“Beiden hebben maar één doel, presteren op de marathonvluchten”
Een vraaggesprek met zowel Arjan Beens als Mark van den Berg.
De namen van Arjan Beens en die van Mark van den Berg zijn onherroepelijk aan elkaar verbonden. Buiten dat ze hartsvrienden zijn hebben ze beiden het zelfde doel voor ogen, namelijk, presteren op de zware marathonvluchten. Dat beiden hier ruimschoots in geslaagd zijn behoeft geen betuig meer te hebben. Maar gezien hun spel, gedrevenheid en wetende dat ze beiden nog tot de jongeren behoren binnen onze sport was dat reden genoeg om hun deze winter eens de nodige vragen voor te leggen. Uit de antwoorden zal u als lezer kunnen concluderen, dat ondanks hun hartsvrienden zijn toch op geheel eigenwijze en op een totaal andere manier de sport benaderen. Hopelijk kan ik U als lezer dan ook een leuk, interessant en misschien wel leerzaam stuk aanbieden. Daarom dan ook, veel leesplezier !!!
Arjan Beens.
In een eerder gemaakt verslag wat ik van hem maakte wist ik eigenlijk niet goed waarmee nu juist te beginnen. Ik refereerde toen aan door andere aangehaalde kopteksten wat andere over hem schreven of hoe ze hem noemde. Zo werd hij, of werd er over hem geschreven in andere verslagen “Wonderman”, “Mirakelman”, “Hij maakt gehakt van de concurrentie”, “De dirigent die zijn klasrijke orkest elk jaar weer een toontje hoger laat zingen” of zoiets als, “Arjan Beens, een Nationaal Icoon”. Kijk, en laten we eerlijk zijn, als je net half dertig bent en in sportbladen al zo genoemd wordt, ja, dan ben je een grote en geloof me, Arjan Beens is een grote en de jaarlijkse prestaties zijn gewoon het beste en mooiste bewijs.
Mark van den Berg.
Over Mark heb ik zelf nog nooit een regel geschreven voor een verslag of wat dan ook. Maar wat andere al over hem schreven doet hij eigenlijk weinig of niets onder dan zijn eerder vernoemde gabbertje Beens. Nee, net begin dertig, en een rits prestaties op zak waar de meesten van ons alleen maar van kunnen dromen. Voor Mark van den Berg gaat dan ook met recht het gezegde op, “Hij kwam, zag en overwon”. Laten we wel wezen, als je in 2007 op eigenbenen begint met de overnacht, en je nu, in enkele jaren tijd twee nationale zeges, vele kopprijzen en ook nog deelnemer bent geweest op de Olympiade, ja, dan ben je een grote.
En om U als lezer van deze, uit twee delen bestaande reportage/vraaggesprek een betere indruk te geven van deze bij leven al zijnde grootheden heb ik ze enkele vragen voorgelegd waarmee ik U als lezer een betere indruk kan en wil geven over de duivensport bij zowel Arjan Beens als Mark van den Berg.
Mede door het onderstaande vraaggesprek met deze, voor mij persoonlijke grote kampioen zal het U als lezer hopelijk duidelijker worden wie ze zijn en hoe ze tot hun jaarlijkse huzarenstukjes komen. Ik wens U dan ook veel leesplezier bij het onderstaande.
Stel jezelf eens voor?
Arjan Beens:
Arjan Beens, 36 jaar oud, geboren te Genemuiden, getrouwd met Janine, welke trouwens weer een mooie hobby gemaakt heeft van het maken van muziek. Verder zijn Arjan en zijn Janine de ouders van 3 zonen te weten; Jan van 7, Rik van 5 en Gijs van 2 jaar. Arjan komt uit een gezin van vader Jan en moeder Dinie en is het middelste kind van zeven. In het dagelijkse leven Hoofdproductie bij een installatiebedrijf. Hij is liefhebber sinds 1994 en aan de duiven geraakt via zijn oudste broer Gerrit-Jan. Sinds het jaar 2006 beoefend hij de sport geheel zelfstandig.
Janine haar hobby valt grotendeels in de winter, en die van Arjan in de zomer. Kan mooi samen gaan zo. Wel beide op deze manier flink druk. Maar als je wat wilt, moet je er wat voor doen.
Te veel mensen denken dat alles maar zo komt aanwaaien. Nadat zijn broer in 1993 ging trouwen, heeft hij de duiven nog een jaar op het ouderlijke adres gehad en verzorgt. Daarna is hij gestart op eigen adres met het vitesse/midfond/jong/natour verhaal, en dat doet hij nog steeds. In 1994 zat zijn vader dus met de gebakken peren (was nog wel veel weg voor zijn werk) toen heeft Arjan hem aangeboden te helpen daar waar nodig. Echter het helpen was al gauw alles zelf doen. De eerste jaren doorgevlogen op de oude naam Gebr.Beens. (Was dus altijd al een vader/zoon combinatie)
Daar hij als druk baasje meer wilde genieten van de duiven werd de overstap gemaakt naar de overnacht. Hij wilde op zaterdag langer van zijn duiven genieten dan 5 minuten.
Mark van den Berg:
Mark van den Berg, 32 jaar, getrouwd en vader van 2 dochters; Sanne van 4 en Lisa van 2. In het dagelijks leven is Mark werkzaam als projectleider in de Koudetechniek in Emmeloord. Van 1989 tot 1995 was Mark druk met pony rijden tot hij te groot werd voor de pony en vader Gerard in 1995 zei; hier heb je een duivenhokje met een stuk of 16 laatjes, kijk maar eens of je het leuk vind… En zo is het begonnen. Vanaf 1995 t/m 2006 heeft Mark samengespeeld met zijn vader Gerard en broer Henri en in 2006 is Mark op eigen benen op het huidige adres zelfstandig de duivensport gaan beoefenen.
