordt met 28 koppels op totaal weduwschap gespeeld. In het begin worden de duiven niet getoond en gewoon rustig ingemand. Bij totaal weduwschap is het enorm belangrijk dat de duivinnen goed gepaard blijven met de doffer. Je ziet veel liefhebbers de duivinnen in kasten opsluiten, maar het kan allemaal veel natuurlijker. Als de duiven na de vlucht bij elkaar blijven en zondag pas gescheiden worden, dan heb je nagenoeg geen last van parende duivinnen. Dit systeem werkt alleen als de duivinnen iedere week meegaan. Veel melkers proberen het eens een jaar met duivinnen en na een paar vluchten gaan ze er al een paar inhouden. Dit is de grootste fout die je kunt maken, want op dat moment krijg je dus duivinnen die gaan aanparen. De duiven trainen in het begin eenmaal per dag en dit is dan een vol uur. Door het voersysteem, waar later aandacht besteed zal worden, is dit trainen ook geen enkel probleem. De conditie van de duiven moet goed zijn en daarvoor is training erg belangrijk.
Als de vluchten met twee nachten mand eraan komen, worden de duiven ook tweemaal per dag getraind. Tweemaal moeten de duiven een uur trainen. Sommige melkers dromen hiervan, maar de duiven trainen dit echt vrijwillig. Wel moet erbij gezegd worden dat na een zware vlucht, de training de eerste dagen natuurlijk ook wat minder is. Vanaf dinsdag gaan ze weer vol aan de bak meestal. De training vinden de mannen het belangrijkste. Als duiven goed trainen, dan eten ze goed en blijft de cirkel rond. Als die cirkel goed blijft, dan kun je zomaar krijgen dat je duiven in topconditie komen. Het ene jaar overkomt je dat en het andere jaar krijg je het niet voor elkaar. Daarom kiezen de mannen voor altijd hetzelfde systeem en zo min mogelijk wisselingen dat de duiven zou kunnen beïnvloeden.
Als de duiven twee nachten mand krijgen, worden de duiven ook altijd een half uur bij elkaar gelaten. Dit pakt lekker makkelijk en zorgt ervoor dat de duiven goed gepaard blijven aan elkaar. Bepaalde motivatiesystemen en andere manieren om extra motivatie bij de duif op te wekken, wordt niet gebruikt. Je hitst de duiven alleen maar op en hoe gekker je doet, hoe slechter de duiven naar huis komen. Wel valt hen op dat als de duiven heel erg diep gegaan zijn, bij hun vaak de vorm echt doorbreekt. Cees denkt dat dit komt door het systeem van veel trainen en veel eten. Veel liefhebbers doen iedere week wat anders voeren en vroeg of laat krijg je een keer een klap. Op dat moment is het seizoen vaak voorbij of blijkt de klap te hard. Door die klappen vallen veel liefhebbers af, waardoor je zelf vaak beter lijkt te gaan vliegen. Dit komt echter door de vele afhakers en de eigen duiven die gewoon in de normale vorm blijven. Hierdoor krijg je een ander beeld op de uitslag.
Opleren met de oude duiven wordt alleen voor het seizoen maximaal tweemaal gedaan. Er wordt dan gereden tot vijf kilometer en dit moet voldoende zijn voor de duiven. De prestaties wijzen dat ook wel uit, want op de vitesse staan ze weer in de top van de afdeling.
Systeem jonge duiven
Bij de jonge duiven staat één ding centraal: mandgewenning. Dit is iets wat de mannen enorm belangrijk vinden. Het probleem bij jonge duiven is gewoon stress. Duiven die helemaal vol met stress zijn, krijgen last van coli en raken veel sneller de weg kwijt. Door de duiven tientallen malen overdag in de mand te zetten, worden ze enorm rustig in de manden. Zonder tovermiddeltjes die gouden bergen beloven, is hier al jaren geen last meer van coli. Cees junior waarschuwt wel voor duiven ’s nachts in de mand doen. Hier heeft hij toch geen goed gevoel bij. Overdag als het licht is, moeten de duiven aan de mand wennen. In de nacht moeten de duiven gewoon in het rusthok slapen.
Net zoals bij de oude duiven, trainen de jonge duiven bij één nacht mand eenmaal en bij twee nachten mand tweemaal. Als de duiven eenmaal trainen, worden de duiven eenmaal per week opgeleerd. Er wordt gekeken hoe de duiven thuiskomen en aan de hand daarvan wordt er gekeken of ze een stukje verder gebracht kunnen worden. Zodra de duiven twee nachten mand hebben, worden de duiven niet meer opegeleerd. Ook bij de jonge duiven wordt er niets aan geforceerde motivatie gedaan. Je kunt een duif als jong uitpersen, maar als jaarling heb je er dan niks meer aan.
De jonge duiven worden vanaf maart verduisterd tot en met mei. Daarna worden ze vanaf 21 juni bijgelicht. Dit wordt gedaan van 7 uur ’s morgens tot 19 uur ’s avonds. De duiven worden op de deur gespeeld en een week voor de eerste NPO vlucht gescheiden.
