Duivensites.nl | |
Het kweken van een Crack! Gert Jan Beute 14-11-2008 |
|
Ik denk dat we allemaal de wens hebben om eens een echte crack te kweken, zo'n duif waar iedereen het over heeft tot ver over de landsgrenzen. Een duif als de 46-Verbart, Merckx, 019 en Oud Doffertje of meer van deze tijd de Beatrixdoffer en Kleine Dirk van Gerard Koopman, en wat denkt u van de 31 van Engels & zonen, de 613 van Jos Klak of de Wittebuik van Gaby Vandenabeele. Al deze duiven zijn wereldberoemd door hun eigen prestaties of de prestaties van hun nazaten. De 46 van Piet Verbart bijvoorbeeld is een rechtstreekse zoon van het Klakkoppel Vechter x Witpenneke, deze 46 won 15 x de eerste prijs maar ook zijn zoon de 57 won 8 eersten, maar zelfs nu in 2004 zijn er nog ongelofelijk veel toppers met een vleugje van het Vechter x Witpenneke bloed via hun zoon de 46. Maar de ouders van de 46 zijn eigenlijk de motor achter dit succes, bijna al hun andere kinderen waren ook topduiven op de wedstrijden of in het kweekhok. In de stamboom van de later zo bekende 05 van Bert Camphuis vinden we Vechter x Witpenneke, maar ook in bijvoorbeeld de Generaal van Wout Smeulders zit dit koppel. Maar ook in de wonderboy’s 05/06 , Glamourboy, James Bond, Flits etc Vinden we Vechter x Witpenneke bloed. Zelfs in onze eigen “Superduivin” 00-1188063 die in 2002 de 1e Asduif was van de afdeling Friesland stroomt ruimschoots Vechter x Witpenneke. Maar op de grote fond is dit zeer opvallend. Enkele lijnen zijn zo sterk dat je kunt spreken van overdominantie. Wanneer je op zoek gaat naar nieuw materiaal, moet je bij een topspeler op zoek naar zijn succeslijn. Ook hij heeft meer soepkippen dan toppers, maar de toppers komen bijna altijd uit dezelfde lijn, dezelfde succeslijn. Wanneer je de kans hebt om jongen te halen bij een topspeler van jouw keuze ga niet over 1 nacht ijs, kijk grondig na de toppers, uit welke lijn komen, hoe is hun na-kweek. Als voorbeeld neem ik nu mensen die ik persoonlijk goed ken; de Gebroeders Borgmans en wijlen Jos v. Limpt “de Klak”. Bij de gebroeders Borgmans alsmede hun oom Jos Klak zitten alleen zuivere klakken (Janssens), maar jammer genoeg kweken ook zij meer slechte dan goede maar de toppers komen ook bij hun uit de bekende succeslijnen. Bij Jos was dat de laatste jaren vooral de lijn van de Knook 87-2542927, deze Blauwe doffer is de vader van de wereldberoemde 13. In de knook vinden we 2 x de Witoger v. 65 van de gebroeders Janssen. Deze lijn; Knook/13 is met recht een overdominante lijn. De beste doffer van Arie v. Beek uit IJzendoorn is waarschijnlijk zijn “Der Bomber” deze absolute crack is uit kleinzoon broer 13. Bij de gebroeders Borgmans eveneens uit Reusel is het vooral de lijn van de 25 en zijn vader de 03. Deze 03 was al jaren een topper op de kweek maar gaf op 7-jarige leeftijd nog even “de 25” met 1e Nationaal Montluqon en 3e Nationaal La Souterraine. En als je de internationale duivenpers een beetje volgt kom je de 03 en de 25 overal tegen in klasbakken (zelfs op de overnacht bij Ingo Schults uit Duitsland). Maar ook weer op eigen hok hadden we in 2000 en 2001 de 1e Asduif in de club uit lijn 03 Borgmans. Veel van die overdominatie duiven of koppels zijn met een beetje geluk tot stand gekomen. Als Adriaan Wouters zijn “Janssen duivin” niet bij Karel Meulemans had gebracht hadden we nooit van de Kadet, Witneus, Piet of Benjamin gehoord. Bij de heer Pieterse zat het wereldberoemde koppel 17, dit waren twee duiven die “over” waren, maar hoeveel supers zijn daar niet uitgevallen. Maar kun je het geluk ook een beetje afdwingen? JAZEKER! Als je bijvoorbeeld de boeken van Steven van Breemen leest kom je tot de conclusie dat het wel kan, je kunt een goede kweken door na te denken. Je moet wel zoveel mogelijk fouten uitsluiten, ik bedoel je moet beginnen met uitzonderlijk materiaal. Op eigen hok zijn de twee beste duiven van 2002/2004 ook geboren uit koppels waarover is nagedacht (beide werden 1e Asduif in de afdeling. Deze twee duiven (doffer & duivin) hebben samen ruim 80x (ja 80 x) het Vechter x Witpenneke koppel in hun bloed. De ouders van de doffer waren beide As-duif en wonnen samen 4 x 1e, de vader van de duivin was Asduif en stond op een dochter van een basiskoppel. Bij de grootouders zien we al broers en zusters. Op onze hokken in Wilhelminaoord doen we zoals vele van jullie al weten aan lijnenteelt en of inteelt. Wij beginnen met het samenstellen der koppels altijd met het Vechter x Witpenneke bloed en dan als het even kan koppels uit de zelfde Crack lijn. En dan komt het belangrijkste: SELECTEREN! eerst in de schaal, daarna bij het spenen en daarna tijdens de vluchten. Onze selectie qua gezondheid is heel streng, maar qua prestaties hebben we wat meer geduld, uit ervaring blijkt dat ons “soort” soms pas als jaarling volluit gaat. Maar zoals ik al zei; op gezondheid kun je niet genoeg selecteren. Persoonlijk hebben wij onze duiven altijd in blakende gezondheid (let wel gezondheid is niet het zelfde als form), nimmer zul je dik-zittende duif vinden. Ik vind er natuurlijk wel eens een s’morgens maar die gaat apart voor twee dagen, indien hij niet volledig is hersteld ruim ik hem/haar. Daarin zijn we heel streng, ook al is het een duur aangekochte duif, niet gezond is ruimen. Groetjes Gert Jan Beute |
|
Zonder nadrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Duivensites.nl is het niet toegestaan materiaal van Duivensites.nl te publiceren, kopieren of reproduceren voor gebruik op uw website of die van iemand anders. | |