Een stukje inleiding van zowel Arjan als Mark.
Waar wonen jullie?
Arjan Beens:
Ik woon in Genemuiden, gelegen een 10 km. boven Zwolle.
Mark van den Berg:
Ook ik woon in de regio van Zwolle en wel in het dorp IJsselmuiden.
Wanneer en hoe in de sport gekomen?
Arjan Beens:
Via oudste broer Gerrit-Jan zo in de beginjaren negentig.
Mark van den Berg:
In het jaar 1995 introduceerde zowel mijn vader als mijn broer me met deze geweldige hobby.
Wat speelde je eerst en hoe waren de resultaten?
Arjan Beens:
In het begin heb ik net als alle anderen deelgenomen aan allerlei wedstrijden, van 70 tot 1.100 km. En ik kreeg hier, toen nog in combinatie spelend al vrijsnel succes op. Als voorbeeld wonnen we het kampioenschap van onze regio in 1999 tegen een goede 4.200 leden.
Mark van den Berg:
Ook ik deed toen alle wedstrijden mee alleen wij speelden tot een goede 750 km. En eerlijk, dit met zeer goede resultaten. We wonnen in die tijd onder andere nationaal Le Mans S4 en tevens de auto. Verders wonnen we vele kampioenschappen en teletekstnoteringen.
Wanneer kwam de overgang om naar de overnachtfond te gaan?
Arjan Beens:
Daar ik in die tijd alle vluchten speelde, maar gezien de vele verschillende vluchten hadden deze vluchten niet echt mijn top-prioriteit. Vanaf het jaar 2001 heb ik besloten om mezelf meer te gaan concentreren op de ware marathon vluchten en zocht hiervoor vanaf toen het juiste materiaal. In 2003 hadden we dan ook al onze eerste successen op deze vluchten.
Mark van den Berg:
Vanaf het jaar 2004 werd ik echt geïnteresseerd in de zo gezegde marathon vluchten en vanaf dat moment ben ik ook jongen uit topduiven/topvliegers gaan kopen. Eenmaal in 2007 op eigen adres ben ik hiermee verder gegaan. Ik blijf het fascinerend vinden dat duiven van grote vluchten terugkomen, en het liefst vroeg natuurlijk.
Van wie leerden jullie eigenlijk het spelen met duiven.
Arjan Beens:
Arjan geeft me aan dat hij het meeste eigenlijk allemaal zelf heeft geleerd. Door zijn eigen fouten heeft hij een begin gemaakt. Tevens geeft hij aan dat hij veel geleerd heeft door veel te lezen van duivenkranten en op internet.
Mark van den Berg:
Vanaf het begin heb ik hoop geleerd van mijn vader en broer. En na eenmaal duiven bij zoal Koop Kiekebelt gehaald te hebben heb ik ook van hem het nodige opgestoken. Maar ook bij andere marathonliefhebbers heb ik het nodige geleerd. Deze meningen heeft Mark samengevoegd waarvan hij vond dat het het beste bij hem paste. Wel waakte Mark ervoor maar naar enkele toppers te luisteren, Mark’s mening is dat er veelal te veel ‘bijzaken’ bij worden gehaald. Eenmaal gekozen voor een systeem moet men dit ook een aantal jaren uitproberen en niet constant switchen…
Hoofdstuk 1: De duif en de hokken.
Wat voor soort hokken heb je?
Arjan Beens:
Eigenlijk heb ik meerdere hokken voor zowel de vlieg-, kweek-, als de jongeduiven. Ze hebben allen een zadeldak.
Mark van den Berg:
Mark heeft 1 hok van 13,5 mtr. Het hok is eveneens voorzien van een zadeldak.
De afmetingen van het hok?
Arjan Beens:
De hokken zijn ieder goed 7 meter lang dus in totaal een 21 meter.
Mark van den Berg:
Mark heeft dus 1 hok van 13,5 mtr. welke 4 afdelingen bevat met in totaal 44 nestkoppels. 1 van 2,6 mtr voor de Jonge Duiven, 1 hok voor 16 kweekkoppels en een klein hokje voor de kweekduivinnen. De diepte van het hok is 2 mtr en 2,5 mtr hoog.
Hoe staan de hokken?
Arjan Beens:
Richting het zuiden.
Mark van den Berg:
Richting Zuid-, Zuid-west.
Hoe komt de verse lucht in het hok?
Arjan Beens:
Bij mij staan de ramen aan de voorkant van de hokken altijd open.
Mark van den Berg:
Onder het raam is er een opening van ongeveer 10 cm waar de verse lucht in het hok komt. Deze gaat via een open strook van een 50 cm via de nok naar buiten.
Waar gaat de (afgewerkte) lucht het hok uit?
Arjan Beens:
Door een ventilator welke de lucht afzuigt boven in de nok van het hok/dak.
Mark van den Berg:
In de nok van het dak. Aan de voorkant van elk hok zit over de hele lengte een open strook in het plafond van 50cm.
Is de verwerking/toe- afvoer van de lucht belangrijk?
Arjan Beens:
Dat is zeer belangrijk. Een goede luchtstroom houdt de duiven gezond. Zonder goede luchtstromen krijgen de duiven geen goede vorm om te vliegen en zodoende geen goede resultaten op de vluchten.
