Duivensites.nl
 
Vliegprogramma’s 2011
A. Coolen  11-3-2011
 

Weet u nog hoe enkele jaren geleden de discussie over een uniform vliegprogramma begon? Véél teveel vluchten, men begon véél te vroeg, men eindigde véél te laat en de functionarissen hadden het véél te druk. Kortom, van alles véél teveel! En weet u nog hoe het eerste NPO-voorstel voor een uniform vliegprogramma eruit zag? Van elke categorie vijf vluchten, seizoenstart eind april, seizoeneinde begin september, maximaal 2 vluchten per weekend en ook nog een paar weken vacantie daartussenin! Afdelingsbestuurders schrokken zich de rambam. Van 40 vluchten in 6 maanden terug naar 30 vluchten in 4 maanden, ofwel in één keer een kwart van de vluchten afschaffen! Wie verzint zoiets? Volgens de visionairs uit Veenendaal moest dit de koers worden om de duivensport te redden. De afdelingen dachten daar heel anders over. Zomaar plotseling een kwart minder duiven te vervoeren betekent een jaarrekening met rode cijfers (of grote prijsverhogingen). De boodschap van de kiesmannen lag daarmee voor de hand: temporiseren dat dossier! De tijd deed haar werk prima, zoals meestal trouwens. En zie hoe goed die visionairs het bij het verkeerde eind hadden. Stonden er in 2004 nog totaal 457 wedvluchten op de programma’s van de 12 afdelingen, in 2010 was dit aantal gestegen naar 472, dat is 15 meer. Het bijzondere hierbij is dat het aantal 1-daagse en 2-daagse fondvluchten groeide met 21 en dat is per afdeling gemiddeld bijna 2 vluchten meer dan 7 jaar geleden (dagfond +8, nachtfond +13). Jammer is wel dat de specialisten van het vitesse-midfondspel hiervan een beetje de dupe zijn geworden: 5 midfond-vluchten minder en in sommige afdelingen een belabberde volgorde van deze vluchten in hun categorie. Dat is niet goed voor dit spel dat toch de basis van onze sport wordt genoemd.

Bijgaande tabel geeft een samenvatting van de vliegprogramma’s voor de diverse afdelingen voor komend seizoen 2011. De kolommen vermelden: de begin- en einddata van het spel met de oude en de jonge duiven en het aantal vluchten dat voor de verschillende categorieën is geprogrammeerd. Daarbij een paar kolommen voor een (sub)totaal en het aantal weken van de duur van het vliegseizoen. Uitgegaan is van de programma’s zoals die half februari op internet stonden gepubliceerd.

De zuidelijke afdelingen beginnen in de eerste week van april en dat is een week eerder dan boven de grote rivieren. Eigenlijk is dat helemaal niet vreemd. De temperaturen in Zuid-Nederland liggen in deze tijd doorgaans 3-5 graden hoger en het weer is er voelbaar milder. Hoe eerder men in april begint des te makkelijker het is om mooi vitesse-schema aan te bieden. In Noord-Brabant en Limburg speelt men de eerste 6 weken uitsluitend vitesse. Sommige afdelingen haasten zich wel erg om snel in Frankrijk te zitten. 4 Afdelingen spelen na 3 weken al midfond en een week later al dagfond. Men kan zich afvragen of daar wel genoeg rekening wordt gehouden met het welzijn van de duiven en met de belangen van de sprinters.

Afgerond programmeren de afdelingen: 7 vitesse-, 6 midfond-, 5 dagfond- en 6 nachtfondvluchten met een totaal van 25. Met 6-7 vluchten nachtfond kunnen kleine liefhebbers een kampioenschap in deze categorie wel vergeten. Het zou goed zijn hier de mogelijkheid te geven te kiezen uit 2 reeksen hierin. Afdeling Limburg splitst haar categorie nachtfond in: 3 vluchten ‘grote fond’ van 650-825 km  met morgenlossingen en 5 vluchten ‘meerdaagse fond’ van 825-975 km met middaglossingen (afstanden Geleen). Laten we maar aannemen dat beide categorieën aparte kampioenschappen hebben.

