Overzicht archief, postduiven-nieuws, columns en overige artikels voor en door duivenliefhebbers.

C. & G. Koopman – Ermerveen
 
Voor de nummer nummer 5 van het totaalklassement van de beste liefhebber Eendaagse Fondspiegel oud over de periode 2012-2014 reizen we af naar Ermerveen waar Gerard Koopman woont. Eigenlijk hebben we het hier over team Koopman, aangezien er, behalve Gerard, nog drie mensen zijn die hem ondersteunen. Zo wordt Gerard voor de dagelijkse verzorging van de duiven bijgestaan door Kjeld Spithoven. Hierbij is er geen echte onderverdeling in de taken en worden de duiven door Gerard en Kjeld gezamenlijk verzorgd. André Leideman (met zijn broer spelend onder de naam Gebr. A. & B. Leideman) houdt zich verder bezig met de administratieve handelingen (denk hierbij aan de afhandeling van de mail, het maken van de stambomen en het bijwerken van de website). De laatste versterking van het team Koopman is Louis He die zich bezig houdt met de contacten in China.

Hoewel Gerard het complete programma speelt, ligt de nadruk op de NPO-concoursen. Daarnaast probeert Gerard zich met zijn duiven te kwalificeren voor de tweejaarlijkse Olympiade, iets wat hem inmiddels al negen keer is gelukt. Dat Gerard op iedere willekeurige afstand uit de voeten kan blijkt wel als we alleen maar naar de teletekstnoteringen van afgelopen seizoen kijken. Zo kwam Gerard afgelopen seizoen tot 8 vermeldingen op teletekst met daarbij twee overwinningen, namelijk op de Overnacht op het concours vanuit St. Vincent en met de Dagfond op het concours vanuit Gien.

Stamopbouw
 
Inmiddels domineren de duiven van Gerard Koopman al ruim 35 jaar de duivensport. Aan de basis van deze ware dynastie staan duiven van Louis van Loon uit Poppel, die tevens één van de grote leermeester en inspiratiebronnen van Gerard Koopman is, de Gebroeders Janssen uit Arendonk en een duif van Herman Ameln. Sinds de jaren ’80 staan er dan ook een drietal stamkoppels centraal aan de grootse triomfen.

• Allereerst de NL-78-1342748, als jaarling 3^e duifkampioen WHZB op de Midfond bij Herman Ameln en verhuisd richting Gerard toen Herman de sport vaarwel zegde. Deze doffer werd gekoppeld aan ‘Gouden duifje’ van de gebroeders Jansen en bracht onder meer de ‘Beatrixdoffer’ en ’de Zitter’ voort;
• Het tweede stamkoppel was de ‘Raket 84’, eveneens van de van de gebroeders Jansen gekoppeld aan de Louis 112 van Louis van Loon. Dit koppel bracht onder meer ‘de Eric’ voort;
• Het laatste stamkoppel is de ‘Gentil’ die, gekoppeld aan ‘Golden Lady’ van Dirk van Dyck, niet alleen ‘Kleine Dirk’ maar nog een hele reeks fantastische nazaten zoals ‘Yi Min’ en ‘Judy’ voortbracht. Opvallend aan ‘Gentil is dat deze doffer uit een zoon van ‘de Eric’ gekoppeld aan dochter van ‘de Zitter’ komt. ‘Golden Lady’ is haar beurt een dochter van de ‘Kannibaal’ gekoppeld aan een zus van de ‘Rambo’.

Het systeem

Gerard heeft voor het ‘reguliere’ programma 65 doffers en 65 duivinnen tot zijn beschikking. Zowel de doffers als de duivinnen worden gespeeld op ‘klassiek weduwschap’. Daarnaast heeft hij ook nog een 50-tal late jongen. Opvallend aan de late jongen is dat Gerard deze in de maanden september en oktober nog veelvuldig africht (al dan niet op taartvluchten) zodat ze in het voorjaar goed beslagen ten ijs komen. Verder heeft Gerard nog een 50-tal duiven die bestemd zijn voor de marathonvluchten.
 
Wat koppelen betreft heeft Gerard in het verleden van alles geprobeerd, koppelen in januari, koppelen in februari, wel of geen jongen grootbrengen, één of twee keer op eieren. Zijn conclusie is dan ook dat ongeacht de keuze voor wat betreft de voorbereiding dit niet tot noemenswaardige veranderingen in het resultaat resulteerde. Mede als gevolg van zijn drukke schema, de wintermaanden is Gerard immers met grote regelmaat van huis, heeft hem doen besluiten begin januari te koppelen.

Zodra de jongen bij de koppels waarvan de toekomstige vliegduivinnen een dag of zes oud zijn worden deze overgelegd naar de koppels waarvan de doffers moeten worden gespeeld. Bij deze koppels worden de duivinnen na een dag of 10 weggehaald en brengen de toekomstige weduwnaars de jongen zelf verder groot. De vliegkoppels worden niet meer gekoppeld maar gaan direct op weduwschap.
Door dit alles wordt er alleen geweekt uit de bewezen vliegers en jaarlingen waarvan Gerard ‘hoge verwachtingen’ heeft.
 
Voor zowel de doffers als de duivinnen geldt dat zij het gehele programma van de Dagfond moeten afwerken. Uitzondering zijn de ‘late jongen’ die in principe alleen de Vitesse en de Midfond afwerken. 
 