Voeding
Het begin van het voersysteem start met de gedachte dat iedere duif aan dertig gram per dag genoeg heeft. De ene keer gaat dit op en de andere keer blijft hiervan liggen. Als een duif deze hoeveelheid voer krijgt, dan zal een duif nooit dik worden. In de ochtend krijgen de duiven ongeveer tien gram voer en in de avond krijgen ze 20 gram voer. Hierbij worden ze best rijkelijk van snoepzaad voorzien. De basismengeling voor de oude duiven bestaat altijd uit de volgende delen:
- 20% p40
- 20% Patagoon Vlieg Speciaal
- 20% Energy van Versele Laga
- 20% All in One van Beyers
- 20% Gerry Plus van Versele Laga
De jonge duiven worden altijd iets anders gevoerd. Deze krijgen een basismengeling van Gerry Plus, Superdieet en Vlieg Speciaal van de Patagoon. Dit systeem is iets anders, omdat de jonge duiven tegenwoordig niet meer zover vliegen. Mocht er echt een zware vlucht op het programma staan, dan wordt er wat Energy van Versele Laga bijgevoerd. Door dit systeem hebben de duiven altijd genoeg en zit je nooit met het probleem van te vroeg of te laat opvoeren. De meeste melkers kunnen of willen het niet geloven, maar de mannen willen iedereen op het hart drukken om het allemaal zo simpel mogelijk te maken. Zo kan iedereen de verzorging overnemen als het eventueel nodig is en kun je zelf de minste fouten maken. Uiteindelijk eet een duif echt zelf wel wat die nodig heeft.
Bijproducten
Op maandag krijgen de duiven altijd biergist met een beetje knoflookolie. Dit wordt al tientallen jaren gedaan en bevalt nog altijd uitstekend. De oude duiven krijgen weleens een mengesel van kaas, pinda’s en schapenvet. Uiteraard moet je dit niet doen op korte vluchten of als de duiven heel slecht trainen, want dan worden ze enorm blauw en dik. Na een zware vlucht krijgen de duiven ook weleens sedochol met eiwitten, voor een snellere recuperatie.
Verder krijgen de duiven de standaard middelen, zoals de mineralenemmer van de Patagoon, snoepzaad, p40 en iedere dag wel wat pinda’s. Op dinsdag krijgen ze altijd Belgabion van Belgica de Weerd.
Cees en Cees blijven ook wel up to date en zien dat de schappen helemaal vol staan met de meest geweldige bijproducten. Door ruim veertig jaar ervaring ziet Cees dat de duiven nog steeds keihard komen, het systeem dus nog steeds perfect werkt en al die bijproduc ten echt niet nodig zijn. Spaar het geld liever op voor een paar goede duiven of een uitje met het gezin, dan voor honderden euro’s bijproducten kopen. Na al die jaren is één ding wel duidelijk: hou het gewoon lekker simpel!!!
Medisch
Medisch gezien wordt er al sinds het begin vertrouwd op de kennis van Henk de Weerd. Dit blijkt al tientallen jaren een gouden systeem, want er is altijd hard gevlogen. De duiven zijn nagenoeg nooit ziek en hebben een enorme weerstand. Het feit dat al vele melkers slaagden met de duiven van Cees en Cees zegt toch wel genoeg.
Op zondag krijgen de duiven altijd een dag B.S. van Belgica de Weerd. Er komt steeds meer kritiek op dit product, maar na tientallen jaren bewijst dit nog steeds goed te zijn. De dag voor inkorven krijgen de duiven Orni3, Ornispeciaal of Belgatai. Deze producten worden afgewisseld en door dit systeem zo bij te houden, is er nooit sprake van luchtwegproblemen. Eens in de maand krijgen de duiven een geelpil opgestoken en hiermee blijven de duiven al tientallen jaren gezond.
Na de grote rui, krijgen de duiven een paratyfuskuur van veertien dagen. Ieder jaar wordt er gewisseld van product om eventuele resistentie uit de weg te gaan.
Hok
Cees senior kunnen we wel scharen als een specialist op hokkengebied. Al heel wat mensen hebben hem om raad gevraagd en altijd kwam hij met de oplossing. Bij veel melkers zal de aandacht nu getrokken zijn, want het hok blijft toch voor een groot deel van de melkers een onzekere factor. Nu komt het verlossende antwoord: windbreekgaas. Vergis u niet in het gaas dat overal verkrijgbaar is, maar ga echt op zoek naar goed windbreekgaas. Maak vervolgens alles dicht en zorgd dat de verluchting enkel via het windbreekgaas gaat. Bij veel liefhebbers heeft deze simpele verandering het plezier in de duivensport weer terug gegeven.
In de hokken ligt stro, zodat er veel tijd over is om te observeren. Naast dat stro erg gemakkelijk is met het schoonmaken, zorgt dit ook voor een heel behagelijk klimaat op het hok. Het zorgt ervoor dat de hokken goed droog blijven en de duiven vinden het heerlijk om in het stro te scharrelen.
