Toen ik jong was, had ik af en toe wel eens ruzie op school. Met name in de hoogste klas van de lagere school ging het wel eens mis. Ik was tenger en op het oog zeker niet opgewassen tegen de macho’s van de klas. En natuurlijk moest er ook gepest worden op school. Dan was ik ook wel eens aan de beurt. Nou kon je toen al met mij heel veel kanten op en werd ik niet snel kwaad. Maar als men echt te ver ging, dan kwam het los. Waar ik de krachten op dat moment vandaan hield weet ik niet, maar dan was zelfs de sterkte jongen van de klas aan de beurt. Dan sloeg ik er op en niet zonder succes. We grepen elkaar ook wel eens naar de keel en dan liep er eentje al snel blauw aan. Gelukkig bleven dat incidenten en kwam de leraar al snel tussen beiden. Gevolg: strafwerk, nablijven… je kent het wel. We waren jong.
Het duivenhok.
Je krijgt dus last van blauw aanlopen als je geen zuurstof krijgt. Gaan we naar de duiven. Als er op een duivenhok te weinig zuurstof is, zullen de duiven blauw borstvlees laten zien. Op een dergelijk hok kunnen b.v. te veel duiven zitten en te toevoer van zuurstof is dan te weinig. Op zich kan zo´n hok best goed zijn. Uw woonkamer is ook prima geschikt voor 4 tot 6 personen, maar als u een feestje geeft voor 100 personen in dezelfde ruimte, doe je al snel de ramen open, want dan is er direct zuurstoftekort.
Blauw borstvlees door te weinig energie.
Als de energiebehoefte groter is dan datgene wat de duiven ter beschikking krijgen, zal de duif tijdens de vlucht ook eiwit gebruiken als energiebron (te licht en energiearm voer). Ook een koud voorjaar kan een oorzaak zijn, omdat duiven dan meer energie nodig hebben om hun lichaam warm te houden en de spieren te onderhouden.
Nou wordt er gemiddeld 5% tot 15% eiwit verbruikt tijdens vluchten, afhankelijk van de lengte en zwaarte van de vlucht. Dit is om de spieren optimaal te laten functioneren. Eiwit verbruiken als energiebron is echter geen goed idee. We noemen dat een “negatieve energiebalans”. Zo ontstaan er afvalstoffen en ammoniak. Dat komt door een negatieve stikstofbalans. Stikstof komt met name vrij door de afbraak van eiwitten. Het gevolg is dat er in de mest een verhoogd percentage ureum wordt waargenomen.
Ammoniakvorming is super slecht voor een goede zuurstofvoorziening. Ik kom daar straks op terug. Te weinig energie meegeven tijdens een vlucht is daarop onverstandig. De energiebron voor onze duiven is koolhydraten en vooral vetzuren. Er is een tekort ontstaan aan energie en ook aan eiwitten, want de duiven hebben eiwitten benut uit hun systeem en uit de spieren. We dienen daarom de duiven zo snel mogelijk een eiwitrijk en energierijk voer te verstrekken om de ontstane tekorten direct weer aan te vullen.
Te weinig eiwit in het voer.
Een ander probleem ontstaat er als de duiven alleen een eiwitarme mengeling krijgen. In dergelijke voermengelingen zitten voldoende koolhydraten en vetten, echter geen peulvruchten. De trainingen gaan meestal bijzonder goed en ook de eerste vluchten verlopen uitstekend. Totdat er een hele zware of slecht verlopen vlucht tussen komt. Blijven we dan deze lichte energie mengelingen voeren, dan krijg je de duiven er niet meer bij. Er is in dit geval een tekort aan eiwit ontstaan. De duiven blijven maar eten om toch maar zo veel mogelijk eiwit tot zich te nemen. In de hand voelen de duiven dan aan als een plakje brood. Je pakt er zo doorheen, ze hebben geen body. De liefhebber denkt dit op te kunnen lossen door hoogwaardige eiwitproducten over het voer te geven. In een aantal gevallen kan dat succesvol zijn, maar zeker niet in alle gevallen. Duiven hebben n.l. naast licht verteerbare eiwitten ook zwaar verteerbare varianten nodig. Een zwaardere vliegmengeling of kweekmengeling kan dan uitkomst bieden tijdens de eerste helft van de week.
Te veel eiwit en zwaar voer.
