Duivensites.nl | |
We gaan nog niet naar huis!? A. Winkel en W. van Stralen 28-10-2010 |
|
Onderbuikgevoel. Ken je dat gevoel? Je zit te kijken naar een wedstrijd van het wereldkampioenschap voetbal. Het Nederlands elftal is als beste elftal uit de groepsfase gekomen. Appeltje eitje. Maar nu gaat het echt beginnen, vanaf nu betekent verliezen: ‘naar huis’. Winnen betekent: nog maar een paar stappen naar ‘de wereldbeker’. De volgende wedstrijd voor het Nederlands elftal dient zich aan. Maar na een tijdje spelen komt de tegenstander op voorsprong. Dat is drie keer slikken. Maar, het kan nog best. Er is nog ruim speeltijd. We scoren heus nog wel. Maar een aantal knappe counters, goed ingedraaide corners en snoeiharde vrije trappen ten spijt staan we na lange tijd nog steeds op achterstand. De tijd begint nu te dringen. Nog tien minuten speeltijd. Het kan nog. Nog vier minuten speeltijd. Hoeveel zou de extra blessuretijd zijn? Een laatste uitbraak van Arjan Robben in de drieënnegentigste minuut. Nu dan! Déze moet d’r in. Want we gaan toch niet naar huis? ‘Negatieve spiraal’ Het is dit gevoel dat je zou kunnen bekruipen als je eens nuchter kijkt naar de situatie waarin de postduivensport is beland. We zijn in enkele decennia van ca. 70.000 leden terug geduikeld naar nog geen 24.000 NPO-leden in 2010. De leeftijdsopbouw van de duivensport is er eentje met veel grijze koppen en weinig jong groen. En ons imago bij overheid en samenleving is niet zo best. Als men de duivensport überhaupt al kent. Er is weinig wiskunde voor nodig om uit te rekenen dat de duivensport over niet al te lange tijd door de bodem van haar bestaansrecht heen zal zakken. We hebben amper nog tweeduizend leden onder de dertig jaar! Hoeveel speeltijd heeft de duivensport nog? Gaat de duivensport ‘naar huis’? Ingehaald door de tijd Er zijn al vele artikelen geschreven over de oorzaken voor de neerwaartse spiraal. Je kunt er vele noemen. Feitelijk komen de belangrijkste oorzaken op hetzelfde neer: de duivensport is ingehaald door de tijd. Nederland is er sinds de hoogtijdagen van de duivensport nogal anders uit gaan zien. Steeds vaker verkiezen mensen de stad of het verstedelijkte gebied boven dorp of platteland. Veel gezinnen zijn overgestapt op het ‘tweeverdiener gezinsmodel’, al of niet met 2,8 vakanties per jaar. Druk, drukker, drukst. Kerken, sportverenigingen en hobbyclubs merken wat men ‘individualisering’ noemt: de mensen willen er liever niet teveel aan gebonden zijn. Men kan in tegenstelling tot vroeger kiezen uit legio sporten en hobby’s. In de landen waar duivensport nu groeit kun je het bewijs zien van deze stelling, het zijn landen uit het voormalige Oostblok en in Azië. Brief, fax en krant raken uit. Communiceren doen we nu via het internet of UMTS netwerk. Door middel van mobieltjes, sms-jes, websites, weblogs, youtube en twitter. Dieren zijn niet langer ‘productiedier’ of ‘een hobby’, maar onderdeel van het gezin. Een steeds grotere groep in onze samenleving staat kritisch ten opzichte van hoe om te gaan met dieren. Kortom, onze samenleving is nogal veranderd. Ondertussen in duivenland… Is de duivensport ondertussen stil blijven staan? Nee, zeker niet! Ook de duivensport is geëvolueerd. Maar alle ontwikkelingen en pogingen ten spijt: het is niet genoeg. De duivensport sluit niet alleen meer onvoldoende aan bij onze samenleving, maar zelfs niet meer genoegbij de wensen en behoeften van haar eigen leden. Ook binnen de sport worden de tegenstellingen door alle onderlinge discussies alsmaar groter en tobben de leden van menige vereniging met de groeiende verschillen in eerlijk spel, verdeling van de taken en betrokkenheid bij de sport. Hoe kan dat? Hoe heeft dat nou kunnen gebeuren? Dat komt omdat we het hebben laten gebeuren! We zijn ons onvoldoende bewust van de wereld om ons heen en zetten te vaak ‘hakken in het zand’, remmen ‘ontwikkelingen af’, zijn ‘bang voor veranderingen’. Keuzes werden teveel gemaakt vanuit het verleden (‘zo deden we het altijd’) in plaats van vanuit de toekomst (‘dáár willen we heen’). Door een organisatiestructuur waarin Afdelingsbestuurders landelijk beleid moeten maken dat conflicteert met hun eigen regionale wensen en belangen. Bedenken, regelen en uitvoeren is allemaal in handen van dezelfde mensen. Dan is het logisch dat je alleen nog dingen bedenkt die je ook wilt regelen en kunt uitvoeren. De wensen en behoeften van de leden worden dan door de bril van ´kunnen we dat regelen, willen we dat uitvoeren´ bekeken en stranden. Basisleden nemen niet meer de moeite door de ‘betonnen laag’ van de Afdelingen te komen, willen er zelfs niet meer naartoe. De organisatie is verlammend gaan werken op de evolutie in het spel. Vlucht naar de toekomst De duivensport nadert de blessuretijd en staat op verlies. Vorig jaar startte het NPO Bestuur onder leiding van Albert de Jong een nieuwe aanval: ‘Vlucht naar de toekomst’. De gebruikte strategie kan beschreven worden als een breuk met die oude manier van besturen. Een strategie die in het bedrijfsleven met succes wordt toegepast. Het werkt als volgt. Gooi de oude jas van de duivensport zoals die vanuit het verleden is gegroeid eens in gedachten in de prullenbak. Stel vervolgens de vraag: ‘hoe zou de duivensport er uit zien als we anno nu opnieuw zouden beginnen?’ Dan kom je misschien wel op een heel andere duivensport uit. Compliment Dat is de hakken uit het zand halen en met een frisse blik en een portie lef naar een doel toewerken. Dat lijkt op de laatste uitbraak van Arjan Robben in de drieënnegentigste minuut. Misschien de laatste, maar in ieder geval de beste poging die tot nu toe gedaan is. Daarmee verdient Bestuur de Jong wat ons betreft een compliment! Even schrikken Een botsing tussen ‘Vlucht naar de toekomst’ en de afgevaardigde Afdelingsbestuurders zat er natuurlijk aan te komen, op die eenendertigste mei jongstleden. Want toen ‘Vlucht naar de toekomst’ bij iedereen op de mat viel, begrepen Afdelingsbestuurders pas goed in welke ambitieuze, snelle vernieuwingsslag zij verzeild waren geraakt. Met een ‘we hebben onze achterban niet kunnen raadplegen’ werd enigszins geschrokken op de rem getrapt. En ach, misschien was een denkpauze zo gek nog niet. Maar hopelijk heeft het een ieder wel doen beseffen dat het nu tijd voor gas geven is! Geen inhoud? In dit ingezonden artikel gaan we niet in op de inhoudelijke voorstellen in Vlucht naar de toekomst. Waarom niet? Omdat die niet het belangrijkste zijn. Geen liefhebber zal zich voor 100 procent in alle voorstellen kunnen vinden, wij ook niet. Dat hoeft ook niet. Het stuk Vlucht naar de toekomst zou beschouwd moeten worden als probleemanalyse, discussiedocument en leidraad. De werkgroepen die men wil instellen zullen met concrete plannen moeten komen, op basis van de wensen van de basisleden en de samenleving van nu. Het allerbelangrijkste van het Vlucht naar de toekomst avontuur is dat Bestuur NPO en Kiesmannen erkennen dat een breuk met het verleden nodig is om het tij te keren. Dat het huis van de duivensport niet aan een beetje achterstallig onderhoud toe is, maar aan een volledige renovatie. Als Bestuur NPO en Kiesmannen dat overeenkomen, dan is de belangrijkste kogel door de kerk. Het wordt tijd voor een andere verdeling van verantwoordelijkheden. Landelijk waar die centraal horen te zijn, bij de leden zelf als het gaat om het spel. Friezen willen vooruit! Op 20 en 21 oktober jongstleden hield het Bestuur van Afdeling Friesland ’96 twee bijeenkomsten in Leeuwarden en Heerenveen om met haar leden van gedachten te wisselen over Vlucht naar de toekomst. Dit waren zeer positieve avonden. Hoewel een ieder zijn persoonlijke bedenkingen had bij bepaalde voorstellen in Vlucht naar de toekomst waren veel sprekers het over één punt eens: het roer in de duivensport moet radicaal om. Geen jarenplannen, maar actie op korte termijn. De punten die nadrukkelijk werden aangedragen om mee te nemen naar het Wijchense waren deze: 1) een vrouw- en gezinsvriendelijker duivensport, 2) een vakantieperiode opnemen in het seizoen, 3) een minder volgeladen vliegprogramma, minder ‘dubbelvluchten’ (twee of drie vluchten per weekend), minder belasting voor verenigingsfunctionarissen, 4) focus op de grote meerderheid van kleinere liefhebbers, 5) PR, imago, ledenbehoud en ledenwerving, 6) uniformering van vliegprogramma’s en rekenregels, maar dat in combinatie met Afdelingseigen samenspelindelingen en 7) meer eenduidigheid en coördinatie in het lossingsbeleid. Jongeren willen vooruit! Wij zijn relatief jonge liefhebbers uit het noorden van het land; dertigers om precies te zijn. Als het even kan willen we over dertig jaar nog steeds met duiven kunnen spelen. Ook de twintigers en dertigers in de duivensport staan te springen om een vitale en moderne duivensport. Wij willen niet worden bijgezet in het hobbymuseum! Dus namens de groene scheuten aan de boom van de duivensport: Bestuur NPO en Kiesmannen, de kop d’r voor! Want de duivensport gaat toch niet naar huis?! Albert Winkel, Drachten Als jij als (jonge) duivenliefhebber ook vindt dat de duivensport niet naar huis moet en je wilt onze oproep aan de kiesmannen ondersteunen, zet dan je naam onder het artikel d.m.v. een reactie via de site met je naam en lidnummer, dan zorgen wij dat de kiesmannen dat krijgen! Een greep uit de reacties:
|
|
Zonder nadrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Duivensites.nl is het niet toegestaan materiaal van Duivensites.nl te publiceren, kopieren of reproduceren voor gebruik op uw website of die van iemand anders. | |