Donker en licht
Tijdens mijn loopbaan heb ik vele dierenspeciaalzaken bezocht. Zo ook een winkelier in het oosten des lands. Het was daar altijd hetzelfde. De man mopperde over de omzet die terug liep of over de hengels die niet verkocht werden. En steevast eindigde hij dit mopperen met de uitspraak ”maar ja, het is nog nooit zo donker geweest of het wordt nog wel donkerder”. Ik moest er altijd om lachen.
Kerst is het feest van het licht, van gezelligheid, sfeer, samen eten en drinken. Maar het werd ook heel erg donker in Bethlehem, waar vele kleine kinderen meedogenloos vermoord werden omdat er een “concurrent koning” zou zijn geboren. Een heel dubbel gevoel geeft mij dat. Het licht en de donkere wereld van macht, geld en eigenbelang… Ik hoor wel eens hoe het er op facebook aan toe gaat. Zelf heb ik dat niet, dus ik kan er niet over meepraten. Maar men hoort wel eens wat en dat is vaak niet zo positief. Gemopper, gesputter, gebrom en gescheld naar mensen die men vaak niet eens persoonlijk kent. Nou, niet bepaald lichtende voorbeelden.
Zoals velen weten, ben ik met pensioen gegaan, maar doe ik nog steeds lezingen in binnen en buitenland. Ik vind het nog steeds leuk om te doen, dus waarom niet. Verenigingen benaderen mij dan vaak met de vraag wat het kost als ik een avondje kom spreken over voeding. Men is er aan gewend geraakt, dat sprekers betaald moeten worden. Ik wil daar niet aan mee doen. “Nee, dat is helemaal gratis zeg ik dan ” en dan zie ik vaak verbaasde gezichten. “Ik vraag alleen vervoerskosten, omdat mijn auto niet op water wil rijden”.
Artsen zonder grenzen
Tja, dat bracht mij op een idee. Wij kunnen zelf ook iets positiefs bijdragen aan een betere wereld. Ieder mens heeft recht op een menselijk, vredig en veilig bestaan met voldoende voedsel. Daarom ben ik een soort van “ambassadeur” geworden bij Artsen zonder grenzen.
Daarom ben ik een soort van “ambassadeur” geworden bij Artsen zonder grenzen. Waarom daar? Omdat zij soms met gevaar voor eigen leven mensen helpen en opereren in oorlogsgebieden of vaccinatie programma’s opzetten en uitvoeren tegen de zeer gevaarlijke ziektes zoals cholera en ebola, ongeacht ras, huidskleur, geloof of geaardheid. Zij zijn vaak het verschil tussen leven en dood. En dat is een verschil tussen donker en licht.
Lezingen
Als een vereniging graag een mooie avondvullende lezing wil, dan kan zij ook een bijdrage doen aan dit project. De belangen van velen, die in oorlogssituaties terecht zijn gekomen staan voorop. Mijn actie heet dan ook: “Duiven vliegen zonder grenzen” en is te vinden op de website van Artsen zonder grenzen. Hopelijk gaat het licht weer aan voor steeds meer mensen.
Jonge duiven
Een duif is ook een teken van vrede. En veel jongen zien zo rond de kerstdagen het levenslicht. Een periode, waar velen van ons weer naar uitkijken. Wat gaat het worden in het komende seizoen? Zullen de jongen mooi opkomen en goed presteren? Zullen de jongen die volgend jaar jaarlingen worden de draad ook goed oppakken? Allemaal vragen die we nog niet kunnen beantwoorden. Maar wat we wel kunnen doen is de duiven optimaal verzorgen. Met optimaal verzorgen bedoel ik alles doen, wat het welzijn van de duiven ten goede komt. Zeg maar een turbo start geven. Des te beter de start is van jonge duiven, des te minder problemen kom je tegen met betrekking tot de gezondheid. Wat is dan een goede start?
Goede start
Allereerst zou het mooi zijn, als het kweekvoer zo dicht mogelijk bij de kropmelk voeding uitkomt. Als dat niet het geval is, dan zien we vaak spuitende jongen. Hoe dat komt? Kijken we naar de kropmelk die de jongen de eerste dagen krijgen, dan zien we daar een hoog eiwitgehalte, een hoog vetgehalte en een hoog gehalte aan mineralen en sporenelementen. Volgens het wetenschappelijke boek van dokter Curt Vogel bestaat kropmelk voor 75% uit water, 12,5% tot 19% eiwit, 8,5% tot 13% vet en 1,5% mineralen. De belangrijkste aminozuren zijn lysine en methionine. Qua koolhydraten bevat kropmelk alleen ribose en desoxyribose en geen suikers. Kropmelk bevat alle levens noodzakelijke aminozuren. Het lichaamsgewicht van de jongen verdubbelt zich in 34 uur na de geboorte.
