Duivensites.nl | |
Broeden en kale jongen Eddy Noel 13-12-2007 |
|
Als alles is goed gegaan mag het geen probleem zijn geweest de duifjes gekoppeld te krijgen. Voor de vroegste vogels onder ons dan toch niet, daar liggen al vast eitjes in de pan. Op broeden Krijgen ze karig voer. Ze moeten tenslotte alleen maar “zitten te zitten en broeden gelijk de kiekens” zoals ze dat hier zeggen. Veel energie kost ze dat dus niet. De benodigde energie voor duiven om hun temperatuur op peil te houden wordt geschat op 50 Kcal per dag. Veel meer dan dat doen opgesloten kweekduiven niet echt. Een lichte rust, zuiverings of wintermengeling, naargelang de weersomstandigheden aangevuld met padie of gerst moeten ruimschoots volstaan. Tussendoor daar wat Sedochol over is perfect Door het feit dat de duiven weinig eten, drinken ze uiteraard ook bijna niet. Je leest vaak dat liefhebbers op broeden een geelkuur aan de duiven vertrekken, doch als ze zo goed als niet of in elk geval te weinig drinken is dat ook maar niets. Bovendien zijn de duiven anderhalve tot een maand voor de koppeling nagekeken. Ze kwamen niet eens met vreemde duiven in contact dus als er nu eentje tussen zou zitten die ziek wordt van tricho…. Die mag al gelijk de baan ruimen vrees ik. We houden dat vrij karige regime aan tot de jonkies al goed uit het ei zijn want vergis u niet, wat de jonkies de eerste dagen te verorberen krijgen is geen voer maar kropmelk. Die kropmelk wordt door de kropwand aangemaakt en bevat alle benodigde bouwstoffen voor de jongen. Pas na zowat een dag of vijf gaan de jonkies over van kropmelk op voer. Tijdens en na die overgang is het voer héél belangrijk. Elk mankement daarin, (maar ook overdaad!!) wordt onverbiddelijk afgestraft. Vergeet niet dat het aanvankelijk hulpeloos kleine gele dingetje op amper 20-22 dagen, afhankelijk van het voer, een op zichzelf staand wezentje wordt. Eens geringd Plaatsen we stenen potjes in de broedvakken. Dat maakt het de ouders wat makkelijker en heeft als voordeel dat naarmate de jongen opgroeien, ze meteen leren van de ouders. Binnen de kortste keren eten ze gewoon mee. De restanten als die er zijn worden in de gemeenschappelijke voerbak gegoten alvorens er vers in de potjes komt. Op die manier hoeft niemand iets te kort te komen en wordt er ook niet gemorst met het voer. Die zaken zijn maar al te vaak een extra te verwerken ballast voor de ouderdieren, maar meer nog voor het prille inwendige fabriekje van die jonge duivenlichaampjes. Het komt altijd op hetzelfde neer. Als gezonde vitale ouderdieren niet in staat zouden zijn om zonder al die "extra's, op een normale degelijke manier een koppel jongen groot te brengen, waar om de liefde gods zijn we dan wel mee bezig?? Ruw eiwit en benutbaar eiwit Eiwitten zijn de bouwstenen voor het lichaam. Niet het percentage eiwit van het voer of bijproducten is belangrijk maar wel de biologische waarde van dat eiwit. Meestal staat alleen het ruwe eiwitgehalte vermeld. De biologische waarde betekent het gedeelte van dat ruwe eiwit dat voor onze duiven benutbaar is. Het gedeelte dat ze kunnen opnemen en waar ze dus wat aan hebben. Een voer met een hoog ruw eiwitgehalte kan toch makkelijk een lager benutbaar eiwitgehalte hebben dan een voer met een lager ruw eiwitgehalte. (leest u het anders nog maar es overnieuw) Zeggen we eiwitten, denken we vaak meteen aan erwten, bonen en nog allerhande peulvruchten. Dat klopt nog ook. Erwten bijvoorbeeld bevatten dik 23 percent eiwit. Ruw eiwit wel te verstaan. Nog geen dertig percent echter daarvan is benutbaar. Dat betekent in de praktijk dat per drie erwten die onze duiven opeten ze amper nut hebben aan ééntje daarvan. Die twee anderen moeten evenwel ook verwerkt worden door het duivenlichaam. Die belasten dus alleen maar flink onnodig het organisme en verhogen alleen maar de hoeveelheid afvalstoffen. Ze gaan met anderen woorden via de krabber en het vuilblik gewoon de messton in. De eiwitten