Mark van den Berg:
Cruciaal. Wanneer de verluchting niet goed is zullen de duiven nooit geen topform krijgen. De bovenste luchtwegen moeten goed zijn en dat is onmogelijk als de verluchting niet in orde is. In het hoogseizoen kunnen bij mij in 1 nesthok van 1,8 (b) x 2,0 (d) x 2,0 (h) 12 nestkoppels met jongen liggen dus dat zijn dan ca. 40 duiven dus is goede verluchting erg belangrijk.
Hoe is het met de zon op het hok?
Arjan Beens:
Van de vroege ochtend tot de late avond staat de zon op mijn hokken en is dan ook de verwarming hiervan.
Mark van den Berg:
Kijk, de middag zon in vanuit het zuiden, dus dat is recht op mijn hok. Recht voor mijn hok staat het huis van de buren, dat zorgt er deels voor dat de zon in het voorjaar uit mijn hok blijft…
Vinden jullie het belangrijk om de temperatuur te kunnen regelen in het hok?
Arjan Beens:
Arjan vindt het belangrijk dat de temperatuur in de hokken stabiel is. Dus, geen grote temperatuur verschillen.
Mark van den Berg:
Mark vindt, gezien hoe het hok staat niet belangrijk, misschien wel als zijn hok in de schaduw had gestaan. In de zomer zijn de temperatuurschommelingen tussen dag en nacht minder, dat is mijns inziens wel belangrijk voor de vorm. In die tijd spelen zich ook de marathon vluchten.
Hoeveel duiven hebben jullie op de hokken en hoe zijn die verdeeld?
Arjan Beens:
Ik bezit een 35 kweekkoppels en een 100 koppels vliegduiven.
Mark van den Berg:
16 stuks kweekkoppels en 44 koppels vliegduiven. Voor mezelf kweek ik een 75 jongen per jaar…
Hoofdstuk 2: De duiven.
Wat is de oorsprong van jullie goede duiven?
Arjan Beens:
De beste duiven hier op het hok zijn de Gebr. Limburg Zuidveen, Jelle Jellema Steggerda, Batenburg Klaaswaal, First Price Pigeons De Bilt en Comb. Verweij-Castricum uit Mijdrecht. Veel mensen zeggen nu wel eens, “Ja, jij hebt makkelijk praten”. Maar in gesprek met Arjan moeten we niet vergeten dat hij echter hard heeft gewerkt voor zijn centen, en daarvan flink geïnvesteerd heeft in duiven. (dus het komt echt niet aanwaaien, als je wat wilt, ja, dan moet je er wat voor doen, maar bovendien ook voor laten)
Mark van den Berg:
De beste duiven heb ik van Koop en Gerda Kiekebelt Drijber, deze, gekruist op de Brive lijn van First Prize Pigeons/Raymond Moleveld pakken bij mij geweldig. Van de Comb. Verweij-Castricum/De Haan Mijdrecht heb ik ook enkele echten zitten, mede ontstaan d.m.v. onderlinge ruil waarvan we beide beter zijn geworden. Van de Gebr. Limburg heb ik ook enkele zitten welke het ook zeer goed doen.
De jongste aanwinsten zijn bestemd voor de +1100 km vluchten, de meest recente topper daarvan is “Christy” ½ Volkens, ¼ Toon, ¼ Comb. Beelen.
Wat zijn de beste kwekers en van welke oorsprong zijn deze?
Arjan Beens:
Mijn beste kweekkoppel is op dit moment “Mr.Bergerac” x “Rika” beide vlogen in hun vliegcarrière op teletekst, en hun kinderen doen dat ook meer dan verdienstelijk. Uit dit koppel stammen onder andere af,
- “Olympic Miss Gijsje” (1e Olympiade duif Cat. E in Nitra Slowakije) (6x Nat. kop) en 2x prijs op de Landencup in Dortmund.
- “Marianne” (9e Nat. Cahors 2012)
- “Rood Meisje” (5e NPO Albi 2012)
En “Rika” is ook moeder van “Snelle Jelle” met zoal de 2e Nationaal Perpignan 2012 en een 6e Nat. Orange 2010.
Mark van den Berg:
Mijn beste kweekdoffers zijn: “Brive 1” en de “Brive 2”. Ze zijn beide zonen van de “Brive”. “Brive 1” en “Brive 2” zijn beide al vader van een nationale winnaar en een rits andere topvliegers. Mijn beste kweekduivn is “Wonder van Drijber”, ze is moeder van zoal 1e, 2e, 3e, 3e, 5e, 14e, 20e enz. op de nationale vluchten. Ook “Dochter Gert-Jan” van Koop en Gerda Kiekebelt is een hele echte, kinderen vlogen reeds 10x bij de 1e 105 Nat./NPO
Hoe bouw je een stam zoals jullie die bezitten nog meer omhoog?
Arjan Beens:
Hier worden er jongen gekweekt uit duiven die zelf weten wat kopvliegen is, of uit kinderen van topduiven. En de nakomelingen worden vervolgens weer tegen elkaar gekruist. Indien mogelijk moet er al meerdere generatie kopvliegers in de stamkaart voorkomen. Aan prijsvliegers heb je niets, je moet op zoek naar kopvliegers.