Tot zo ver de cijfertjes. Als de jonge duifjes in de dop geleidelijk aan overschakelen op gewoon voer mee te eten, dan is het verschil wel erg groot. Veel kweekmengelingen hebben 30% tot 50% erwten en een laag vetgehalte van rond de 4%. Dan kun je natuurlijk wel nagaan, dat de omschakeling wel heel erg groot is. Waarom geven we dan zoveel erwten? Ze bevatten veel ruw eiwit en zijn relatief goedkoop. Toch kan er slechts 25% tot 30% van worden opgenomen en de rest verlaat voor een groot deel weer het lichaam met de mest. Veel mest. Tja, en dan heb ik het nog niet gehad over de hoge percentages grote mais die je vaak ziet. Na 2 ronden vindt je die meestal onder de roosters. Ze kieperen die er gewoon uit. Waarom? Omdat ze dat niet nodig hebben om jongen mee groot te brengen. Waarom zitten die dan in de kweekmengeling? Jij wilde toch goedkoop kweekvoer? Maar als de duiven er zoveel uitgooien……
Spuitende jongen
Een probleem dat vaak voorkomt als de jonge duifjes ons kweekvoer moeten eten met veel erwten, veel koolhydraten en weinig vet. Een enorme omschakeling als je kijkt naar de samenstelling van de kropmelk. Hoe kun je dat dan oplossen? Geef dan direct 1 grote eetlepel druivensuiker en 1 theelepeltje zout op een drinkenspan. Daarnaast ook een eetlepel appelazijn toevoegen en dat gedurende 2 dagen. Niet langer. Meestal is het probleem dan wel opgelost.
Keuzes maken
De laatste jaren ben ik bezig geweest iets te ontwikkelen wat veel dichter bij de kropmelk uitkomt. Dus een duidelijk hoger opneembaar eiwit en hoger vetgehalte. Daardoor ontwikkeld het jong zich duidelijk sneller en is er veel minder mest en ook veel minder last van spuitende jongen. Het ideale peulvruchtgehalte kwam daarbij uit op 12% tot 15% en het vetgehalte rond de 9 tot 12% door de vele vetrijke zaden. In de praktijk blijkt zo'n mengeling duurder te zijn in aanschaf. Maar als je dan naar de opname kijkt, dan is die wel 15% tot 50% lager. (afhankelijk van de samenstelling). De duiven eten er duidelijk minder van en dus doe je veel langer met het zak voer.
Eiwit behoefte
De kweekduiven hebben per dag 2,2 gram opneembaar ( benutbaar) eiwit nodig. Bij mengelingen met een hoog ruw eiwit, maar een laag opneembaar eiwit zien we, dat je daar veel meer van nodig hebt. Want wat de duif niet kan opnemen, heeft ze niets aan en gaat er zo weer uit. Kijk maar eens naar de tabel.
MENGELING |
RUW EIWIT |
BENUTBAAR EIWIT
PER 100 GR |
BENODINGD
VOER IN GRAMMEN |
1 |
14% |
60% = 8,4 GR |
26,2 GR |
2 |
15% |
50% = 7,5 GR |
29.6 GR |
3 |
17% |
30% = 4,8 GR |
45,8 GR |
Een mengelingen met een hoog ruw eiwit gehalte , maar met een lage opneembaarheid, moet je per duif 45,8 gram voer geven om aan die 2,2 gram opneembaar eiwit te komen. Dat is zo’n 20 gram per duif meer dan bij een voer dat een hoge opneembaar eiwit bevat.
Vitamines
In prestatie periodes is de behoefte aan vitamines dubbel zo hoog als in rustperiodes. Degene die meent dat alles wel in het voer zal zitten, zal bedrogen uitkomen. Ook de mineralen en sporenelementen moeten we toevoegen, omdat de granen op het land alleen de mineralen tot zich nemen die in de bovenste laag van de aarde bevinden. En dat is uit de kunstmest. Ik zal er een andere keer eens een heel artikel aan weiden.
In ieder geval is het verstandig om voor de koppeling en gedurende de kweek regelmatig wat levertraan over het voer te geven. Daarin bevindt zich vitamine A en D. In de zomer krijgen we de vitamine D van de zon, maar die heb ik althans al vele dagen niet meer gezien. Zo gaat dat in de herfst en wintertijd. Vitamine A zorgt voor het intact houden van de slijmvliezen, groei, gezichtsvermogen en voortplanting. Vitamine D voor de ontwikkeling van veren, botten, eischaal etc. Daarvoor is er een combinatie nodig met het mineraal calcium. Dus een zeer goed mineraalmengsel met voldoende calcium is aan te bevelen. Bakkersgist bevat naast veel aminozuren alle B vitamines ( 15 stuks) en dat zijn de bouwstoffen van enzymen. Ze verbeteren de stofwisseling en geven rust bij nervositeit.
Al die tips halen niets uit als je niet uit duiven kweekt die top gezond zijn en die een hoge natuurlijke weerstand hebben. Duiven die zwarte neusdoppen krijgen of mager worden als ze twee jongen moeten verzorgen, daar kun je beter afscheid van nemen. Ook in de natuur is het zo, dat alleen de sterke dieren overblijven en die zorgen voor de nakomelingen. Of weten wij het soms beter?
Veel succes ermee.
Willem Mulder
matador@xs4all.nl
Tel: 06-48717475
|