hoeven dus niet per definitie uit peulvruchten te komen. Vetrijke granen en zaden bevatten hoge eiwitgehaltes die bovendien veel beter en makkelijker opneembaar zijn dan die uit erwten. Gemiddeld genomen ligt de opneembaarheid van eiwitten uit de vetrijke zaden rond de 60 percent. Veel meer rendement en een pak minder afvalstoffen dus. Dat is beter en voor de ouders en voor de jongen. Aminozuren Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Er zijn de essentiële en de niet essentiële aminozuren. De niet essentiële kan de duif zelf aanmaken terwijl de essentiële in voldoende mate in het voer aanwezig moeten zijn. De duif kan deze namelijk niet zelf aanmaken. Dat is meteen ook de reden waarom duivenvoer, en in dit geval het kweekvoer zo ruim mogelijke gevarieerd moet zijn. Het is namelijk zo dat zelfs wanneer er maar één enkel essentieel aminozuurtje ontbreekt, de duif het eiwit niet eens kan aanmaken. U ziet een houten regenton voor u? Wel, die is opgebouwd uit verschillende “lamellen” die netjes tegen elkaar aan staan. Daarom houden ze ook het water in de ton. Halen we der eentje tussenuit, loopt al het water weg. Dat maakt de overige lamellen eigelijk meteen waardeloos zijn in het geheel. Met zo’n regenton kun je helemaal niets beginnen. Eiwitten en de kweek Er zijn immense verschillen in de soorten kweekvoer. Mengelingen met veel peulvruchten en heel weinig vetrijke zaden hebben een zeer lage benutbaarheid. Het opneembaar eiwitgehalte ervan ligt tussen de 6 en 7 percent en dan hebben we het nog niet eens over de aminozuren. Een kweekvoer zonder peulvruchten daarentegen levert ons gemiddeld genomen een opneembaar eiwitgehalte op van 10 tot 12 percent. Besluit We zorgen voor een kweekvoer dat voldoende ruim gevarieerd en goed uitgebalanceerd is. Het percent maïs houden we aan de lage kant. We hebben immers eiwitten nodig en niet zozeer hoge waardes aan koolhydraten. Bovendien eten ze die instinctmatig niet eens op als ze met jongen in het nest liggen. Peulvruchten houden we eveneens aan de lage kant. In de plaats daar van verhogen we het aandeel vetrijke zaden. Getoaste soja en pindanoten bevatten trouwens eveneens hoge percentages benutbare eiwitten. Ondanks we die vetrijke zaden liefst zo gevarieerd mogelijk hebben, kiezen we hoofdzakelijk toch voor die zaden met de beste omega 3-6-9 verhoudingen. Dat komt de algemene ontwikkeling van de jonge diertjes flink ten goede bevordert tevens de ontwikkeling van de hersenen., houdt ontstekingen makkelijker weg enz. Colostrum Ook wel biestmelk genoemd (en evenzeer een hoge bron van benutbare eiwitten) is de melk die gedurende de drie eerste dagen door bijvoorbeeld schapen, runderen, paarden, afgescheiden wordt om hun jongen te zogen. Deze missen gedurende de eerste levens uren en dagen de levensnoodzakelijke afweerstoffen waardoor ze bijzonder kwetsbaar zijn. Jongen duiven zijn eveneens bijzonder kwetsbaar gedurende de eerste levensmaanden omdat ook hun afweermechanisme nog niet alle afweerstoffen bevat. Een natuurproduct dus dat op natuurlijke manier onze sportduif ten goede kan komen Vragen staat vrij En we kregen alweer een heel pak vragen naar aanleiding van het vorige artikel. Da ’s heel mooi natuurlijk. Van vragen is immers nog niemand dommer geworden. Toch is het onmogelijk die allen te beantwoorden. Kreeg nog net een liefhebber aan de lijn. Na een twaalfdaagse kuur met Baytril wegens steeds maar weer problemen met de luchtwegen, van ellende moeten teruggaan naar de vet. Daar mag hij nu nog es net zoveel dagen als ze broeden bijdoen. Zeventien dus laat onze zeggen + twaalf is 29 dagen……. Voor de rest schijnt alles in orde te zijn….. ’t Is knap als je maar de helft gelooft van wat ze zeggen.
|
|
Zonder nadrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Duivensites.nl is het niet toegestaan materiaal van Duivensites.nl te publiceren, kopieren of reproduceren voor gebruik op uw website of die van iemand anders. | |