Stamopbouw
Het is allemaal begonnen met de duiven van Gebroeders de Wit uit Kouderkerk. Deze gebroeders hebben gigantisch veel mensen naar de top geholpen. Met deze duiven werd er aardig gevlogen, maar de absolute klapper werd gemaakt met een uniek kweekkoppel. De “Joop” van J. Riesenbos uit Gouda was een enorme klasbak. Gekoppeld met een duivin van de Gebroeders Lugthart, die eveneens tot de duiventop gerekend mogen worden, kwamen er zeventien eerste prijswinnaars uit, meer dan negen teletekstduiven en vele kopduiven. Een koppel waarvan er kippenvel over je rug loopt. Een koppel waar er maar een handjevol van is op deze wereld. Op zo’n moment wordt duivensport net een stukje makkelijker.
Een andere grootheid uit de buurt is Anton v/d Heuvel. Deze melker staat ook al sinds jaar en dag bekend om zijn gigantische uitslagen en met deze melker wordt er ieder jaar geruild. In veel gevallen zie je dat er één melker slaagt met een duivenruil, maar in dit geval slagen ze beiden enorm met elkaars duiven.
Van Willem de Bruijn zijn inmiddels ook wat duiven gekomen en hier zitten enorm goede bij. De “061” is wel de absolute topper. Dit jaar was hij de beste vliegduif op het hok met vele kopprijzen en ook een kind van deze duif werd direct al beste jonge duif van dit jaar, met een topnotering in het samenspel.
“De Mooie” van Th. Henrich ontpopt zich ook tot een wonderkweker. Dit jaar speelde de combinatie al een 1e NPO met een kleinkind van deze doffer en eveneens een 3e NPO met een kind van deze geweldige doffer.
Tijdens mijn werk als reportagemaker heb ik al veel duiven vastgehad. Asduiven, teletekstduiven, olympiadeduiven en vele andere wonderkwekers en vliegers. De duiven van C & C Broekhuisen maakten op mij enorm veel indruk en ik durf te beweren dat zij qua bouw bij de besten hokken van Nederland behoren. Vraagt u zich af waarom het bij u niet wil lukken? Ga eens op visite bij deze heren en u komt erachter wat u mist op het hok. Zonder reclame te maken, kan ik u verzekeren dat hier nog duiven voor een normale prijs te verkrijgen zijn.
Slot
Als je ruim 40 jaar met duiven vliegt en mee kan komen met mannen als Verkerk, De Bruijn, v/d Merwe, Bosua, Van Zon, Everling, Epping, v/d Heuvel, Antoon v/d Burg, van de Rhee, Reedijk-Jongekrijg, H. Kulik, K. van Dorp en nog vele anderen, dan ben je geen kleine jongen. Veel mensen kropen al in de telefoon om hulp te vragen en altijd was er ook resultaat. Het grootste voorbeeld is zijn eigen zoon, die ruim tien jaar geleden ook met duiven wilde beginnen. Nooit had die naar duiven omgekeken, maar na een avontuur als voetballer op hoog niveau, wilde hij toch ook duiven houden. Zijn vader vertelde hem het systeem, zoals hierboven beschreven. Alles werd op papier gezet en er werd een eenvoudig hok neergezet met windbreekgaas. Nooit had Cees iets met duiven gedaan, maar hij werd wel mooi jonge duivenkampioen in het samenspel. Zijn vader hielp hem zeker vaak met de verzorging? Niks daarvan is waar! Alles deed Cees zelf, zoals het op papier geschreven stond. Dit verhaal draagt hij altijd met zich mee en is voor hem het bewijs dat je niet veel talent hoeft te hebben om leuk te vliegen, maar redelijke duiven en een goed systeem.
Cees en Cees Broekhuisen zijn synmpathieke liefhebbers die vol voor de duivensport gaan. Niet alleen voor hun eigen duivensport, maar ook voor de club. Hun club is al jaren de sterkste club van Zuid Holland, al zijn ze het pas één jaar niet geweest. Ooit voorspelde een van de beste spelers van de regio een zeer negatief scenario voor deze club. Uiteindelijk hebben ze elkaar opgepept en zijn ze er vol voor gegaan. De kracht van hun club is ook dat ze elkaar altijd steunen, helpen en van tips voorzien. Mede hierdoor wordt het regelmatig erg laat, maar dit zorgt wel voor een geweldige sfeer. In de duivensport moeten we zorgen dat het plezier weer terug gaat komen. Er is veel negativiteit en dit is niet bevordelijk voor de sport.
Deze reportage is na al die jaren dik en dik verdiend. En voor de mensen die nooit van deze combinatie hebben gehoord: verwonder u over deze onbekende parels van de duivensport!!
Enkele topresultaten:
- 1e NPO tegen 6.302 duiven
- 1e NPO tegen 9.915 duiven
- 2e NPO tegen 4.007 duiven
- 3e NPO tegen 6.302 duiven
- 4e NPO tegen 17.204 duiven
- 7e NPO tegen 17.098 duiven
Patrick Noorman
|