De jonge duiven vanaf de 4^e week verduisterd tot de langste dag. Twee weken na de langste dag begint de combinatie met bijlichten, en dat houden ze vol tot aan het einde van het seizoen. Gerard heeft de voorkeur om de jonge duiven uitgebreid voor te bereiden en deze worden dan ook veelvuldig opgeleerd in voorbereiding naar het eerste concours.
Bij aanvang van de vluchten worden de duiven incidenteel nog wel eens gelapt maar in dit is meer uitzondering dan regel.
De jonge duiven worden de eerste vluchten ‘traditioneel’ gespeeld. De eerste vluchten is het vooral van belang dat de jonge duiven goed naar huis komen. Wanneer de duiven de zenuwen de baas zijn worden ze op weduwschap gespeeld. Dit gebeurd in de regel 1 week voor het eerste NPO-concours. De jonge duiven worden overigens niet specifiek op prestaties geselecteerd. Bij selectie wordt er voornamelijk gekeken naar vitaliteit, afstamming en het ‘gevoel’ dat Gerard bij een duif heeft. De echte ‘vuurdoop’ krijgen de duiven als jaarling wanneer ze daadwerkelijk moeten presteren. Dan moeten ze zich veelvuldig in de kop laten zien om te mogen overwinteren’.
 
Medisch

Voor wat betreft het medische plaatje het volgende. Naast de ‘verplichte’ enting tegen paramyxo wordt er ook met ‘levende entstof’ geënt tegen paratyfus. Daarnaast worden de duiven ouderwets met het kwastje behandeld tegen de pokken.
Tijdens het seizoen worden de duiven eens in de 6 weken gecontroleerd door de dierenarts. Tevens wordt er preventief gekuurd volgens een uitgebalanceerd schema. Onderdeel hiervan is het ontsmetten van de duiven bij thuiskomst van een vlucht.
 
Voeren

Voor wat betreft het voeren is maakt Gerard eigenlijk uitsluitend gebruik van de ‘All in One’-mengeling van de firma Beyers. Deze mengeling is voorzien van een speciaal ontwikkelde korrel waarin, naast kaas, pinda’s en schapenvet, ook stoffen zijn verwerkt die een positieve werking hebben op onder meer de spijsvertering, het gezichtsvermogen en de luchtwegen.    
Voor het kortere werk wordt deze mengeling wat ‘lichter’ gemaakt door twee delen ‘All in One’ te mengen met één deel Paddy en één deel gerst. 
 
Afhankelijk van de afstand en/of de weersomstandigheden wordt de samenstelling aangepast tot de Dagfond waar de duiven alleen nog maar ‘All in One’ krijgen toegediend.
 
Gerard is een voorstander van het voeren van de ‘volle bak’. Een duif moet immer zelf kunnen kiezen wat hij of zij wil eten.  Op de kortere vluchten wordt hier iets van afgeweken. De duiven worden dan weliswaar ruim gevoerd ,maar krijgen ze pas weer nieuw voer wanneer ze alles op hebben.
Verder krijgen de duiven dagelijks vers grit, roodsteen en maagkiezel. Met name de maagkiezel is van essentieel belang en moet scherp zijn aangezien dit zorgt voor een goede spijsvertering.
 
Enkele toppers

De absolute topper op de Dagfond over de laatste jaren op het hok van Gerard Koopman is de 10-4790062, alias Baccarat. ‘Baccarat’ is duifkampioen van de Nationale Dagfondspiegel over de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014 door op 16 inkorvingen ook 16 prijzen te vliegen. Zo speelde ze onder meer de 4^e Sens tegen 6.386 duiven, een 8^e Breuil le Ferte tegen 4.564 duiven, een 11^e Troyes 8.079 duiven. De vader van ‘Baccarat’ is ‘Engels 789’ van J. & J. Engels, een zoon van de Argenton die de 1^e Nationaal Argenton speelde. De ‘Engels 789’ is naast vader van ‘Baccarat’ tevens vader is van Mirza’ die bij Gerard Koopman onder meer de 6^e NPO Ablis tegen 10.725 duiven, een 7^e NPO Breuil tegen 9.786 duiven en een 7^e NPO Signy tegen 6.537 duiven.  De moeder van ‘Baccarat is Miss Mukdahan, een halfzus van Mr Allennig met een 1^e NPO Salbris Zij is een kleindochter van NL98-5821450, alias ‘Yi Min’, een zus van Kleine Dirk. Yi Min is de moeder van Amore, Nationale asduif eendaagse fond 2002 en Olympiadeduif Lievin 2003. De andere grootmoeder van Miss Mukdahan is ‘Golden Lady’, dochter van De ‘Kannibaal’ en moeder van ‘Kleine Dirk’.

Een tweede opvallende verschijning is de 11-4708562, alias ‘Kyara’. ‘Kyara’ werd in januari afgevaardigd naar de Olympiade 2015 in Boedapest, waar zij Nederland vertegenwoordigde in de sportklasse Cat. (B) Midfond. Daarnaast  klasseerde zich in 2014 bovendien als 15^e in het Nationaal Duifkampioenschap Eendaagse fond NPO. Haar vader is ‘Golden Capri’ van Leo Heremans, een kleinzoon van zowel de ‘Jackpot’ en de ‘Kannibaal’ van Dirk van Dyck. De moeder van ‘Kyara’ is een NL08-2049135, een kleindochter van ‘Annelies’, een zus van het fenomeen ‘Kleine Dirk’. De moeder van Gerards vorige Olympiadeduif ‘Jerson’ is ‘Daydream’ en ook zij is een kleindochter van Annelies gekoppeld  aan haar broer, ‘Kleine Dirk’.

Over de 4 Dagfondvluchten van het seizoen 2014 werden in totaal 569 duiven ingekorfd en 342 prijzen behaald, een prijspercentage van 60%. Als we kijken naar de prijzen welke in de verhouding 1:10 zijn behaald, dan komen we aan 218 prijzen, oftewel een prijspercentage van bijna 40%.
 
Ronald Veenendaal