Duivensites.nl | |
Virussen Peter Boskamp 2-10-2010 |
|
![]() Enkele nieuwsbrieven geleden besteedde ik enige aandacht aan de virussen die de duivensport dit jaar harder leken te treffen dan voorheen. Ik liet enkele virussen summier de revue passeren waarbij ik de nadruk legde op de praktische consequenties. Deze nieuwsbrieven lieten een stroom van vragen over de diverse virussen loskomen zodat het goed is de verschillende virussen de komende tijd wat nauwgezetter te bespreken. Circovirus Een van de virussen die in de duivensport voor problemen kan zorgen is het Circovirus (PiCV). Mogelijk dat dit virus een rol speelt bij het ogenschijnlijk krachtiger worden van diverse andere virussen. Het Circovirus is immers een virus dat zich in de afweercellen van de duif nestelt en van daaruit zijn schadelijke werking veroorzaakt. Feit is dat dit virus een van de partners is in het Syndroom Jonge Duiven Ziekte dat onze sport al vele jaren in toenemende mate plaagt. Het Circovirus wordt pas sinds eind vorige eeuw in Europa beschreven bij duiven. Voor het eerst werd het virus beschreven in Canada in 1986. De ziekte komt alleen voor bij jonge duiven van twee weken tot een jaar oud. De leeftijd tot vier maanden blijkt het gevoeligste te zijn. Het staat vast dat het Circovirus zeer frequent voorkomt bij jonge duiven. Hoe de besmetting precies verloopt is niet bekend. Mogelijk is er een besmetting via de mest. Ook verspreiding via de poeder op de veren wordt als mogelijkheid beschreven. Waarschijnlijk kan de ziekte in verband worden gebracht met een slechte algemene conditie van de duiven en sterfte bij nestjongen. Dit komt omdat virusvermeerdering plaatsvindt in de organen van het afweerapparaat. Het resultaat is dat de afweer tekort gaat schieten en er bijvoorbeeld geen goede reacties op entingen volgt. Mogelijk dat veel jongen de besmetting symptoomloos doormaken. Als de infectie op latere leeftijd plaatsvindt dan zijn de gevolgen van de besmetting beperkter. Bij sectie wordt vaak alleen een bleke of gezwollen milt gevonden, half vloeibare groene ontlasting en een groenverkleurde maaginhoud. In de bursa van Fabricius (een afweer orgaan bij de cloaca van de duif) worden insluitlichaampjes gevonden. Diagnostiek De diagnosestelling vond vroeger plaats aan de hand van het histologisch aantonen van de insluitlichaampjes (met behulp van microscopische coupes) in de Bursa. Tegenwoordig is er een gevoelige PCR test waarmee de virusdeeltjes in de cloaca, de Bursa van Fabricius, de lever en het bloed kunnen worden aangetoond. Onderzoek wijst uit dat het virus langer aantoonbaar is in de cloaca-uitstrijkjes dan in het bloed. Dit kan in de praktijk de diagnostiek vereenvoudigen. Bestrijding De Circovirussen blijken vrij resistent te zijn tegen veel gebruikte desinfecteermiddelen. Ze kunnen ook goed tegen hitte. Een half uur bij 60 graden Celsius kan het virus nog overleven. Behandeling De diagnose van deze ziekte is onder normale praktijkomstandigheden aan de hand van alleen de symptomen moeilijk te stellen. Nader onderzoek bij aanhoudende klachten die in de richting van dit virus zouden kunnen wijzen is dan noodzakelijk. Nadere diagnostiek is mogelijk geworden door de ontwikkeling van de gevoelig PCT test. Bespreking Wat zijn de praktische gevolgen van dit Circovirus? Hoe komen ze er toch aan? Dat is een vraag die ik vaker hoor in de spreekkamer als ik de mogelijkheid bespreek dat de jonge duiven van een liefhebber wel eens besmet zouden kunnen zijn met het Circovirus. Een goede vraag. Het is niet altijd duidelijk waar een virus vandaan komt. Neem nou de griepvirussen. Door vermenging van de virussen van varkens, kippen en/of mensen kan plotseling een nieuwe variant ontstaan die in een keer veel meer schade kan gaan aanrichten. In wezens met een verminderde weerstand zal dit veel sneller optreden dan bij wezens met een goede afweer. Vandaar dat het idee wel eens geopperd is dat het oneigenlijke gebruik van cortisonen in de vorige eeuw er toe heeft bijgedragen dat in het geval van het Circovirus dit makkelijker binnen kon komen bij de duiven en zich heeft kunnen handhaven. Immers deze cortisonen verminderen de afweerreactie van het lichaam van de duiven met genoemde gevolgen. Het tijdstip waarop het virus de duif bereikt is van groot belang voor het verloop van een mogelijke infectie. Immers ook een afweerorgaan moet zich nog ontwikkelen. Bij duiven