Als ik een paar dagen geleden naar buiten kijk, was het nog mooi weer. Wel wat wolken en veel wind. Er is ook veel blad van de bomen gevallen. Maar toch... hoge temperaturen ook voor de tijd van het jaar. In Limburg waren de terrasjes in november nog goed bezet. Toch zijn de voorspellingen niet best. Heel veel regen. En de zware tractoren laten nu al een spoor van water achter als de mais wordt geoogst. Ze hebben weer te lang gewacht, die boeren.
Rui en werking van nieuwe granen.
Over vocht gesproken… het is nog geen augustus en de duivenmelker wil niet anders meer dan nieuwe oogst tarwe en gerst. Als het kan moet het direct bij de boer van het land komen. De zwavelhoudende tarwe zou goed zijn voor de rui. In nieuwe tarwe is er echter minder werking van het enzym sylenase en in gerst glucosidase. Dat komt omdat de tarwe eerst goed moet drogen. Door een te hoog vochtgehalte ontstaat natte mest. Omdat de voedingsstoffen minder goed worden opgenomen vallen de dieren in de rui. Het is beter te wachten tot het vochtgehalte lager is zo tussen 12% en 14%.
Schilferige huid in de rui:
Een klacht die nog wel eens gehoord wordt is dat de duiven veel schilfers hebben op de huid. Als de duiven goed te pas zijn, goed in bad willen, warm aanvoelen, rode pootjes hebben en actief zijn, is er niets aan de hand. Een schilferige huid komt door vervanging van de huidcellen. Het komt meestal voor als de duiven de laatste pennen moeten ruien. Indien je de duiven dan vrije vlucht geeft, doe dat dan met open hok. Als ze naar binnen willen, laat ze maar gaan. Die laatste pennen doen zeer en dan willen ze niet graag vliegen.
Bloedwratten.
In of na de ruiperiode zien we vaak nogal eens één of meerdere bloedwratten op het lichaam of op de vleugels. Ze worden ook wel bloedpokken genoemd en die kunnen overal op het lichaam opduiken. Gedacht wordt aan paratyfus, maar dat is hier niet het geval. De wratten worden 1 tot 3 cm groot en ze vallen er vanzelf weer af. Dus niet aankomen, want dat kan leiden tot het doodbloeden van de duif. De bloedwrat verschrompeld vanzelf en na een weekje of vier valt die er weer af. Er wordt wel gedacht dat het familie is van de pokken, maar dat is niet zo. Het is een vergelijkbaar soort virus die op zich niet echt gevaarlijk is.
Oude dons voor het koppelen.
Een vaak gehoorde klacht is, dat duiven wel redelijk goed ruien, maar dat de oude dons blijft zitten. En als er na de winter weer gekweekt moet worden, zit die oude dons nog steeds in de weg. Kennelijk is er hier iets niet goed gegaan. Wellicht een sluimerende ziekte of geen optimale verzorging. Misschien had de baas wat meer de barjuffrouw in het oog dan de duiven? Wie zal het zeggen. Maar ja… we willen eigenlijk wel koppelen en dan moeten de duiven 100% zijn. Anders heeft het helemaal geen zin. Dan blijf je het gehele jonge duiven seizoen achter de jongen aan lopen. Dan hebben ze dit, en dan weer dat. Veel verliezen met opleren en ga zo maar door. En de oorzaak? Die ligt bij de barjuffrouw. Oftewel: bij het niet 110% in topconditie zijn van de kweekduiven. Super gezonde jongen hebben altijd de minste problemen.
Kan je dan nog wat doen? Ik zal u een tip geven. Neem 1 liter water in een pan. Neem een grote knoflookbol. Snipper de knoflook in kleine stukjes en wel: onder water!! Boven water is de werkzame stof “allicine” al heel snel verdwenen. Breng het water met de knoflooksnippers aan de kook. Laat het geheel 24 uur afkoelen. Neem een koffiekopje en vul die met het “knoflookwater” Dit voeg je toe aan een drinkensbak met water. Daarna neem je een kopje vol water en die voeg je weer toe aan het “knoflookwater” in de pan. Zo blijft er steeds 1 liter in de pan zitten. Het “knoflookwater” wordt wel steeds sterker. Na 1 week gooi je alles weg en maakt weer nieuwe voor een week.