Mark van den Berg:
Door alleen maar te kweken uit de allerbeste duiven die er in Nederland rondvliegen, of uit jongen van de allerbeste duiven. Mijn theorie is dus; als ik een jong kweek moet het liefst 1 van de 2 ouders een echte crack zijn (meerdere prijzen 1:1000/1:100) en/of minstens 3 van de 4 grootouders toppers. Deze aanpak geeft mijns inziens het meest rendement.
Als je duiven bijhaalt, gaat dan je voorkeur naar inteelt duiven of gekruiste?
Arjan Beens:
Het liefst koop/ruil ik ingeteelde duiven en die moeten dan uit een supervlieger of super vererver komen, en dat bij een melker vandaan welke al jaren hard speelt, en waar het gevoelsmatig mee klikt.
Mark van den Berg:
Het liefst schaf ik ingeteelde jongen aan zo dicht mogelijk bij de echte crack, dus het liefst een jong van een topduivin x haar eigen vader en andersom. Deze duiven kruis ik dan weg met mijn eigen ingeteelde duiven. Mijns inziens kan deze aanpak een kwaliteitsexplosie geven als het wil pakken.
Letwel; dit wel doen met de actueel hard vliegende duiven…
Wat denk je wat beter is voor op het kweekhok, toppers zelf of kinderen daarvan?
Arjan Beens:
Voor het kweken van topduiven heb je goede duiven nodig. En dat hoeven niet altijd topvliegers te zijn geweest. Ik heb altijd al veel succes gehad met het kweken uit jongen welke uit topduiven komen. Dus kweken met zonen en dochters van topduiven, en dat op jonge leeftijd. Je kweekt veel makkelijker een topduif uit jonge ouders. Daarnaast is op mijn hok momenteel het beste kweekkoppel “Mr.Bergerac” x “Rika”, en die wisten zelf in hun vliegcarrière ook wat kopvliegen was.
Mark van den Berg:
Het liefst beide, toppers zelf ben je ook op de vluchten nodig alleen op een gegeven moment hebben ze de leeftijd voor de kweek. Dit jaar heb ik mijn duivin ‘Anna’ op het kweekhok gezet (2x TT en van 2008), hiervoor heb ik speciaal een doffer aangeschaft welke zelf ook teletekst vloog op een zware Cahors, zo hoop ik een actueel presterend topkoppel op elkaar te hebben. Is geen garantie, maar wel de grootste kans op een topper denk ik. Ook hebben deze duiven top 3, 4 generaties toppers in de stambomen zitten…
Wat zoek je bij een kweekduif, een goede vleugel, oog of de resultaten?
Arjan Beens:
Allereerst moet er een goede lijn/afstamming achter zitten met veel kopprijzen. Daarnaast het liefst nog een jonge (liefst niet ouder van 6 jaar) duif, deze zijn vitaler en brengen makkelijker goede jongen voort dan oude kweekduiven. Wat de bouw betreft, moet de duif me in de hand aanstaan. Als de eerste indruk niet goed is, dan gaat het nooit wat worden. Tegen dat soort duiven ga je gevoelsmatig altijd je mindere partners tegen zetten. En dan is het op voorhand mislukt.
Mark van den Berg:
Het enige wat telt in zijn ogen zijn de resultaten in meerdere generaties. Dus zowel vader/moeder, grootvader/moeder die ook goed moeten zijn. En, het moeten duiven zijn met een sterk karakter. Automatisch zijn deze duiven dan vaak goed in de hand. Overeenkomsten die ik tussen de beste duiven herken; - goed gebouwd, - zachte pluim, - sterk karkas, - karakter/uitstraling.
Is het voor jullie ook van belang dat een duif een zachte pluimage heeft?
Arjan Beens:
Ja, iedere goede duiven heeft een zachte pluimage.
Mark van den Berg:
Ja, is zeker belangrijk.
Wanneer worden de duiven gekoppeld?
Arjan Beens:
De kweekduiven aan het einde van januari en vliegduiven zo half april.
Mark van den Berg:
Zowel de kweek-, als de vliegduiven zo half maart. Dit jaar ga ik proberen ze begin april te koppelen i.v.m. de pennenstand op de laatste vlucht van het seizoen.
Hoeveel jongen brengen uw koppels groot?
Arjan Beens:
De vliegduiven brengen allen 1 koppel groot en de kweekduiven wel 3 of 4 rondes.
Mark van den Berg:
Ook bij Mark brengen de vliegduiven voorafgaande aan het seizoen een ronde groot en voor de kweekduiven is dit een 2 a 3 rondes.
Hoofdstuk 3: Beheer van het gehele team.
Hoeveel vliegduiven hebben jullie?
Arjan Beens:
Ik bezit zo’n 200 vliegduiven.
Mark van den Berg:
44 doffers en tevens 44 duivinnen.
Hoeveel jaarlingen zitten hierbij?
Arjan Beens:
Bij mij zitten er een 110 jaarlingen.
Mark van den Berg:
Hier zal dat een goede 40 zijn.
Waarom spelen jullie op nest?
Arjan Beens:
Dit komt bij mij eigenlijk meer door de tijd en opleiding. Met nestspel kan je de doffers en de duivinnen op hetzelfde moment laten trainen. Het trainen kan hier ook maar 1 keer per dag daar ik ook nog werk van 07:00 uur tot 18:00 uur.