is dit het geval gedurende het eerste levensjaar. Als het virus kort na de geboorte zijn weg naar de duif weet te vinden dan zal het schadelijke effect vele malen groter zijn dan wanneer dit op latere leeftijd gebeurt. Immers op jonge leeftijd is het afweerorgaan nog maar matig ontwikkeld. Als de infectie met het Circovirus een feit is dan zijn de rapen gaar. Allerlei infecties die normaal met een fluitje van een cent zijn op te lossen blijken nu in een keer veel meer problemen op te leveren. De dieren zijn plotseling veel vatbaarder voor al die bijkomende infecties. Al deze infecties kunnen de weerstand nog verder onderdrukken waardoor de sterfte (niet direct door het virus maar) door deze bijinfecties hoog kan oplopen. Jonge duivenziekte We spreken de laatste jaren eerder over jonge duivensyndroom dan over “Coli”. In de jaren negentig was het vooral het Adenovirus dat al dan niet in combinatie met de E. coli voor problemen kon zorgen. Nu zien we toch vooral menginfecties waarbij de ene keer het Herpesvirus op de voorgrond treedt en een andere keer het Adenovirus al dan niet in combinatie met de E. Coli. Paramyxoenting Het risico van een besmetting met het Circovirus is dan ook een van de redenen dat entingen voor o.a. paramyxovirose liefst al op jonge leeftijd (lees niet ouder dan ca. 5 weken) dienen plaats te vinden. Immers als een duif dan nog niet besmet is zal de afweerreactie van de duif zorg dragen voor een goede bescherming (immuniteit) tegen het Paramyxovirus. Als echter de jonge duif tegen een besmetting met het Circovirus is aangelopen zal de reactie op de enting maar matig tot nihil zijn. Immers het Circovirus nestelt zich immers bij voorkeur in de afweercellen van de duiven waardoor de reactie van deze cellen niet of nauwelijks kan plaatsvinden. Sterker nog deze afweercellen sneuvelen door de infectie met het Circovirus. Dat betekent in het geval van de paramyxo-enting dat deze niet of nauwelijks aanslaat. De duiven kunnen dus wel degelijk dan nog verschijnselen van paramyxo krijgen. Natuurlijk zijn we er dan met zijn allen als de kippen bij om te roepen dat de entstoffen niet deugen. Maar in deze gevallen ligt het daar dan dus niet aan. Het ligt aan die vermaledijde infectie door dat Circovirus. Dat is dan ook een reden dat ik in een aantal gevallen aanleiding zie om te adviseren de duiven twee keer te vaccineren tegen Paramixovirose. Doordat het virus mogelijk kan overleven in de ademhalingsorganen van oude duiven kan het virus op het hok aanwezig blijven. Dit zou dan ook de reden kunnen zijn dat liefhebbers langere tijd last hebben van als dan niet grotere sterfte onder hun jongen (op het kweekhok). Als er bacteriologisch en anderszins geen duidelijkheid kan worden verkregen, omdat bijvoorbeeld alleen E. coli of streptococcen in dergelijke gevallen gevonden worden, dan kan het aantonen van het Circovirus soms wel helderheid verschaffen. Daarmee is weliswaar het probleem niet opgelost. Immers het betreft een virusinfectie en daar zijn nagenoeg geen medicijnen tegen. Een dergelijk onderzoek kan wel verhelderen waarom ingezette medicijnen geen gewenst resultaat geven. Omdat een infectie met het Circovirus kan leiden tot tegenvallende vluchtprestaties dienen we er voor te zorgen dat de infectiedruk van dit virus zo laag mogelijk blijft. Dit kan dan door de hygiëne te verbeteren, maar we moeten ons wel realiseren dat dit virus zich weinig aantrekt van hoge temperaturen en een aantal veel gebruikte desinfecteermiddelen. Desinfectie kan dus kunnen helpen maar zal niet zaligmakend zijn. Jonge duivenziekte kan dus beschouwd worden als een syndroom waarbij meerdere ziekten een steentje bijdragen. Veel van deze ziekten zouden dus wel eens voor open doel kunnen scoren doordat het Circovirus de afweer ondermijnt. Natuurlijke aanpak met als doel de weerstand te ondersteunen. Ik heb in vorige nieuwsbrieven ook al aandacht besteed aan het feit dat het najaar de beste tijd is om serieus werk te maken van een ondersteuning van de algemene gezondheid van de duiven middels natuurlijke aanpak. In november komt naar alle verwachting de catalogus gericht op de natuurlijke aanpak van Bony farma uit. Succes |
|
Zonder nadrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Duivensites.nl is het niet toegestaan materiaal van Duivensites.nl te publiceren, kopieren of reproduceren voor gebruik op uw website of die van iemand anders. | |