Na 14 dagen dagelijks “knoflookwater aan het drinkwater te hebben toegevoegd stop je er mee. Dan 1 week een goede bloedzuiverende thee geven. Dat mag ook een vloeibare kant en klaar thee zijn.
Dit kun je eventueel nog een keer herhalen. Je bent dan wel 6 weken verder. Daarnaast alleen biergist of nog liever gedroogde bakkersgist 1 x per week met wat magere yoghurt over een wintervoer geven. Van beide 1 dessertlepel voor 30 duiven. Roer het even door elkaar zodat het een papje wordt. Dit over het voer geven en afdrogen met wat mineralen. Wintervoer bevat heel weinig peulvruchten en andere eiwitten, maar wel veel vezels zoals hele haver, gerst en paddy. Eiwitten zijn opbouwstoffen. Maar in de winter valt er niet veel meer op te bouwen. Dat is in de ruiperiode al gebeurd en dat is nu achter de rug.
Stront pikken.
Wat ik ook nog wel een hoor is: “mijn duivinnen zitten in de stront te pikken”. De oplossing ligt voor de hand. Waarschijnlijk voer je dan iets te krap. Geef gerust 2 x per week biergist of verse bakkersgist over het voer. Daarnaast een goede gritmengeling met scherpe maagkiezel en goede mineralen.
Droge pluimen?
Als de duiven uitgeruid zijn, moeten ze glimmen als plaatjes zoals in de mooiste duivenboeken. Als de duiven dan niet echt mooi zijn, worden ze dat ook nooit meer. Het verenkleed is geruid, de infectiedruk is minimaal, de temperaturen zijn laag… Dan moet dat goed gaan. Hebben je duiven last van droge pennen, dan kan dat een genetische afwijking zijn. Het kan ook een tekort zijn aan goede voeding en verzorging of een sluimerende ziekte en dus conditietekort. Je kunt nog wel iets proberen : Vitamine B. Geef ze dan regelmatig biergist of bakkersgist over het voer., daarin zit veel natuurlijke vitamine B. Daarnaast zeer regelmatig in bad. Als dat niet helpt, dat heb je gewoon pech gehad. Je hebt dan te lang op de kegelbaan gestaan, op het strand van Ibiza gelegen of je hebt niet de duiven die het echt goed `doen`. Zeker niet als het regenachtig weer is tijdens de vluchten. Het wordt dan tijd eens te kijken naar duiven met meer pluim en een zijdezachte bevedering. Daarnaast zou je ook meer aandacht moeten geven aan de duiven in de rustige tijd van het jaar, anders blijf je doormodderen.
Gespleten pennen
Als de kwaliteit der veren niet goed is, dat wil zeggen gespleten veren of geen goede dichtheid van de veren, groeistoornissen enz. dan kan men zeggen dat de ruiperiode niet goed is verlopen. Met het trainen hoort u dan ook een sissend, fluitend geluid. Met andere woorden: dat wordt niks tijdens het vliegseizoen. Je bent dan niet met de duiven bezig geweest zoals het hoort. Waarschijnlijk ook vaak op de voeraanbiedingen gelet en verder niets bijgegeven. Eigen schuld, dikke bult. Niets meer aan te doen. De buurman heeft een concurrent minder.
Bij een goed verlopen rui is de duif meestal ook wat aan de zware kant. In de winter kunnen deze duiven dan wat afslanken. Is de duif nu echter na de rui wat mager, maar ziet het verenpakket er wel redelijk uit, dan kunt u het verenkleed nog verbeteren:
U voert het beste een goede wintermengeling tot 14 dagen voor het koppelen. Gedurende 14 dagen geeft u een klein beetje levertraan over het voer. Niet langer dan tot 14 dagen voor het koppelen, anders wordt de vruchtbaarheidsvitamine E niet opgenomen.
Ik adviseer u ook twee keer per week bakkersgist te geven. Geef je verse gist van de bakker? Dan 1 gram per duif. Een klein beetje water in een pannetje, even roeren en de gist lost zich super goed op. Dat geef je over het voer. Even afdrogen met wat mineralenpoeder en klaar is kees.
Indien uw duiven nu wat aan de schrale kant zijn, geeft ze dan gerust iets meer voer zodat ze wat ronder worden. Geef daarnaast voldoende mineralen en 1 x per week een bad. U zult zien, dat met 14 dagen de duiven poeder op de vleugels krijgen.
Heel veel succes er mee.
Willem Mulder
|