De start van het seizoen voor jonge duiven ligt verspreid over 7 weken: 18 juni (afd. Zeeland) tot 30 juli (afd. GOU). De zuidelijke afdelingen hebben voor hun jonge duiven en natoer plaats voor ca 16 vluchten; hogerop vindt men 13 vluchten al genoeg, waarbij het aantal (8) in de afdeling GOU wel erg zuinig is. Het vliegseizoen eindigt voor 5 afdelingen in de tweede week van september, 5 afdelingen stoppen in de derde week en 2 afdelingen sluiten de zaak in de laatste week van september. In 24 weekends heeft men dan in het zuiden ca 40 vluchten gehad; in het noorden doet men doorgaans 38 vluchten in 22 weken. Over het (te) drukke leven van functionarissen praat geen mens meer: 3 vluchten per weekend is weer de gewoonste zaak van de wereld! Gemiddeld hebben de afdelingen 3 weekenden met 3 vluchten!

Al met al moet men goed kijken om de verschillen met bijvoorbeeld 2004 te zien. Daarbij ook nog het concept voor 2012 zoals dit nu voorligt, zullen velen misschien niet begrijpen waarom zij zich toen zo druk hebben gemaakt over het eerste voorstel voor een nationaal vliegprogramma. Of juist wel: men heeft nu een programma “gewonnen” zoals de meerderheid dat wil: beginnen vanaf 31 maart, eindigen ongeveer half september en de fondvluchten op de gangbare data en de rest hierop afstemmen zoals de leden van de afdelingen dat willen. Zo was het “vroeger” ook, tot ieders tevredenheid overigens. Binnen de afdelingen wordt elk jaar het meest en het felst gediscussieerd over het vliegprogramma. Iedereen heeft daar verstand van! Die discussies zijn nergens hetzelfde. Voor de eigen leden een vliegprogramma maken kan niemand beter dan de afdeling zelf. Zij staan het dichtst bij de mensen en hun wensen. En daar is het elk jaar al passen en meten om het iedereen naar de zin te maken. Binnen de afdeling is een vliegprogramma al maatwerk! Dus maar niet meer spreken over een landelijke eenheidsworst! Ook de duivenblaadjes moeten blij zijn met verschillen in de vliegprogramma’s. Anders worden ze te saai en zouden ze op het einde van het jaar allemaal hetzelfde rijtje kampioenen hebben. En degenen die blijven volharden in dat uniform voor heel Nederland moeten eerst maar eens zorgen voor meer gelijkheid en eenheid binnen de eigen afdeling. Als men niet verkeerd woont, heeft men gemakkelijk praten maar er zijn teveel liefhebbers die wel verkeerd wonen en ook zij moeten op een plezierige manier duivensport kunnen bedrijven.

De afdeling 8 GOU ontwikkelt zich tot het buitenbeentje van onze duivennatie. Behalve dat haar vliegseizoen pas begint in de laatste week van april (!), worden de categorieën Jonge duiven en Natoer samengevoegd tot één G-categorie (jong en oud)  met totaal nog slechts 8 vluchten in plaats van totaal 12. Deze starten pas in de laatste week van juli!!! Men denkt hiermee een antwoord te hebben op de grote verliezen van jonge duiven. Weliswaar hebben de leden hiervoor op de ledenvergadering democratisch gekozen maar binnen een paar dagen werd al als reactie hierop een ‘jonge-duivenclub’ opgericht met het initiatief voor een normaal jonge-duiven-programma. Deze liefhebbers vinden dat hen veel sportplezier met de jonge duiven is ontnomen en zij willen daarom vanaf half juni een 6-tal jd-vluchten inlassen, zoals in de andere afdelingen. Naar het schijnt is de belangstelling groot, zo groot zelfs dat men zich kan afvragen welk soort liefhebbers in deze afdeling aanwezig zijn geweest op die ledenvergadering.

