Comb. Steenbeek & Zn, De Bilt
Kampioen van Duffel tot St. Vincent

Koos Steenbeek is al jaren bij de kampioenen van afdeling 7. Waar hij eerst geweldig speelde op het programmaspel, besloot hij toch wat rustiger aan te doen en de keuze voor zijn gezin te maken. Er werd overgeschakeld op het fondspel en al snel was hij daar ook één van de favorieten. In zijn sterke club was hij de enige overnachtspeler en regelmatig kreeg hij de vraag van zijn buurman of er al duiven gevallen waren. Dit zette Koos aan het denken en er werd besloten om ook snelheidsduiven te gaan houden. Met 5 koppels weet hij in de kop van de uitslag te vliegen en zelfs teletekstnoteringen te behalen. In combinatie met de snelle duiven, is hij in 2014 Keizer Generaal kampioen van Afdeling 7 geworden en wist hij meerdere keren op teletekst te komen. Een gigantische prestatie van deze topmelker, wat mede komt door een interessante wending in zijn duivenloopbaan.
Systeem
Koos wordt zo af en toe bijgestaan door zijn zoon Boyd (18). Boyd vindt het heerlijk om met de duiven om te gaan en zeker als er jonge duiven zijn, vindt hij het geweldig om in de hokken komen. Wat is er nou mooier dan de duivensport samen met je zoon te beleven?
Dat Koos met tien duiven in de kop van de uitslag mee kan draaien, mag zeer bijzonder genoemd worden. Waar veel discussies zijn over de massaspelers, laat Koos duidelijk zien waar het écht om draait: topduiven!! Zonder topduiven lukt niets en met topduiven lukt bijna alles. Koos ziet de vijf koppels snelle duiven als een ideale graadmeter om de conditie te pijlen. Als deze duiven niet goed van de vluchten komen, dan hoeft hij van de fondduiven helemaal niets te verwachten.
Koos heeft op zijn hok twee afdelingen met oude duiven. Op de ene afdeling zitten veertien koppels duiven op totaal weduwschap en op de andere afdeling zitten 14 koppels op nest. De snelheidsduiven zitten op weduwschap, met enkele fondduiven. Dat dit geen enkele belemmering is, laten de resultaten wel zien. Duivenmelkers maken het zichzelf vaak enorm lastig, terwijl het enkel om gezondheid en kwaliteit draait.
De oude duiven trainen eenmaal per dag en dit is in het begin gedwongen. Luierende duiven moet Koos niet hebben en daarom worden ze in het begin opgejaagd. Als je dit 2 weken bij duiven doet, dan weten ze dit en daar heb je heel het seizoen plezier van. De duiven trainen dan vanzelf de gewenste tijd. Aan de hand van de conditie wil de training nog wel iets verschillen in duur en intensiteit, maar een uur en een kwartier moeten ze echt wel vliegen. Eerst gaan de weduwmannen en weduwduivinnen eruit. Als die binnen zijn, worden alle fondduiven op nest tegelijk naar buiten gelaten. Deze duiven trainen op dezelfde manier.
De oude duiven worden niet verduisterd wel bijgelicht. Koos heeft hier weleens over nagedacht, maar zijn laatste vlucht is vaak de beste. Zo speelde hij eens een 1e Nationaal op de laatste vlucht, dus blijkbaar is het niet nodig. De enige manier om de rui wat te remmen, is door de puntjes van de pennen af te bijten. Als een duif een pen stoot, dan bijt of knip je van de volgende pen het topje af. Sommige duiven reageren hier geweldig op, waardoor ze langer in de pennen blijven. Koos weet ook dat al dat gedoe om de pennen ook niet altijd wat zegt. Zo speelde hij de 4e Nationaal met een duif die op drie oude pennen stond. Motivatie en de kwaliteit van de duiven zijn toch wel essentieel.Het valt op dat de vroegste prijzen op de overnachtfond meestal komen van de nestduiven. Door het totale weduwschap heeft Koos een aantal jaar de prestaties zeer goed kunnen vergelijken en op een uitzondering na, spelen de nestduiven de meeste kopprijzen.
Jonge duiven
Het systeem met de jonge duiven is erg interessant. Koos heeft geen groot duivenhok en daardoor zitten de jongen gewoon bij elkaar. Ieder jaar zitten er ongeveer twintig snelheidsduiven tussen de jonge duiven. Deze hele groep wordt gewoon verduisterd en bijgelicht. De snelle jongen gaan mee op de jonge duivenvluchten en de overnachtduiven worden op de natour gespeeld. Dit is een systeem dat zeer fijn werkt bij Koos en hierdoor zit hij tijdens alle vluchten ook echt op een vroege duif te wachten. Groot nadeel van alleen fond vliegen, is dat je zoveel vluchten voor niks staat te wachten en lastig kunt inschatten of je hok in vorm aan het raken is of niet.