Mark van den Berg:
Ik heb voor het nestspel gekozen meer qua tijd die ik er aan besteed en gezien de accommodatie. Ik wil gewoon met doffers en duivinnen spelen en om ze gescheiden los te laten kost gewoon teveel tijd. Ik laat de duiven 1x daags trainen, als ik ’s-Middags 17.00 uit het werk kom doe ik alles naar buiten, zet de vlag erop en ga eten met mijn gezin. Daarna ga ik ze schoonmaken en haal ik ze rond 18.15/18.30 weer binnen. Zo kan ik de hobby mooi samen combineren met het werk/gezin.
Hoe hebben jullie dit systeem geleerd?
Arjan Beens:
Ik leer nog steeds maar het meeste wat ik geleerd heb komt van internet en uit duivenkranten. Dus, veel lezen !!!
Mark van den Berg:
Had al mijn eigen ideeën, goed naar de duiven kijken (gedragingen) en ik heb hoop geluisterd naar nestspelers die top spelen met dit systeem.
Hoe bereiden jullie de duiven voor richting de fond?
1) Hoe spelen jullie ze voor hun eerste opdracht?
2) Hoeveel kilometers moeten de duiven voor hun eerste grote opdracht gemaakt hebben?
3) Hoeveel trainen de duiven bij huis en hoe lang?
Arjan Beens:
De duiven worden een keer of 7/8 gespeeld voor hun eerste opdracht en dan hebben ze een goede 1.600 km in de vleugels. Het trainen is hier een uur per dag en een week of vier voor de eerste marathon vlucht ga ik de training naar tweemaal per dag doen.
Mark van den Berg:
Ook hier gaan de duiven 7 a 8 keer mee voor hun eerste opdracht en zullen dan ook een 1.500/1.600 km hebben gehad. Trainen doen ze hier een 5 kwartier tot 1 ½ uur.
Hoeveel fondvluchten geven jullie de duiven?
Arjan Beens:
De jaarlingen krijgen 1 of 2 vluchten en de oudere krijgen er 2 of 3.
Mark van den Berg:
Jaarlingen krijgen 1 overnachtvlucht en 1 dagfond en eenmaal twee jaar en ouder krijgen ze er 2 of 3.
Op welke vluchten en afstanden spelen jullie de jaarlingen?
Arjan Beens:
De jaarlingen gaan elke week mee op vluchten van 250 of 300 km. En krijgen dan 1 of 2 overnachtvluchten boven de 900 km.
Mark van den Berg:
Alle op het programmastaande vluchten met ten minste één vlucht van een 600 km en dan worden ze voorbereid voor Bergerac/Albi of Cahors. (950 - 1000 km.)
Welke duiven spelen jullie op een St. Vincent en wat is hiervan jullie afstand?
Arjan Beens:
De afstand van St. Vincent betreft voor mij een 1136 km. De duiven die ik op deze afstanden speel moeten hier natuurlijk geschikt voor zijn. Mijn inziens moeten ze hiervoor een goede bouw en lange soepele spieren voor hebben.
Mark van den Berg:
Het zijn volgens Mark andere duiven die het tot 1050 km doen en de afstand betreft voor hem een 1129 km. Volgens mij zit hem dat in de vlieguren… Veel duiven kunnen 12-13 uur vliegen aan, boven de 13-14 vlieguren is er volgens mij al 90% afgevallen. Ik vergelijk het altijd met wielrennen, veel renners kunnen tot 200km mee, daarna begint de afvalrace…
Hoevaak spelen jullie de jongen?
Arjan Beens:
De meeste van de jongen krijgen geen vluchten in hun geboortejaar.
Mark van den Berg:
Hier krijgen de jongen het liefst zoveel als mogelijk (8/9 keer) en het liefst een vlucht erbij van een 450/500 km en met twee nachten mand. Dit puur om alles te leren.
Op welke standen worden de oude duiven bij jullie ingekorfd voor de grote vluchten?
Arjan Beens:
Op de overnachtvluchten korf ik de duiven altijd in op broeden (eieren) tussen de 10 en 14 dagen.
Mark van den Berg:
Ik heb ze gespeeld op eieren en op jongen en op beide manieren is het gelukt. Heb wel gezien dat de duivinnen het super kunnen doen op eieren van 10-12 dagen, doffers komen bij die stand veelal te kort… Deze zijn beter op grote jongen…
Wat zijn volgens jullie de beste standen?
Arjan Beens:
Zoals al aangegeven, ik speel enkel op eieren tussen de 10 en 14 dagen.
Mark van den Berg:
Eieren zijn volgens mij de beste stand voor duivinnen terwijl het voor de doffers het beste is op een jong.
Denken jullie dat de nestpositie het belangrijkste is voor de prestatie?
Arjan Beens:
Nee, denk zelf hun territorium. Want vaak gaat een kopduif niet eens weer op haar eitjes zitten bij thuiskomst.
Mark van den Berg:
Wanneer de duiven meegaan naar een overnachtvlucht moeten ze gewoon perfect zijn. Misschien dat de nestpositie net dat beetje meer motivatie geeft.
Doen jullie de duiven nog extra motiveren buiten hun nestpositie?
Arjan Beens:
Ja, iedere avond speel ik wel even met de duivinnen wanneer ze op hun eieren zitten. Ik probeer ze eigenlijk een beetje boos te maken op me.
Mark van den Berg:
Ik stoei in het seizoen vaak met de duiven in de bak, pindaatje, beetje knokken, vinden ze (en ik) leuk.
Hoe doen jullie de duiven voeren als ze op eieren en of jongen zitten?
Arjan Beens:
Arjan geeft mij hierover aan dat hij natuurlijk altijd alleen maar eieren heeft liggen en dat het voer altijd per koppel in hun nestbak tot hun beschikking staat.