Deze winter heeft het flink gerommeld in afdeling Friesland. Mede daardoor zit men daar nu met een half bestuur. Een ex-bestuurder schrijft ergens: “Er heerst veel, heel veel onvrede. Het is te gemakkelijk maar tegen te zijn zonder argumentatie.” Dat er bij veel duivenmannen teveel achter de ellebogen zit, is wel bekend. Waar gaat het om? Deze afdeling heeft een nogal grote diepte, op één na de grootste van Nederland. Voorheen reed men het hele programma naar één losplaats en werd alles in één keer gelost. De trek van de duiven gaat hier over de Veluwe en de Noordoostpolder en dan komt de westkant er bij het grote spel nauwelijks aan te pas. Op zoek naar beter spel werden afgelopen jaar de korte vluchten naar 2 losplaatsen gereden en gelost in 3 groepen. Niet tot ieders tevredenheid natuurlijk. Eigenlijk wilde men dit jaar met een geëvalueerde vorm op deze koers doorgaan, maar de oude krachten mobiliseerden hun troepen en komend jaar wordt het spel weer zoals voorheen. Ook weer, niet tot ieders tevredenheid natuurlijk. Deze ‘heen en weer’ zal daar nog wel enkele jaren uitvaren. Ook konden de Friezen kiezen voor een vliegprogramma met daarin een week vakantie. De belangstelling was niet groot genoeg. Verder zochten 7 liefhebbers uit Swifterbant aansluiting bij afdeling Friesland. Swifterbant ligt ten noorden van Dronten en Lelystad in de polder Oostelijk-Flevoland, tegenover en onder Urk. Zij spelen daar helemaal aan de ‘achterste mem’ van afdeling 8 GOU (Gelderland-Overijssel). Met deze aansluiting tot Friesland komen zij echter helemaal vooraan te zitten; de afdeling wordt wel weer 10 km dieper. Pikant detail is dat zij 30.000 euro meebrengen. Het lijkt er op dat principes hier nog te koop zijn. Een stevige natuurlijke barrière tussen Friesland en GOU (Ketelmeer) sneuvelt voor slechts 7 leden. En waar eindigt dit? Liefhebbers uit Dronten en omgeving zullen komende winter massaal overschrijving aanvragen naar Swifterbant en wat dan? Misschien een afdeling 13, de hele provincie Flevoland, incl NOP …??

Is het veelal alleen maar kommer en kwel wat Veenendaal te melden heeft, nu toch ook eens een paar positieve dingen. Voor de komende NPO-vergadering steunt het bestuur het voorstel van de afdeling GOU om voor de categorie Vitesse het minimale aantal leden van het samenspel (nu 100) te verlagen. Alleen zou het de NPO wel sieren dit voorstel helemaal te volgen. Vooral het kleine samenspel staat kort bij de basis van onze sport en vooral daar moet steun zijn. Het bestuur zou aan sympathie winnen als zij de inmiddels ontstane achterstand hierin meteen wegwerkt. Om met de tijd mee te gaan zou men dit minimum aantal ook nog eens kunnen indexeren. Vervolgens stelt het NPO-bestuur zelf ook nog voor afdelingsuitslagen van dagfondvluchten vanwege een te grote diepte van de afdeling te splitsen in twee helften, mits de kortste afstand groter is dan 500 km; dit al met ingang van 2011. De achtervlucht kan hiermee zeer kontent zijn; krijgen de liefhebbers daar eindelijk eens een reëele kans op een afdelingsoverwinning! Weet u nog: verhuizen helpt! Het is wel zaak dat de afdelingen van deze mogelijkheid gebruik gaan maken; maar als zij kiezen voor eerlijker spel, dan doen ze dat… En als daarover gestemd moet worden: gun de ander ook eens wat…….

Tenslotte iets heel anders. Is het u nooit opgevallen dat de Belgen in hun uitslagen op internet geen ringnummers vermelden? Dat doet men om die duiven daarmee tegen diefstal te beschermen. Hier in Nederland is het iets nieuws van de rekenaars die komen met allerlei foefjes om allerhande extra informatie op het beeldscherm te krijgen. In feite komt het hierop neer dat de uitslag wordt doorgeschakeld naar het stamkaartprogramma. Het gaat daarbij grotendeels over informatie die alleen interessant is voor de eigenaar van de duif. Men moet er toch eens goed over nadenken of het wel zo verstandig is dit voor Jan en Alleman op internet toegankelijk te maken. Hoort dit niet alleen thuis bij de liefhebber zelf en bij de eigenaar van de duif? Men maakt het op deze manier potentiële dieven wel erg gemakkelijk om hun huiswerk te doen. Men zegt wel eens: de kat op het spek binden!

A Coolen

 
Zonder nadrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Duivensites.nl is het niet toegestaan materiaal van Duivensites.nl te publiceren, kopieren of reproduceren voor gebruik op uw website of die van iemand anders.