Voeding
Voeding is erg belangrijk, maar moet niet overdreven worden. Matador heeft zeer kwalitatieve mengelingen en er zit echt een idee achter. De duiven mogen altijd een kwartier eten wat ze willen. Dit is het meest eenvoudige voersysteem dat er is en zodoende kunnen ze nooit te dik worden, maar hebben ze altijd vodoende gegeten.
Na een vlucht krijgen ze Matador Premium Fond en daarna wordt er een paar dagen overgeschakeld naar Matador Start. Dit is een lichte mengeling, met een hoog percentage gerst. Na 1-2 dagen wordt er weer overgeschakeld op de fondmengeling van Matador. Veel mensen zullen zich afvragen of de snelle duiven dit ook krijgen. De snelle duiven worden op dezelfde manier gevoerd als de fondduiven. Het enige verschil is, dat de fondduiven voor een fondvlucht nog wat hennep, snoepzaad, pinda’s en tovo in een potje krijgen. Na de training krijgen alle duiven een snufje snoepzaad, hennep, tovo en pinda’s, zodat de duiven rivaliteit voelen. Dit is ook de reden dat de duiven gezamenlijk op de vloer uit een voerbak te eten krijgen. Zien eten, doet eten. Een duif eet meer als hij moet strijden voor zijn eten en andere duiven ziet eten.

Bijproducten en de medische kant
Koos is een voorstander van natuurlijke bijproducten. Bijna vijf jaar geleden kwam hij in contact met Peter Boskamp van BonyFarma. Koos vond al dat medicijngebruik maar niks en besloot het over een andere boeg te gooien. Hij had inmiddels al zoveel jaar ervaring in de duivensport en vloog al jaren keihard. Hij durfde het weleens aan om het geweer van schouder te wisselen en zo werd besloten een aantal bijproducten te geven. Inmiddels jaren later, is Koos enorm tevreden en geniet hij nog steeds van het zeer minimale medicijngebruik. De resultaten zijn veel constanter geworden en de teletekstnoteringen zijn niet meer op twee handen te tellen.
Wat geeft hij dan allemaal? Bij thuiskomst krijgen de duiven Usnegano van Röhnfried in het water. Dit product zorgt ervoor dat geel en coccidiose geen kans hebben om zich te vermeerderen. Samen met Allicine en Blitz moet dit zorgen voor een natuurlijke ontsmetting. Om te herstellen van een zware vlucht krijgen de duiven op zaterdag en zondag ook nog elektrolyten in het water. Al deze bijproducten zitten samen in het water en dit kan geen enkel kwaad.
De rode draad in de natuurlijke begeleiding, is Bony SGR. Deze verzurende kruidendrank voorkomt enorm veel problemen bij de duiven, ze worden er zo glad als een aal van en krijgen enorme trainingslust. Deze verhalen klinken altijd fantastisch mooi, maar Koos heeft geen aandelen in Bony. Hij heeft zelf ervaren dat deze producten echt effect hebben, anders was hij er allang mee gestopt! Dit product krijgen ze tweemaal in de week.
De duiven krijgen over het voer tweemaal per week B.M.T. en Basiskern. B.M.T. is biergist met wat eiwitten, tarwekiemen en probiotica. Dit product is zeer goed voor de darmen en dat zie je meteen terug in de mest. Basiskern is een pot vol met kruiden en je kunt het zo gek niet bedenken of het kruid zit er in. Al deze kruiden hebben een goede werking op het gehele lichaam van de duif. Het zuivert, het voorkomt en zorgt voor een goede basisconditie. Deze bijproducten worden aan het voer geplakt met Bony Omega Nucleovit of sedochol.
Kweek
Over het kweken is Koos snel uitgepraat. Je hebt allerlei theriën om duiven te kweken, maar de beste is om gewoon de topduiven tegen elkaar te zetten en op je gevoel af te gaan. Dit brengt al tientallen jaren de beste resultaten. Als je tientallen jaren goede duiven tegen elkaar koppelt, dan zullen ze heus wel de kenmerken hebben en doorgeven die duiven nodig hebben om hard te vliegen. Hou het simpel!