Mark van den Berg:
Bij Mark zit hier ook geen verschil in want geeft hij nog als extra’s aan, wie goed moet werken moet goed eten. Ze eten met jongen uiteraard wel meer, alleen blijft de mengeling hetzelfde.
Hoeveel tijd zit er tussen de vluchten in als de duiven weer mee moeten/kunnen?
Arjan Beens:
Normaal gesproken zo 3 a 4 weken.
Mark van den Berg:
Minstens 3 weken maar denk dat ten minste 4 weken nog beter is. Vooral met nestduiven voor een goede stand. Maar ze moeten tussen de vluchten ook weer goed trainen en hij brengt ze ook nog geregeld samen weg met Arjan voor een lapvluchtje van een 150 km.
Hoe slagen jullie erin om ze goed te herstellen na een vlucht?
Arjan Beens:
De eerste dagen na een overnachtvlucht geef ik ze dierlijke eiwitten over hun voer heen. Dat maakt ze dat ze snel weer hersteld zijn. En op warme vluchtdagen, zit er honing in het drinkwater voor de zachte keeltjes, en het suiker gehalte. Bij normale vluchten bij thuiskomst altijd schoon drinkwater.
Mark van den Berg:
Door training en voeding en geregeld natuurlijke producten voor een goede recuperatie. Bij thuiskomst af en toe honing of Belgasol…
Geven jullie nog iets tegen het geel na een vlucht en bijna een week in de manden?
Arjan Beens:
Zie reactie van Mark.
Mark van den Berg:
Twee keer per seizoen geef ik ze een capsule tegen het geel. De eerste keer een tiental dagen voor de eerste overnachting en dan nog een keer halverwege het vluchtseizoen. (Belgamagix)
En iets voor tegen de koppen?
Arjan Beens:
Zie reactie van Mark.
Mark van den Berg:
Drie keer per seizoen geef ik ze drie dagen voor inkorving twee dagen lang iets tegen de problemen met de koppen. (Ornispecial)
Wat voor producten gebruiken jullie zoal ter bescherming van het immuunsysteem?
Arjan Beens:
Ook hier weer het zelfde als bij Mark en ik geef ze ook geregeld knoflook met ui in het water.
Mark van den Berg:
Zowel Arjan als ik geven natuurlijke producten zoals de Forte Vita van Travipharma en de Darba van DHP. Allen gebaseerd op natuurlijke zaken. Ook geef ik geregeld knoflook.
Wat gebruik je om de duiven in de juiste topvorm te krijgen?
Arjan Beens:
Niets, de gevraagde topvorm moet komen wanneer de duiven supergezond zijn en opgeleid zijn.
Mark van den Berg:
Zie de vragen met bijbehorende antwoorden hiervoor.
Waarom hebben jullie eigenlijk voor dit spelsysteem als de grote fond gekozen?
Arjan Beens:
Ik hou gewoon van het spel met verrassingen. Je weet nooit wanneer er precies een duif komt en hoeveel km. de duiven de eerste dag hebben gemaakt. Daarnaast zal er de komende jaren steeds vaker worden deelgenomen aan de Z.L.U. vluchten.
Mark van den Berg:
De afstand en de kick om een duif te pakken en zeker als er in de regio nog niets bekend is. Maar ook gezien de fikse overvlucht die wij hebben van toch wel een 120 km. Tot 10 jaar terug was het hier in de buurt ‘onmogelijk’ om vroeg te pakken volgens de mensen… Inmiddels is door meerdere mensen het tegendeel wel bewezen…
Ook jullie willen natuurlijk eens een eerste internationaal spelen?
Arjan Beens:
De duiven zijn er klaar voor en dat hebben ze zeker dit jaar bewezen. Dit jaar o.a. een 2e Nationaal Perpignan en een 15e Nat. Barcelona, en op Marseille vijf duiven bij de eerste 130 nationaal. Vanaf 2014 of 2015 gaan we het vizier geheel op de Z.L.U. vluchten richten, en gaan we wel zien hoe sterk de concurrentie in het zuiden daadwerkelijk is.
Mark van den Berg:
Natuurlijk, ook Mark zou willen zegen vieren op een internationaal concours. Maar geeft hij aan, hij is nog aan het bouwen voor een juiste stam, ik doe het eerst nog wat rustiger aan, afgelopen jaar was mijn debuut op Bordeaux Z.L.U. en met de 41e Nat. was dat een zeer mooie prestatie. Bij mij gaan de pijlen richting 2015/2016….
Hoofdstuk 4: De selectie.
Door de jaren heen heb ik vele verslagen mogen en kunnen maken. Van Internationaal winnaars tot kampioenen op van de W.E.S.M. en dit zowel in Nederland als in België. Als we alles in huis denken te hebben zoals een goed hok, goede duiven, juiste begeleiding zal het grootste keerpunt tot de ware top te behalen zijn de selectie. Ik kwam op hokken die de top behaalde en hun duiven lieten uitgroeien tot ze de leeftijd hadden van twee/drie jaar, maar zo kwam ik ook op hokken die selecteren van jong tot de dood. En, ondanks de verschillen hadden ze allen meer dan fantastische resultaten. Daarom dan ook dat ik dit onderdeel binnen onze sport wil voorleggen aan deze twee grote, maar nog jonge kampioenen.
Hoeveel prijzen moeten de jaarlingen verdienen en waar selecteer je verders op?