Moeten we dan altijd maar eiwitrijk / peulvruchtrijk voeren om deze problemen te voorkomen? Zeker niet. Mijns inziens moet er een juist evenwicht zijn in de voermengeling of voersysteem. Waarom? Als eerste wordt tijdens een vlucht glycogeen en glucose verbrandt vanuit de 14% witte spieren, vanuit opslag in de lever en het bloedsysteem. Duiven die aan de vlucht beginnen vliegen dus maximaal het eerste uur op koolhydraten en zuurstof. Daarna krijgen we de vetzuurverbranding (vet). Volgens wetenschapper Curt Vogel ligt dat verschillend per duif. In zijn boek gaat hij uit van 14,5 tot 27,5 gram mogelijk vetopslag. Hiermee wordt zo ongeveer de grens aangegeven. Voor bepaalde duiven is dan het einde der mogelijkheden na zo´n 6 uur vliegen in zicht gekomen. Andere duiven kunnen rond 10 uur ononderbroken vliegen, zonder over te hoeven schakelen op eiwitverbranding. Het gewichtsverlies zal maximaal tussen 30 en 40 gram bedragen. (koolhydraten en vet). Als de zuurstof inname gelijk ligt aan de kooldioxide uitstoot (CO2 ) worden koolhydraten verbruikt. Als er meer zuurstof wordt ingenomen (ongeveer 10 delen zuurstof) terwijl er minder (7 delen) CO2 uitstoot is, worden er vetten verbrand.
Als we de gehele week en ook de laatste dagen voor de vluchten steeds eiwitrijk en met name peulvruchtrijk voeren, zal de ammoniak in het lichaam steeds verder toenemen. Dat gaat ten koste van de zuurstofvoorziening. Zuurstof en brandstof zijn de belangrijkste voedingsstoffen om te kunnen presteren. Wat is er dan mis met peulvruchten? Nou eigenlijk helemaal niets, mits met mate gebruikt en op het juiste moment. Peulvruchten hebben tot 72 uur nodig hebben om lichaamseiwit aan te maken. Ze zijn zwaar verteerbaar en belasten daardoor de duiven te veel, omdat de biologische waarde van dat eiwit erg laag is. Er zal daarom een groot deel weer worden uitgescheiden. Eiwitten worden door de darmwand geresorbeerd (opgenomen) en de cellen van het organisme zet die om in lichaamseigen eiwit.
Eiwit bestaat uit twee delen waterstof (H2) en 1 deel stikstof (N). Alleen eiwit bevat stikstof, koolhydraten en vetzuren niet. Eiwit of enkelvoudige aminozuren kunnen niet worden opgeslagen. Indien het aanbod van omzetbare eiwitten in de voeding hoger is dan nodig, moet het lichaam de aminogroepen middels een hoog energieverbruik scheiden van de aminozuren. De daarbij ontstane “ketozuren” zijn bestanddelen van koolhydraat en vetstofwisseling. De gescheiden amino-groepen wordt door het lichaam afgebouwd door urinezuren en purinebasen. Deze worden uitgescheiden. Om purinezuren te bouwen heeft het lichaam koolmonoxide (CO) nodig. Door het vliegen “verbrandt” door de sterke spierarbeid de koolstof geheel, waardoor bijna alleen kooldioxide (CO2) ontstaat. Met kooldioxide kunnen geen purinebasen en urinezuren worden gevormd. De vrije amino-groepen verbinden zich nu met een ander waterstofatoom tot ammoniak ( NH2 + H = NH3).
Ammoniak atoom bestaat uit 1 atoom stikstof (N) en 3 atomen waterstof (H). De aminozuren bouwstenen binden zich altijd aan waterstof als NH2 groep.
Als er tijdens het vliegen veel eiwit wordt omgezet, vooral als het aanbod aan vet en koolhydraten te wensen overlaat, ontstaat er ammoniak. Een sterke aanmaak van ammoniak moet daarom worden vermeden door het eiwitgehalte van de voeding die de laatste dagen gegeven wordt te reduceren omdat ammoniak het zenuwstelsel aantast.
Conclusie.
Het voeren van te veel eiwitten, met name uit zwaar verteerbare peulvruchten is de laatste dagen voor de vlucht ( 72 uur voor de start) af te raden. In de praktijk zien we dan na 4 tot 6 vluchten, duiven met blauw borstvlees. Hoe raken we het te veel aan ammoniak weer kwijt? Door nog meer eiwitten en peulvruchten te gaan voeren? Zeker niet. Om deze belasting kwijt te raken, zullen we eerst terug moeten naar de basis. Zuivering, gerst, paddy en in het water een ontslakkings thee. Deze kunnen wonderen verrichten. Maar dat feest gaat wel een paar weken duren. Niet zo fijn als je wekelijks met duiven speelt. Daarom is het van groot belang niet te overdrijven. Niet te weinig energie meegeven, niet te weinig eiwit, maar ook zeker niet te veel. Balans moet er zijn. Evenwichtige voeding zorgt voor goede prestaties. Maar daarvoor zijn wel goede duiven nodig. Anders blijft het aanmodderen.
Veel succes ermee.
Willem.
|