Hok
Het hok kan nog weleens voor hoofdbrekens zorgen, zo ook bij Koos. Bij Koos ging het alleen wel erg ver. Hij vloog maarliefst zes keer teletekst en besloot toch om zijn hok aan te passen. De voorkant begon rot te worden en er moest wat gebeuren. Koos besloot om het gewoon meteen aan te pakken en meteen de kap te isoleren met platen. Tien centimeter tot de nok werd betimmerd en onder het raam aan de voorkant, werd een rooster geplaatst. Dit roosters werd met een plankje afgezet, zodat de lucht gebroken in het hok kwam. De eerste vlucht na de verandering was gelijk een stuk slechter. De mannen op de club hadden Koos al voor gek verklaard, maar na een week kwamen de resultaten in de lift en werd het een van zijn beste seizoenen ooit. Het gevoel van een duivenmelker blijft het belangrijkste!

Waar de nestduiven zitten, is het dak op exact dezelfde manier afgetimmerd. Alleen is er een keer een plank door het raam gewaaid. Koos heeft er toen windbreekgaas in gemaakt en dit systeem bevalt ook zeer goed, gezien de 1e Nationaal en de vele topprijzen die er op gevlogen zijn.
De voorkant van het hok staat op het oosten en de accomodatie is flink ingebouwd. Hierdoor is het lastig om de verluchting optimaal te krijgen, zeker als het hoog zomer is. Het lijkt er op dat het nu goed is, maar het blijft altijd zoeken. Voor mensen die moeite hebben met hun verluchting, er is geen standaardverluchting dat altijd werkt. Het blijft zoeken en het gevoel van de melker blijft hierin ook weer erg belangrijk.
Stamopbouw
Koos besloot om het wat rustiger aan te gaan doen, omdat zijn gezin hem zeer dierbaar is. Het doel was om op de overnacht over te schakelen en het toeval wil dat oud clubgenoot Evert Diepeveen het bekende First Prize Pigeons had opgericht. Er kwamen ook fondduiven, maar die moesten wel getest worden. Koos Steenbeek werd hiermee satelliethok en het beste van het beste verhuisde naar hem.
Hij besloot op een dag ‘zoon Donkere Barcelona’ te koppelen aan ‘Dochter Raket’. Het was een gevoel en Koos had het idee dat dit een zeer goed koppel zou worden. Hiermee liet Koos een glimp van zijn duivenkennis zien, want uit dit koppel kwamen vijf teletekstduiven en vele andere kopduiven. Een schot in de roos! 80% van de duiven komt dus van First Prize Pigeons en dat deze kweekstal gigantische kwaliteit heeft, blijkt hier maar ook bij andere melkers wel.
In 2005 had Koos de beste overnachtduif van Nederland en deze was afkomstig van Leo v/d Waart uit Boxmeer. Met deze duiven is hij geweldig geslaagd. De snelle duiven komen van Frans Maring en dit zijn voornamelijk Heremans duiven, Piet van Barneveld en First Prize Pigeons.
De lijnen die we toch wel vaak terugzien zijn: ‘Blue Star’, ‘Gigant’, ‘Boyd’, ‘Brive’ en de ‘34’. Veel van deze duiven zijn familie van elkaar en geven teletekstduiven in meerdere generaties. Op het moment dat je zo’n kolonie duiven tegenkomt, kun je gerust duiven aanschaffen. Wat een fantastisch hok met duiven en een melker die er alles aan doet om bij de top te blijven.

Topresultaten laatste jaren:
- 1e NPO St. Vincent 1.221 duiven 4e Nat. 2012 sector 3 (de 34) zus van Boyd
- 1e NPO Cahors 2.089 duiven 1e Nat. 2011 sector 3 Bontje 84
- 1e Nat. Cahors 2013 sector 3 (Boyd)
- 1e NPO St. Vincent 1.662 duiven 3e Nat. 2014 sector 3 (de 34) zus van Boyd
- 2e NPO Brive 2.332 duiven (Boyd)
- 3e NPO Orange 879 duiven
- 3e NPO Mantes La Jolie 2.815 duiven
- 4e NPO Brive 2.332 duiven
- 6e NPO Sens 3.803 duiven (De 06) in 2013 3e Vitesse kampioen afdeling 7
- 7e NPO Periqeaux 2.802 duiven
Slot
Koos bewees door met de duiven van First Prize Pigeons te gaan vliegen, dat het vooral om goede duiven draait. Binnen korte tijd stond hij aan de top van de Afdeling en dit is vooral te danken aan de topduiven. Ook de verandering van de medicijn aanpak, naar de natuurlijke aanpak is een geweldige zet geweest. Alle mensen die slecht spelen, moeten op zoek gaan naar betere duiven. Zoek het daar nou in, want meer is er echt niet. Wijze woorden van de grote kampioen van Afdeling 7.
Patrick Noorman
|