Arjan Beens:
Prijzen zijn in deze zeker geen must. Wanneer ze goed thuiskomen en snel weer zijn zoals ze behoren te zijn is haast een plaats verzekerd voor het volgende seizoen. Als ik een duif zie, moet hij mij wat te vertellen hebben, zo niet dan is hij gauw verdwenen.
Mark van den Berg:
Natuurlijk, zou graag zien dat ze vroeg vliegen. Wanneer ze een prijs 1:10 zouden vliegen ben ik zeer blij maar dit is zeker niet nodig. Als ze na de vlucht maar snel weer de oude zijn is dat genoeg voor mij. Echter hebben bij mij de betere duiven zich als jaarling al wel een keer laten zien…
Hoe zit dan bij de oude duiven?
Arjan Beens:
De oude duiven krijgen 2 of 3 overnachtvluchten in een jaar. Ze moeten prijs pakken dat is een standaard voorwaarde.
Mark van den Berg:
Twee jaar en ouder zouden ze 2/3 prijzen moeten kunnen winnen. 1:10, 1:25. Maar een twee jaar of oudere moet het vermogen hebben om te winnen van een prijs 1:100 (1%)
Maken jullie notities van de duiven?
Arjan Beens:
Van het wedvluchten spel heel weinig, daarvan sla ik veel op in mijn hoofd. En mijn spelmethode vergt weinig aandacht voor wat de notities betreft, ik speel altijd op eitjes van 10 a 12 dagen broeden. Wie daarop niet presteert gaat eruit aan het eind van het seizoen. De positieve en negatieve bemerkingen als jonge duif en jaarling worden op mijn overzicht lijst bijgehouden. Wie die twee jaar overleeft heeft daarna geen opmerkingen/notities meer nodig. Ze worden hier niet zo maar twee jaar oud.
Mark van den Berg:
Bij de fondvluchten schrijf ik de standen op en gedurende het seizoen schrijf ik dingen die mij opvallen op. (welke duiven zijn altijd bij de eerste van een training? Welke vallen op in het hok?)
Verkiezen jullie duiven met veel prijzen of met minder, maar wel kopprijzen?
Arjan Beens:
Mijn voorkeur is kopprijzen (1%)
Mark van den Berg:
100% voorkeur voor de kopprijzen.
En de selectie bij de jongen?
Arjan Beens:
De enige selectie die bij de jongen wordt gehouden is die op de natuurlijke gezondheid en de structuur van hun lichaam. (Ze moeten sterk en evenwichtig zijn)
Mark van den Berg:
Vanuit hun zelf moeten ze beschikken over een natuurlijke gezondheid, dat is volgens mij genoeg het eerste jaar.
Hoofdstuk 5: Medisch.
Hun mening over het medische gedeelte !!!
Arjan Beens:
De vliegduiven krijgen buiten de grote vluchten om veel knoflook in het water, echter ten aanzien van het marathon seizoen, beroept hij zich op de producten van dr.De Weerd.
(hij gelooft niet in die liefhebbers die helemaal niets geven)
Mark van den Berg:
Hier wordt in de winter veel knoflook in het water verstrekt maar is mijns inziens zeker niet afdoende genoeg tegen het geel etc. Daarom ook bij mij in het seizoen de producten van Belgica De Weerd.
Wanneer is bij jullie de vaccinatie tegen het paramyxovirus?
Arjan Beens:
Februari.
Mark van den Berg:
Maart. Dit seizoen (2013) heb ik het al in januari gedaan.
Doen jullie ook vaccineren tegen paratyfus?
Arjan Beens:
Ja, altijd in december.
Mark van den Berg:
Het ene jaar wel, andere jaar niet. Wel altijd een paratyfuskuur van een dag of 14
Doen jullie iets tegen wormen?
Arjan Beens:
De vliegduiven krijgen bij de koppeling allemaal een wormpil opgestoken. (kan hij de dag erop mooi kijken, per koppel hoe de mest is) scheiden ze wormen uit, dan krijgen ze twee weken later allemaal nog een wormpil. (echter dat heeft hij pas 1x gehad)
Mark van den Berg:
Na het seizoen 2011 heb ik er wel van geleerd, dacht dat ik de duiven best had maar op de marathonvluchten vielen de prestaties tegen en er waren meerdere beste duiven die hun prijs mistten, na een mestonderzoek bij Jelle Jellema bleken er wormen in te zitten, toen snel een BelgaWormac aan de duiven gegeven en de vlucht erop was als vanouds… Daarom vanaf toen jaarlijks een wormtablet.
Geven jullie iets voor het vliegseizoen tegen het geel en of de koppen?
Arjan Beens:
Nee, alleen tijdens het vliegseizon. Twee weken voor de 1e overnachtvlucht worden alle duiven vrij gemaakt van het geel. (7 daagse kuur over het voer.) Regelmatig verstrek hij op de zondag en maandag voorafgaand aan het inmanden op de dinsdag twee dagen Orni special van de Weerd in de drinkpan. Daarna worden ze per vlucht klaar gemaakt, en krijgen ze een week voor het inmanden een geelpil. In plaats van dat de gehele kolonie weer een kuur krijgt.
Mark van den Berg:
Nee, alleen tijdens het vliegseizoen, nagenoeg idem als Arjan, alleen krijgen die van mij voorafgaand aan het seizoen geen langdurige geelkuur.
Gebruiken jullie ook iets tegen het gevreesde adenovirus?
Arjan Beens:
No way, jonge duiven die eventueel dit krijgen en niet snel genoeg opknappen verlaten het hok. Dat is mijn inziens de enige manier tot het verkrijgen van een sterk hok met duiven. Veel melkers maken van hun stammetje een zwakke boel, door bij het minst of geringste al naar de 4 in 1 te grijpen.
Mark van den Berg:
Ik leng het water aan met Forte Vita van Travipharma en Darba van DHP, deze natuurlijke middelen ‘verzuren’ het drinkwater en volgens mij is dat beter… Voelen bacteriën etc. zich niet in thuis…
Verders nog iets bijzonders?
Arjan Beens:
Ja, bij het inmanden krijgen ze allemaal een Vitaboli pil opgestoken en een Belgaforme pil. En na het seizoen krijgen ze niks meer en start het verhaaltje weer van voor af aan.
Mark van den Berg:
Hier om de vlucht een Vitaboli voor de duiven die ingekorfd worden en altijd de pootjes schoonmaken en invetten met vaseline…
Hoofdstuk 6: Voeren.
Er blijken vele verschillende manieren van voeren te bestaan. Dit is dan ook de reden dat ik beide kampioenen aan het woord wil laten over hun manier van voeren.
Arjan Beens:
Ik voer in mijn ogen het beste voer wat er is. Koopman Beijers Premium All in one, en dat krijgen alle duiven. Jong, oud, vlieg, kweek, en dit het hele jaar door.
Daarnaast heb ik gerst en paddy staan. Deze twee “droog brood” voeders voeg ik naar gelang het er om vraagt aan het voer toe. Makkelijker en simpeler kan je het je zelf niet maken.
Jongen leren van jongs af aan, pinda’s en de koopman korrel te eten, etc.
Kweek:
Tijdens de 1e koppeling in aanloop, 50% Koopman 25% gerst en 25% Paddy. Zodra er jongen liggen 100% Koopman. Zo af toe even terug nemen tussen de kweekronden door een paar dagen 33% van alle drie. In de rui 80% Koopman en 10% gerst en 10% Paddy en zodra de laatste pennen klaar zijn, 50% Koopman, 25% gerst en 25% Paddy.
Jongen:
Tijdens opgroeien en wedvluchten en rui 100% Koopman. Na de rui op 50 Koopman, en 25 gerst en 25 Paddy.
Vliegduiven:
In de aanloop naar het seizoen toe, 50 Koopman 25 gerst, 25 Paddy dit tot aan de 4e a 5e vitesse vlucht. (wel volle bak) 24/7 altijd voer tot hun beschikking. Zodra ik zo’n 3 a 4 weken voor de 1e overnachting 2 x daags ga trainen, dan krijgen ze 100% Koopman. De laatste dagen voor inmanden van de marathonvluchten krijgen ze 100% Koopman aangelengd met Beijers Super energie, en pinda, tovo, snoepzaad, alles wat ze maar lekker vinden.(hier gaan ze 110% vol de mand in)
Na de vluchten 100% Koopman tot de rui klaar is, en dan 50 Koopman, 25 gerst, en 25 Paddy. In het “echte”sport seizoen krijgen ze ook nog de nutrivo korrel aan het voer toegevoegd.
De vliegduiven hebben op de vloer een gezamenlijke voederbak, en in de broedhokken heeft ieder koppel een whisky glas staan, daarin kan ik dat per koppel individueel nog wat extra vetten voeren etc. In het sportseizoen bijna geen olie over het voer, heel soms wel , en dan gaat daar wat Beute herstelpower en Beute sport overheen. En leeg gevlogen nakomers krijgen een Beute Herstelpower pil opgestoken, dit om even snel eiwitten in de bloedbaan te brengen.
In het stille seizoen krijgen alle duiven op zondag olie met biergist/mineralen over het voer. (of het nodig is weet ik niet, maar ik heb er een goed gevoel bij)
Mark van den Berg:
In het ‘stille seizoen’ geef ik de duiven Champion+, Gerry+ van Versele Laga, Rui-Winter, gert en Paddy van Wielink. Deze 5 zakken meng ik dan door elkaar heen. In het vliegseizoen vervang ik de paddy voor Fond van Wielink en de Rui-Winter vervang ik voor Vlieg extra van Wielink. Ook ga ik, naarmate de trainingsarbeid/vluchtintensiteit toeneemt, Koopman Premium van Beijers voeren. Verder verstrek ik aan de duiven in het seizoen ook pinda’s voor de motivatie en de energie. Ook hier gaan de duiven ‘afgetankt’ de mand in voor de marathonvluchten.
De jonge duiven krijgen bij mij 50% Champion+ en 50% Gerry+. De kwekers krijgen start van Versele Laga en Kweek-extra van Wielink.
Terugkijkend naar bovenstaande vragen heb ik het gevoel dat ik de mannen het hemd van het lijf gevraagd heb. Natuurlijk, er zullen altijd nog wel vragen bovenkomen of dingen waar je van denkt, had ik dit, of had ik dat……. Maar persoonlijk voel ik me zeer verheugd dat deze twee kampioenen van dit kaliber zo open wilde zijn tot het slagen van dit vraaggesprek. Hopelijk heeft U als lezer van deze totaal andere opzet qua samenstelling van dit verslag kunnen genieten en zelfs misschien nog wel wat opgestoken. En daarom wil ik dan ook zowel Arjans Beens als Mark van den Berg bedanken voor de tijd die zij voor mij hebben vrijgemaakt om U als lezer dit alles te hebben kunnen aanbieden.
Johan Hamstra.
|